You are here: Reis 2006 Erik's Travels in South East Asia

My Travels in South East Asia

China Vietnam Laos Cambodia Thailand

Reisverhalen

Information and travelogue written by
Erik Wienese

This page is still under construction

Welcome to my South East Asia homepages.

I made a few trips to China, Cambodia, Vietnam, Laos, Thailand. For my family and friends at home I made some stories mainly in the Dutch language and for the friends I met during my trips I made these pages with some travelinformation, stories and pictures.

2006 by plane to

-Beijing

-Great Wall Video

By train to

-Inner Mongolia Ho Hot

..by train to...... -Yinchuan -Lanzhou

Gobi Dessert -Dunhuang

Begin of the Great Wall -Jiaoyuquan -Shanghai -Nanning

Beach town -Beihai -Dongxing Border China Vietnam

Vietnam

By hovercraft from Mong Cai Tra Co to Halong Bay Hon Gai Mong Cai Border Vietnam

and continue by bus to -Ha Noi

Beautifull beaches? -Nha Trang -Ho Chi Minh City

Can Gio Vam Sat Mangrove Forests -Can Gio Vam Sat Mangrove Forests near Saigon -Vung Tau -Phu Quoc

Cambodia

Phnom Penh

Thailand Bangkok

flag of China
China

Weekend in Peking

Wat doet een vrouw met kind nou zoal in het weekend in Peking, vroeg iemand mij laatst via de mail. Mijn zoon was dat weekend net uit logeren bij een Canadees/Chinees vriendje en ik had alleen gewerkt.
Want je werk als correspondent houdt nooit op. Zeker als je zoals ik een beginneling bent.
Ik vertelde desgevraagd dat ik kranten en tijdschriften had doorgenomen, mijn weblog had bijgehouden en mijn archief op orde had gebracht.
En op zondag had ik mijn oren laten uistpuiten ! Niet bij de dokter maar bij de masseur. Omdat ik zo stom geweest ben mijn burostoel thuis te laten heb ik last van mijn rug. Massage is dan een uitkomst en bij de Yashow waar veel buitenlanders nepspullen komen kopen, heb ik een vast adres. Dit keer vroeg een van de masseuses of ik ook hoofdmassage wilde. Nog voordat ik antwoord kon geven, rolde het meisje een karretje met allerlei flesjes naar mijn hoofdeinde en stopte ze een lange staaf in mijn oor die ze in brand stak. Terwijl ik hevig protesteerde, wist ze me te overtuigen van het nut van de behandeling.
Huoju, zo heet het in het Chinees, is bedoeld om het vuil uit je oren te branden. Door de hitte trekt het overtollige oorsmeer naar buiten en komt in de vuurstaaf terecht. Volgens mijn masseuse zijn schone oren een voorwaarde voor een goede gezondheid.
Maar met schone oren ben ik er natuurlijk nog niet. Om gezond te blijven in mijn overwegend zittende bestaan als journalist moet ik elke week minstens twee keer een uur sporten.
Ik zwem dus wekelijks en ik doe aan fitness in een hypermodern fitnsscentrum in de buurt.
Peperduur zijn dergelijke sportcentra hier omdat ze al weten dat alleen expats en rijke Chinezen er lid willen worden.
Mijn zoon speelt op zaterdag schoolvoetbal op een veldje van een nabijgelegen park. Om het overzichtelijk te houden zijn sportclubs net als in Amerika vaak gelieerd aan scholen.
Naast de voetbalkooi staan zo’n twintig tafeltennistafels en sinds ik tegen een van de beste wedstrijdje heb gespeeld, kan ik er niet meer om heen. Onder aanmoediging van een stuk veertig recreanten op leeftijd speel ik elke zaterdag vluchtig een paar potjes. Vorige week vertelde ik wie ik was, en direct kwamen de verhalen los over mijn voormalige tegenstanders die hun helden waren.
Ze vinden het allemaal prachtig. Chinezen hebben vroeger op school tafeltennisles gehad, dus veel Chinezen kunnen wel een beetje spelen. Iedereen weet wel een beetje hoe een bal draait.
Tafeltennis lijkt wel in hun bloed te zitten.

