DE BLOKFLUIT
De geschiedenis in het kort * MIDI-files
De geschiedenis in het kort
(door: Paul Leenhouts, Amsterdam Loeki Stardust Quartet)
In het algemeen denkt men bij dit muziekinstrument vrijwel direct aan de rol die het speelt binnen het (beginnend) muziekonderwijs. De nog steeds groeiende belangstelling voor oude muziek en tegelijkertijd de invloed van hedendaagse muziek hebben de blokfluit de laatste twintig jaar echter nog een heel andere dimensie gegeven.
In de muziekgeschiedenis heeft de blokfluit een lange bloeiperiode gekend. Gedurende de Renaissance werd het instrument voornamelijk gebruikt ter verdubbeling van de menselijke stem. Vandaar dat er vele verschillende soorten blokfluiten zijn die corresponderen met de diverse zangstemmen. Tijdens de tweede helft van de zestiende eeuw zien we dat de instrumenten zich los gaan maken van de vocale muziek en dat er ensembles of consorts worden gevormd. Zo beschrijft M. Praetorius in zijn Syntagma Musicum uit 1618 een compleet blokfluitensemble, bestaande uit 21 instrumenten in 8 verschillende maten; het 'Garklein Exilent' (circa 15 cm) tot en met de Grootbas-blokfluit (circa 2 meter), en daar tussen de sopranino-, sopraan-, alt-, tenor-, basset- en C-basblokfluit.
Gezien de vele bewaard gebleven documenten en archieven van diverse kerken en vorstenhoven in Europa, moet de blokfluit als muziekinstrument in hoog aanzien hebben gestaan. Een voorbeeld is de fantastische collectie blokfluiten vermeld in de inventarisatielijst van het bezit van King Henry VIII.
De muzikale ontwikkeling die plaatsvond gedurende de Barok vroeg om een meer solo-georiënteerd instrument. Vandaar dat de blokfluit er niet alleen qua uiterlijk, maar ook innerlijk anders uit gaat zien. Deze blokfluit is meer flexibel qua chromatiek en omvang dan zijn Renaissance-voorganger. Het rijke repertoire varieert van sonates, suites, cantates tot soloconcerten, bijvoorbeeld die van Antonio Vivaldi of de Brandenburgse Concerten van Johann Sebastian Bach.
Na circa 1750 verdwijnt de blokfluit voor lange tijd van het concertpodium; in het nieuwe karakter van het (symfonie)orkest heeftmen geen behoefte meer aan instrumenten zoals de luit, gamba, clavecimbel en de blokfluit. Dankzij het samengaan van de herleving van oude muziek, de ontdekking van de pedagogische mogelijkheden van het instrument, uitbreiding van het hedendaagse repertoire en een grote internationale aandacht, heeft de blokfluit in de 20e eeuw een volwaardige rentree gemaakt.
De twintigste eeuwse blokfluit
Waar men zichin de loop van de twintigste eeuw geconfronteerd zag met de beperkingen van de blokfluit, werden innovatief nieuwe mogelijkheden gezocht.
Zo ontwikkelde de blokfluitbouwer Herbert Paetzold een zeer speciale serie blokfluiten. De onconventioneel ogende bloklfuiten kunnen door iedereen bespeeld worden, door het speciale design, waardoor het spelen op (contra)basblokfluiten mogelijk werd voor een groter publiek.
Ook componisten gingen weer meer en speciaal voor de blokfluit schrijven.
Pioniers van deze muziekvorm proberen de onvermoede schat aan klanken die de blokfluit in zich herbergt volledig te benutten.
Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van technieken als white noise, percussief kleppen-geklapper, flatterzunge, microtonen en multiphonics en stijlen als minimal music.
Met name in Japan heeft de twintigste eeuwse muziek voor blokfluit veel weerklank gevonden en geleid tot zeer virtuoze werken, waarbij zelfs op meer dan één blokfluit tegelijk wordt gespeeld. Maar ook in de rest van de wereld neemt de belangstelling toe.
De grenzen van de blokfluit worden verder verkend door een combinatie met electronica aan te gaan. Pioniers op dit gebied zijn bijvoorbeeld Michael Barker en Walter van Hauwe. De blokfluitist bedient zich echter niet van synthesizers, samplers en computers, maar eerder van microfoons, vergalming en op DAT vastgelegde klanken - meestal van de bloklfuit zelf. De contacten met de electronica hebben geleid tot de ontwikkeling van de zogenaamde midified blockflute.
De electronica dient hierbij vooral om de klank te vergroten en te vermenigvuldigen.
Artikelen hierover:
Het spelen van hedendaagse blokfluitmuziek
Hedendaagse Japanse blokfluitmuziek
MIDI-files
deel 1 (Moderato), 'Trio', Y. Kyose, voor alt-, tenor-, en basblokfluit
deel 2 (Lento), 'Trio', Y. Kyose, voor alt-, tenor-, en basblokfluit
deel 3 (Allegro moderato), 'Trio', Y. Kyose, voor alt-, tenor-, en basblokfluit
No. 5 (Moderato), 12 Grands Caprices (1864), Narcisse Bousquet, voor altblokfluit solo
No. 1 (Allegro), 5 studies for finger control (1957), Frans Brüggen, voor altblokfluit solo
Ermitage (Protus plagalis), anoniem 20e eeuw, voor 4 bas-, 2 alt- en 2 sopraanblokfluiten.
Sonata I (Allegro, Adagio, Allegro, Adagio, Allegro, Adagio), Giovanni Battista Fontana, voor tenorblokfluit en basso continuo
Deel uit Concerto in C-Dur, J. Graun, alt- en tenorblokfluit solo
De composities van Ortiz die hierna volgen, zijn oorspronkelijk voor gamba, en niet voor blokfluit geschreven...
Recercada primera, Ortiz, voor basblokfluit
Recercada primera - Sobre o felici occhi miei, Ortiz, voor basblokfluit en basso continuo
Recercada primera, Ortiz, voor basblokfluit en basso continuo
Recercada prima - Sobre dovlce memoire, Ortiz, voor basblokfluit en basso continuo
Recercada ottava, Ortiz, voor basblokfluit en basso continuo
Quetzal, the conquest of Ancient America (1998), Wiep Klaas Smits, voor sopraan-, alt-, tenor- en basblokfluit (oriëntatie-MIDI)
The daffodils - Ode to William Wordsworth (1998), Wiep Klaas Smits, voor tenor- en contrabasblokfluit (oriëntatie-MIDI, bevat eigenlijk gesproken en gezongen tekst uit het gedicht 'I wandered lonely as a cloud')
No.11 (Scherzando), Melodiespiel auf der Sopranblockflöte (15 kleine Stücke in progressiver Folge), Maigret Uies-Grützner, voor sopraanblokfluit
Deel 1 (Allegro decisivo), Virtuose Suite, Hans Ulrich Staeps (*1961), voor altblokfluit
Deel 2 (Allegretto), Virtuose Suite, Hans Ulrich Staeps (*1961), voor altblokfluit
Traumlandschaft (deuterus plagalis), 20e eeuw, voor 8 tenorblokfluiten.
Oorspronkelijk geschreven voor orgel, maar leent zich zeer goed voor uitvoering door een blokfluitkwartet:
Pari Intervallo (Moderato), Arvo Pärt, 20e eeuw