Afscheid van Morra (Sneuper no.36, maart 1996, p.26/27)
D. Douma
Verslag uit de Dockumer Courant van 29 maart 1889
Afscheid van Morra. "Reeds vroeg in de morgen heerste er in ons dorpje een levendige,
maar tevens een gevoelvolle beweging. Drie en twintig personen, groot en klein, vertrokken
van hier naar Zuid-Amerika om in den Argentijnschen Republiek den strijd om 't bestaan,
zoo te hopen, onder gunstiger omstandigheden te voeren dan 't hier in de laatste jaren
mogelijk was. Zoo kinderen van ouders, broeders en zusters, van betrekkingen en vrienden
voorzeker voor altijd te zien scheiden om aan gene zijde van den Oceaan eene onzekere
toekomst tegemoet te gaan. Wie zou dien aanblik ongevoelig blijven ?"
Naar Zuid-Amerika zijn gegaan:
29 maart 1889: Aukje Sipkes de Vries, geboren 3 april 1858 te Hantumhuizen
1 mei 1889: Jan Foppes Visser, geboren 2 mei 1872 te Lioessens
31 januari 1889: Fetze Lubberts Hoekstra, geboren 15 juli 1861 te Morra en zijn vrouw
Jitske Slager, geboren 15 maart 1865 te Morra.
31 januari 1889: Pieter Lubberts Hoekstra, geboren 23 augustus 1866 te Morra.
31 januari 1889: Lieuwe v.d. Kooi, geboren 15 juni 1870 te Ternaard.
31 januari 1889: Elizabeth Tietes v.d. Ploeg, geboren 23 februari 1871 te Morra.
31 januari 1889: Wijbe Foppes Visser, geboren 22 november 1867 te Lioessens.
Vervolgens vertrokken de volgende gezinnen naar Zuid-Amerika:
31 januari 1889: Jacob Jans Douma, geboren 30 maart 1845 te Lioessens, en zijn vrouw
Jantje Sjoordema, geboren 12 april 1849 te Oosternijkerk; met kinderen:
1. Neeltje Douma, geboren 7 december 1872 te Lioessens
2. Jan Douma, geboren 22 december 1873 te Lioessens
3. Harke Douma, geboren 18 februari 1878 te Lioessens
4. Sjoukje Douma, geboren 4 oktober 1875 te Lioessens (deze is niet meegegaan maar op 30
oktober 1889 vertrokken naar Kloosterburen)
5. Jilt Douma, geboren 19 juli 1881 te Metslawier
6. Anne Douma, geboren 3 april ?? te Lioessens
7. Hiltje Douma, geboren 7 juni 1888 te Lioessens, overleden 8 januari 1889.
31 januari 1889: Tiete v.d. Ploeg, geboren 19 juni 1841 te Paesens, en zijn vrouw Trijntje
Blom, geboren 20 april 1843 te Morra, met kinderen:
1. Harmen v.d. Ploeg, geboren 29 oktober 1868 te Morra.
2. Sjoerd v.d. Ploeg, geboren 16 december 1875 te Morra.
3. Freerk v.d. Ploeg, geboren 24 november 1877 te Morra.
4. Reinouw v.d. Ploeg, geboren 24 november 1879 te Morra.
5. Willem v.d. Ploeg, geboren 1 december 1881 te Morra. (Twee kinderen uit deze familie,
Elizabeth en Sijbe, zijn niet meegegaan.)
31 januari 1889: Meindert Adema, geboren 4 maart 1844 te Paesens, en zijn vrouw Klaaske
Bok, geboren 4 maart 1844 te Morra, met kinderen:
1. Grietje Adema, geboren 1 september 1872 te Morra.
2. Karel Adema, geboren 8 oktober 1873 te Morra.
3. Jan Adema, geboren 22 februari 1875 te Morra.
4. Antje Adema, geboren 24 juni 1872 te Morra.
5. Taeke Adema, geboren 24 maart 1880 te Morra.
6. Geertje Adema, geboren 31 augustus 1882 te Morra.
7. Hiltje Adema, geboren 27 oktober 1883 te Morra.
8. Harmen Adema, geboren 11 juli 1888 te Morra.
(Toevoeging H. Zijlstra:)Later gingen:
3 juni 1889: Gerrit van der Woud, geboren 21 januari 1855 te Morra en zijn vrouw Baukje
Zijlstra, geboren 7 juli 1854 te Niawier. Vertrokken naar Argentinië met 4 kinderen:
Oebele, Jogchum, Mient en Geert. In Argentinië werd nog een dochter, Maria, geboren.