Na het voetbal en het pingpongen doe ik op zaterdag soms boodschappen bij de Carrefour. Ga in Nederland bijna nooit naar een grote supermarkt ,maar hier is het een uitkomst.
Als ik bedenk hoe weinig voedsel ik in 1980 in de winkels zag, is het onvoorstelbaar wat er nu allemaal te koop is. Het aanbod is prima.Al is bijvoorbeeld de kaas nooit zo lekker als die van de Hollandse boerenmarkt.
En dan de koffie natuurlijk. Ik ben geen fan van Starbuckskoffie. Daarom drink ik meestal koffie bij een soort pattiserie annex koffieshop. Omdat er weinig of geen echte bakkers zijn in Peking koopt iedereen bij dergelijke cafe’s hun brood. Of bij winkels als de Carrefour maar daar vind ik dat de kwaliteit van het brood te wensen overlaat.
Wat niet te wensen overlaat is het Chinese eten.Op elke hoek van de straat kun je kwalitatief en goedkoop eten.
De Chinees verhitten voedsel goed zodat je zelfs van de stalletjes op straat wel kunt eten. In mijn buurt heb ik mijn vaste adressen al gevonden.
De volkse restaurants zitten meestal bomvol,vooral in het weekeinde.
Rust vind ik op zaterdagavond.Een smaakvol ingericht boeddhistisch restaurant waar alleen het bestellen van de hemelse gerechten al een feest is, is favoriet.
Een paar weken geleden heb ik daar gegeten met Theo Maassen die een optreden had verzorgd voor de Nederlandse gemeenschap in Peking. Hij was ook erg onder de indruk van de  sfeer en het eten.Aan elk detail wordt aandacht besteed. Zo is de enorme kaart prachtig geillustreerd met minimalistische fotografie. Vegetarische gerechten worden
opgediend in schalen die zijn gemaakt van natuurlijke materialen.
Er staat tofukip, tofuvis en kokosfondue op het menu.En bij die Goddelijke gerechten worden verse sapjes en reinigende thee geserveerd. Het restaurant is net geopend maar het wordt elke week drukker. Chinezen hebben de rust en de kookkunst van deze boeddhisten ook al ontdekt.

Vietnam


Vietnam heeft verrassend veel te bieden. Wie zich in de hectische hoofdstad Hanoi de tijd gunt, ontdekt een stad met rustieke lanen, stille tempels en pastelkleurige koloniale gebouwen. "Of Hanoi romantisch is?" De vrolijk lachende 71 jarige heer Binh vindt van wel . Gezeten op een bankje aan het Hoan Kiem stadmeer kijkt hij terug op zijn leven en de veranderende traditionele cultuur in Hanoi .

In het noordelijke Sa Pa kun je je bij helder weer vergapen aan het prachtige landschap en ontmoet je ongetwijfeld de kleurrijke etnische minderheidsgroepen Zwarte H'Mong en Yao. H'Mong meisjes vertellen over hun leven en over 'de slechte H'Mong meisjes' die het dorp hebben verlaten en in de stad een kamer huren om daar de kost te verdienen.

Het woord Vietnam roept bij menigeen die de jaren zestig heeft mee gemaakt de herinnering op aan de oorlog. Maar hoe leeft deze 'Amerikaanse oorlog' zoals de Vietnamese deze noemen onder de bevolking? "Do you want to buy a book?", vraagt de 25-jarige Khoa. Hij verkoopt al jaren boeken aan toeristen. Maar achter deze vraag gaat een heel levensverhaal schuil. In Hué, de voormalige hoofdstad, ontdek je tijdens een boottocht over de Parfumrivier de sporen van het oude keizerrijk en in Ving Tau kun je in de plaastelijke kliniek voor traditionele geneeswijze de kwade lucht uit je lichaam laten halen .

En wie van exotisch eten houdt komt in Vietnam ruim aan zijn trekken. Overal in Vietnam vind je eettentjes waar je terecht kunt voor een overheerlijke traditionele noedelsoep phö of een spannende vleermuizensoep.


