click here

Index "bronstijd in Nederland"
Index "eerste boeren in Nederland"
Meer informatie over Eburonen, Kelten, Germanen en Caesar

Romeinen verrast door aanval Eburonen

TONGEREN / KASTER, oktober 54 v.C.
Onder aanvoering van Ambiorix en Catavolcus (Catuvolcus? ed.) zijn de Eburonen in opstand gekomen. Kort nadat Caesar zijn manschappen voor de winter had ingekwartierd, zijn de troepen die in Aduaci (waarschijnlijk bij Tongeren) gelegerd waren, onverwachts aangevallen en vernietigend verslagen. De verliezen aan Romeinse kant worden geschat op anderhalf legioen (circa 9000 man). De opstand werd voorafgegaan door een list.

De Gallische leider Ambiorix wist de twee Romeinse commandanten Cotta en Sabinus ervan te overtuigen dat alle Romeinse legerkampen in Gallië op dezelfde dag zouden worden aangevallen. De Romeinen besloten hierop de overige in Gallië gelegerde legioenen te hulp te komen. Ambiorix beloofde dat ze ongestoord zouden mogen optrekken maar deze belofte bleek niets waard te zijn.

Zodra de Romeinen op pad waren, werden zij door de Eburonen aangevallen, die als gewoonlijk man-tegen-man gevechten vermeden en gebruik maakten van slingerwapens. Sabinus werd vermoord, nadat hij zich met een delegatie naar Ambiorix had begeven om zich over te geven; Cotta sneuvelde in de gevechten. De nog overgebleven Romeinen besloten tot een collectieve zelfmoord.

De overwinning maakte grote indruk in Gallië maar heeft niet tot een algemene opstand geleid. Wel sloten de Aduatieken en de Nerviërs zich bij Ambiorix aan. Een aanval op het winterkamp van Quintus Cicero aan de Sambre werd echter door de te hulp gesnelde Caesar afgeslagen.

De opstand bewijst dat de invloed van Rome zich nog niet definitief tot aan de Rijn uitstrekt De stammen die in Gallië wonen hebben de voorafgaande jaren de nodige nederlagen tegen Caesar moeten incasseren, maar blijken nog allerminst verslagen. Sinds zijn overwinning in 57 v.C. in Alesia op Vercingetorix (-waar de Eburonen samen met andere Gallische stammen probeerden de belegering door Caesar te breken- HL) heeft Caesar verschillende malen met opstanden en invallen te maken gehad. Twee jaar later trokken de Tencteren en de Usipeten de Rijn over (zij werden teruggedrongen) en moest Caesar herhaaldelijk expedities ondernemen tegen de Menapiërs en de Morinen, die in de Vlaamse en Zeeuwse kuststreek wonen.

De Morinen werden in 55 v.C. onderworpen maar de Menapiërs wisten gevechten steeds uit de weg te gaan door zich in de bossen terug te trekken. Ondanks deze schermutselingen en het feit dat het noorden van Gallië vooralsnog een onzekere factor is, maakte Caesar geen pas op de plaats. In hetzelfde jaar waagde hij zich al voor een korte expeditie over de Rijn en tot tweemaal toe stak hij over naar Brittannië, waar hij in het zuiden enige volksstammen onderwierp.

Commentaar: Het bovenstaande en onderstaande artikel zijn geschreven vanuit het gezichtspunt van de Romeinen. Lees "Malorix" door B. Bus voor een visie van de Friese inheemse bevolking op de aanwezigheid van de Romeinen. Daarin valt onder andere te lezen dat de Romeinen via hun belastingstelsel nieuwe gebieden leegplunderden. Ze hielden er namelijk geen rekening mee dat de koeien (en dus de huiden) van de inheemse bevolking nog niet zo groot waren als die van de Romeinen. Het leveren van de te kleine huiden zagen de Romeinen dus al gauw als verraad.

De slag vond waarschijnlijk plaats ten zuiden van Tongeren, een bosrijk gebied. De -van taxus, "eburos"(!)- gemaakte boog is een effectiever wapen voor de middellange afstand in een bos dan de steenslinger, waarvoor men een open terrein nodig heeft. Bovendien zijn de bessen van de taxus giftig, wat soms handig kon zijn....

Commentarii de bello Gallico, 58 - 52 v.C.
Dit door Caesar geschreven boek is een verslag van zijn veldtochten. Het Romeinse volk werd beïnvloed door de wijze waarop Caesar hierin zichzelf als een zeer competent generaal afschildert. De buitenlandse veroveringen van Romeinse generaals hebben de laatste twee eeuwen steeds in bet teken van de binnenlandse politiek gestaan.

Wie grote overwinningen behaalde, kon met veel buit naar Rome terugkeren om daarrnee politieke steun te kopen. Caesar heeft door zijn verovering van Gallië verscheidene groepen in de Romeinse samenleving aan zich gebonden, bijvoorbeeld de handelslieden, die een enorm afzetgebied opengelegd zien, en de 'publicani', de belastingpachters, die nieuwe gebieden kunnen kopen om de belasting voor de stad Rome te innen. Het belangrijkst evenwel is de steun van de legioenen die de veldheer aan zijn tochten ontleent en die in een eventuele burgeroorlog onontbeerlijk is.

Soldaten zijn merendeels landloze burgers die voor vele jaren, vijfentwintig of tot hun dood, in het Romeinse leger dienst hebben genomen. Tijdens die periode zijn ze van hun aanvoerders afhankelijk wat de te verdelen buit betreft en later vanwege de belofte van een stukje land dat ze na hun diensttijd kunnen bewerken. Veel veroveringen betekenen een sterke band met de eigen legioenen, die hun leider steunen in een binnenlands conflict.

Caesar bleek ook in Gallië een meester in het verwerven van politieke steun. Bij de pacificatie van Gallië in de jaren 54-53 v.C., toen hij een opstand van de Eburonen onder aanvoering van Ambiorix moest neerslaan, toonde de legeraanvoerder zich een clement overwinnaar. In ruil daarvoor betoonden de Galliërs zich loyale volgelingen en steunden hem in de strijd tegen Pompejus en de 'optimates'.

Caesar organiseerde Gallië niet als provincie van bet rijk, maar plaatste het onder de gouverneur van het zuidelijke Gallia Narbonensis en verplichtte de Galliërs tribuut te betalen en troepen te leveren. Na zijn 'ik kwam, zag en overwon' heeft Caesar in Gallië een bastion voor zichzelf geschapen, dat hem een sterke uitgangspositie geeft om de pogingen van Pompejus en de Romeinse Senaat hem van de troon te stoten, te ondergraven.

Het standbeeld van Ambiorix, aanvoerder van de Eburonen; staat in Tongeren, België. En het standbeeld van Vercingetorix staat bovenop de berg van Alésia (bij Dijon, Frankrijk)

Opmerkingen: Uit het bovenstaande artikel blijkt dat de schrijver de Eburonen als Galliërs ziet. De schrijver gaat eraan voorbij dat Caesar zelf schreef dat hij de Eburonen had uitgemoord, waarvoor overigens nog geen bewijzen zijn gevonden.
De uitdrukking "gaies" is dan ook waarschijnlijk afgeleid van de voornaam van Caesar…

Het volledige artikel stamt uit: Kroniek van Nederland, A. Aarsbergen, 1987.
Met aanvullingen en commentaar van de editor.


Informatie over de editor


12 november 1999