Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Anti-stalkingwet




  1. Wat
    Sinds de wet van 30 oktober1998 (B.S. 17 december 1998) werd stalking of “belaging” als afzonderlijk misdrijf opgenomen in het Strafwetboek. Het nieuwe artikel (art. 442bis SW) luidt als volgt : “Hij die een persoon heeft belaagd, terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren, wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van vijftig frank tot driehonderd frank (te vermenigvuldigen met 200, de zogenaamde opdeciemen), of met één van die straffen alleen.”

  2. Voordeel
    Het voordeel van deze nieuwe wetgeving is dat het slachtoffer nu meer mogelijkheden tot vervolging van de dader tot zijn/haar beschikking heeft dan voorheen. Bovendien is de bewoording waarin dit artikel gesteld is zeer ruim, zodat het aantal stalkingsdaden dat strafbaar gesteld wordt enorm is toegenomen. Sinds de nieuwe wet kan alles wat de rust van het slachtoffer op een ernstige manier verstoort in principe als strafbaar gedrag gekwalificeerd worden. Zo kunnen voortaan het voortdurend bespieden, overdreven informatie-inwinning over uw doen en laten, ongewenste brieven en kaartjes, bezorging van niet bestelde artikelen en andere zaken die vroeger niet strafbaar waren, aanleiding geven tot een strafrechtelijke procedure. Uiteindelijk is het de rechter die, afhankelijk van de concrete omstandigheden oordeelt of er al dan niet sprake is van belaging. Daarnaast wordt stalking niet beperkt tot één bepaalde categorie, zodat het artikel kan ingeroepen worden tussen zowel ex-partners en aanbidders als tussen buren, collega’s, werkgever en werknemer, enzovoorts. Stalking moet wel gericht zijn op een welbepaalde persoon.
    Opvallend is ook dat er in deze wet geen bijzondere opzet of schuld vereist wordt in hoofde van de dader; het volstaat dat de dader wist of redelijkerwijs had moeten weten dat zijn/haar gedrag de rust van de belaagde ernstig verstoorde, zonder dat moet bewezen worden dat de stalker een bewust oogmerk had om zijn slachtoffer te benadelen. Dat betekent dat de stalker zich niet kan verweren door te stellen dat het niet zijn bedoeling was om het slachtoffer te belagen; het feit dat hij een gedrag stelt waarvan een normaal persoon onder dezelfde omstandigheden zich belaagd zou voelen volstaat. Met andere woorden : wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de dader diende te vermoeden dat zijn handelingen de rust van het slachtoffer verstoorden kan men spreken van belaging, ook als de dader beweert dat hij niet wist dat hij zijn slachtoffer belaagde. Dat betekent dat wanneer iemand je gedurende enige tijd cadeautjes of ongewenste liefdesbrieven stuurt, deze persoon niet kan inroepen dat hij dit deed om je een plezier te doen. Het maakt niet uit of het al dan niet zijn bedoeling was om te belagen, wanneer dit gedrag vergeleken wordt met dat van een “redelijke burger”. Er wordt ook vereist dat het gaat om een ernstige vorm van belaging.

  3. Klachtmisdrijf
    Aangezien stalking beschouwd wordt als een klachtmisdrijf, kan er enkel vervolging worden ingesteld na een klacht van het slachtoffer van stalking en niet door het Openbaar Ministerie of nabije familieleden.

  4. Praktische betekenis
    De bewijslast blijft ten laste van het slachtoffer. Een verdachte blijft onschuldig tot zijn schuld bewezen is.
    Het slachtoffer moet twee zaken bewijzen : het feit dat hij/zij gestalkt wordt (bijvoorbeeld sporen van inbraak, slagen en verwondingen, …) en de identiteit van de belager (bijvoorbeeld door telefoonregistratie, vingerafdrukken, getuigen…).