Het 178 km2 grote Noord Egeïsche eiland Samothraki of Samothrace rijst als een dramatische berg op uit de zee. Het vrij groene eiland ligt ten zuidoosten van het bekendere eiland Thassos en is niet makkelijk te bereiken. In vroegere tijden was het eiland een bestemming voor pelgrims, die er het "Heiligdom van de Grote Goden" bezochten, en nu is het de bestemming van een klein aantal toeristen, waarvan de meeste uit Scandinavië en Duitsland komen. Niet alle bewoners spreken om deze reden zo goed Engels, zoals je dat misschien op andere Griekse eilanden gewend bent. Op het eiland wonen ongeveer 2800 mensen. De grote berg van Samothraki heet Fengari en dit is tevens de hoogste berg in de Egeïsche Zee. Vanaf hier bekeek volgens de legende de god Poseidon de Peloponnesische oorlogen.
Veel van de bossen zijn in de loop der tijden van de top van berg Fengari verdwenen en het uitkijkpunt van Poseidon is ondertussen kaal geworden en staat vaak bloot aan een harde noordenwind. Toch zijn er mensen die deze berg beklimmen vanaf Therma. De wandeling vindt grotendeels plaats over een door bomen beschermd pad. Er staan platanen en fruitbomen en er is water te vinden langs de route naar boven. Boven op de top is er bij helder weer uitzicht over het Griekse schiereiland Athos en over de Ida bergen van Turkije.
Hoewel het eiland ook mooie stranden heeft (voornamelijk in het zuiden) trekt de weelderige en wilde natuur met zijn meren en de watervallen behalve wandelaars en bergbeklimmers ook bijzondere vogels aan. De meeste toeristen zijn juist degenen die de drukte proberen te ontlopen want vergeleken met sommige andere eilanden is het op Samothraki erg rustig.
Het havenstadje Kamariotissa, waar de veerboten aankomen, ligt aan de westkant van het eiland en is omgeven door heuvels met grasvelden en een aantal bomen, met daarachter de hoge kale berg Fengari (1660 m) die eigenlijk het hele beeld van het eiland bepaalt.
Kamariotissa ligt enigzins langgerekt langs de kust en het stadje is misschien aardiger dan je in eerste instantie zou denken. Het is er vrij groen en er zijn aardig wat restaurantjes en kafenions. Ook zijn hier banken en een postkantoor. Bij de haven van Karmiotissa, waar ook de Griekse houten bootjes liggen, vind je verder een supermarkt, een ticketverkoop (veerboten) en een apotheek. Bij het kleine parkje aan de haven is het busstation waar vandaan de bussen vertrekken richting de hoofdstad Chora, naar Paleopoli (Sanctuary of the Great Gods) en Thermi / Loutra in het noorden en naar de Profitis Ilias in het zuiden van Samothraki. In de straatjes achter het havenfront vindt je onder meer een bakker en een groenteboer (in de buurt van de kerk).
Ook de meeste accommodaties en het nachtleven vind je in het havenstadje.
Er is in principe een dagelijkse veerbootverbinding met het vasteland vanaf de havenstad Alexandroupoli en minder frequent vanaf Kavala en de eilanden Thassos en Limnos. Voor de tijden kontroleer de speciale websites voor veerboten. Als je nog geen vertrektijden kunt vinden dan betekent dat over het algemeen dat de schema's nog niet zijn goedgekeurd en dan probeer je het later nog eens. Vaak weten de mensen bij wie je een accommodatie hebt gereserveerd wel wanneer de boten vertrekken en op het eiland aankomen.
De hoofdstad van het eiland Samothraki heet Chora. Het ligt op ongeveer 5 kilometer ten oosten van Karmiotissa. Hier tussen de kleine opeengepakte huizen ga je terug in de tijd. Chora ligt een beetje in een holte en is vanaf de zee bijna niet te zien. Het is in de middeleeuwen op deze verscholen plek gebouwd om aanvallen vanaf zee door piraten te voorkomen. Dit dorp met zijn labyrint van smalle straatjes met keitjes en met zijn Genuese fort (wat oorspronkelijk Byzantijns was) is het mooiste dorpje van het eiland. Vanaf het grote centrale plein, waar ook een paar tavernes zijn, heb je een mooi uitzicht over de zee. Iets verder naar beneden staan bij het plaatsje Palaiopoli nog meer vestingwerken in de vorm van een drietal torens uit de 15e eeuw (1431).
De grootste bezienswaardigheden van Samothraki bevinden zich aan de noordkant van het eiland. Van het Heiligdom van de Grote Goden bij Paleopi is in de loop van de tijd veel verdwenen, maar de ligging aan een bebost ravijn is spectaculair. Paleopoli betekent "de oude stad". Hier werd het twee-en-halve meter hoge standbeeld van Nike gevonden, de "Gevleugelde Victorie van Samothraki", dat nu in het Louvre Museum staat. In het plaatselijke museum staat een reproduktie. Het standbeeld, waarvan het hoofd ontbreekt, is gemaakt van wit marmer van het eiland Paros en het ziet er uit als een soort "engel" die voor op de boeg van een schip staat. Het stelt de Griekse godin Nike van de victorie voor en het stamt uit de 2e eeuw voor Christus. Het werd niet alleen gemaakt ter ere van deze godin maar ook als herinnering aan een gewonnen zeeslag. Waarschijnlijk stond het beeld in een nis van het openlucht theater in het tempelcomplex en keek het uit op een altaar.
Het oorspronkelijke heiligdom stamt nog uit de pré-Griekse periode (de bronstijd) toen hier de Moeder Godin van de Aarde Axieros en de vruchtbaarheidsgod Kadmilos werden vereerd door de eerste bewoners van het eiland. Dit waren kolonisten uit Thracië. De Griekse kolonisten verschenen rond 700 voor Christus en vervingen deze goden met hun eigen Hermes en Demeter.
Het heiligdom overleefde aardbevingen en aanvallen van piraten, het werd diverse keren herbouwd en het werd pas verlaten nadat de Romeinen het christendom hun officiële godsdienst maakten. Op de grote site zijn dan ook restanten uit allerlei periodes te zien, waaronder Hellenistische en Romeinse, maar ook nog vroegere. Ook zijn er nog overblijfselen van een Byzantijns fort waarvoor stenen van het oude heilgdom zijn gebruikt. Het ronde gebouw dat er ooit stond, het Arsinoeion, werd in 285 gebouwd in opdracht van Koningin Arsinoe van Thracië. Dit was het grootste ronde gebouw dat ooit in de oud Griekse tijd werd gebouwd en het was een plek waar men offers bracht. Het zogenaamde Hieron is het meest opvallende gebouw op de site vanwege de zuilen die er van zijn overgebleven (opnieuw overeind gezet in 1956).
|