Gerrit was zoon van Oebele Mients van der Woud en Sijke Gaatzes Hofman.
Update: Het blijkt dat de familie zich in Argentina met de verbasterde naam Fanderwud voortgezet heeft. Hedentendage (2011) zijn er nog zeker 4 nakomelingen: Martin Andres Fanderwud, Esteban David Fanderwud, Mateo Fanderwud en Agustin Fanderwud.
Rond 1889 werd de overtocht door de Argentijnse regering betaald om landbouwers aan te trekken. Toen bleek dat ook allerhande ongeschoolden hier gebruik van maakten werd de maatregel weer snel ingetrokken.
Binnen onze vereniging houden o.a. de heren Postma, Jansma, Douma, Wierstra, Veltman en mevrouw Bouta zich bezig met onderzoek naar emigratie naar Argentinië.
Over de emigratie naar Argentinië kunt u ook meer lezen op de website van de familie Kuitert.
Een mislukte emigratie (Gens Nostra 57 (2002), p. 426/427
Afstammelingen van Barteld Jansma, geboren te Anjum (Ezumerzijl), beschikten over de volgende informatie. In 1890 was hun voorvader als landbouwvoorlichter naar Zuid-Amerika uitgezonden, mogelijk naar Brazilië. Na zijn overlijden keerden zijn dochtertjes in 1895 terug naar Nederland. Wat was er te vinden over deze mensen ?
In de naamklappers 1890-1895 van het ministerie van Justitie werd gezocht naar een mogelijke verwijzing naar een overlijden in het buitenland. Gevonden werd correspondentie over de dood van Barteld Jansma op 8 juni 1891 te San Salvador Concordia in Argentinië. Uit de briefwisseling blijkt dat zijn weduwe, Anneke Faber, in september 1891 was teruggekeerd naar Nederland. Zij wenste in 1895 opnieuw in het huwelijk te treden. De ambtenaar van de burgerlijke stand in haar woonplaats Ee (Oostdongeradeel) nam echter geen genoegen met de door de nederlandse consul-generaal te Buenos Aires afgegeven overlijdensakte. De minister van Justitie werd gevraagd de echtheid van de akte te bevestigen.
Nader onderzoek in de archieven van het gezantschap Argentinië leverde een bijzonder verhaal op. Barteld Jansma was naar Argentinië geëmigreerd en had zich met andere Nederlandse landbouwers, onder wie Klaas Visser, Johannes Visser, Dirk van der Wal en Jan Rolse, gevestigd in het afgelegen Columa.
Veel van de nieuwkomers stierven al na korte tijd in dit vreemde land met een heel ander klimaat. Op 16 april 1891 deden de genoemde personen bij de Nederlandse consul-generaal te Buenos Aires aangifte van het overlijden in 1889 van de vrouw en drie kinderen van Klaas Visser. Zoals we reeds zagen stierf Jansma in juni van dat jaar eveneens.
Anna Faber was de tweede vrouw van Jansma. Bij haar vertrek naar Nederland liet ze de kinderen uit het eerste huwelijk achter. Het ging om de meisjes Trijntje (geboren 15 oktober 1876), Aaltje (geboren 28 februari 1878), Orseltje (geboren 26 juli 1879) en Doutzen (geboren 28 juni 1883). Zij kwamen terecht bij Argentijnse families in Concordia, waar zij tegen kost en inwoning als lijfeigenen of slaven voor hun ‘patroons’ moesten werken en een kommervol bestaan leidden. In 1893 riep het oudste meisje de hulp in van de ambassade om naar Nederland te kunnen gaan. Hun ‘eigenaren’ wilden hen echter niet laten vertrekken. Door bemiddeling van een Zwitserse diplomaat en nadat familie en vrienden in Friesland voldoende geld hadden gestuurd, konden zij toch terugkeren naar hun geboorteland.*
* Nederlands gezantschap in Argentinië 1880-1920, toegang 2.05.10.01, inv.nrs. 7,8, 96, Nationaal Archief, Den Haag.
Zie ook het verhaal van Prof. Robert Swierenga over Friezen in Argentinie.
Deze site hoort frames te bevatten. Ziet u geen frames, klik dan hier.