Ha Noi

Ha Noi"s Franse charme

NOORD-VIETNAM

Een pils drinken in het Café de Paris. Dit kan in Ha Noi. De stad is kleiner en rustiger, maar groener dan Ho Chi Minh City. Het heeft soms wat weg van een Frans provinciestadje, maar dat zal niet lang meer duren.
Ook Ha Noi is sedert het begin van het liberaliseringsproces in volle ontwikkeling. Het verkeer drukt al een helse stempel op het stadsleven. Benevens massas mensen en al dan niet brommende tweewielers heeft ook Koning Auto zijn opwachting gemaakt en een claxon is belangrijker geworden dan een stuurwiel.
Winkels en boetieks kleuren nu de straten waar vroeger alleen enkele sombere staatswinkels te vinden waren. Straatventers zijn er alom. Ze verkopen werkelijk alles, broosjes, soep,kleding en zelfs sigaretten… per stuk.
Vlakbij de markt van Dong Xuan waar ook de Zijdestraat (Hang Dao) ligt, leeft ook een kleine Chinese handelswijk in het stadscentrum. Vele Chinezen vertrokken echter na 1979 toen hun land Vietnam binnenviel.
Ha Noi, dat de 2,5 miljoen bewoners nadert (driemaal zoveel als in 1966) telt vele parken en meren. Het Hoan Kiem (Meer van het Teruggegeven Zwaard, ook gewoon Petit Lac genoemd) is het belangrijkste in het centrum. Ten westen bevindt zich Ho Tay (Groot Westmeer). De meren kwamen er omdat de stad aanvankelijk in een golf lag, die zich later omvormde tot een lagune om uiteindelijk een groot moerasgebied te worden. Diverse wijken kregen de naam van de bossen die hier ooit groeiden, zoals Gia Lam (Lindenbos) waar toen tijgers, olifanten, panters en krokodillen leefden.
De stad ligt nu bij de samenvloeiing van de Song Koi en de rivier To Lich. Drie bruggen verlenen toegang tot de stad: Thang Long in het noorden, komende van het vliegveld; de trein- en fietsbrug Long Bien en de zuidelijke Chuong Duong. De meeste hotels in Ha Noi verhuren fietsen.
De bevolking spreekt het Noordvietnamees dialect.

Nog 300 heiligdommen

Ten westen ligt het Son La gebergte met vele grotten, heiligdommen en pagodas. Ha Noi telt er nu nog driehonderd.
In het noorden van de provincie leven in de bergen diverse ethnische minderheden. De gebieden zijn echter ontoegankelijk ingevolge grensgeschillen met buur China. Noordelijk van Ha Noi ligt ook de prachtige Ha Long Bay.
Oud Ha Noi werd gebouwd op een noordzuidas op de plaats van het vroegere Dai La. De Nung-heuvels vormden het middelpunt van de stad. Ha Noi werd beschermd door berg- en watergoden.
De stadsdistricten werden ingedeeld volgens de ambachten. Het noorden werd ook het religieus centrum en herbergde de privé-verblijven van de vorsten. De koninklijke stad lag in het centrum, samen met de openbare gebouwen, zoals de citadel en in het zuiden werden de bestuurdelijke diensten gevestigd. Het westen was het domein van de boeren, het oosten dit van de ambachten. Het uiterste zuiden was het gebied van… ziekte en dood.
Ha Noi en omgeving werden pas belangrijk in de 7de eeuw toen de Chinezen, in een bocht bij de rivier To Lich, het fort Tu Thanh (Kleine Citadel) bouwden. De stad werd later oostelijk hiervan gebouwd. Onder de Le-dynastie verkreeg het gebied een politieke autonomie.
Van de 11de tot de 19de eeuw was de stad, die toen Thang Long (Opstijgende Draak) heette, de hoofdstad van het Annamitische Rijk Dai Viet. De stadsnaam werd in 1010 gegeven door Ly-vorst Ly Thai To en in de toenmalige wijk Kinh Thanh woonden de mandarijnen, de militairen en het gewone volk. De koninklijke stad (Hoang Thanh) lag daarnaast. De Zuidpoort of Dai Hung vormde belangrijkste toegangspoort en lag vlakbij de huidige markt van Cua Nam.
De Le-dynastie veranderde die naam in 1428 in Dongh Kinh (door westerlingen omgevormd tot Tunquin en later tot Tonkin, het huidige Bac Bo). Toen het Rijk van Annam herenigd werd in 1802 moest Ha Noi de rol van hoofdstad afstaan aan Hué. In Ha Noi vestigde zich toen een vice-koning. De definitieve stadsnaam werd pas in 1831 toegekend.

Hoofdstad van Indochina

Tijdens de Franse bezetting en de vorming van Indochina werd Ha Noi opnieuw de hoofdstad. Zij zou in Franse handen blijven tot de Slag om Dien Bien Phu. De Fransen eigenden zich in Ha Noi in 1874 eerst een concessie toe, maar verwierven veertien jaar later de volledige controle en zouden hier in het totaal zeventig jaar blijven.
Hierdoor verwierf de stad ook haar Frans uiterlijk. Ze bouwden niet alleen eigen kantoorgebouwen en monumenten, maar ook villawijken die combinaties vertoonden van regionale Franse stijlen. Regeringsgebouwen in westerse stijl en mooie patriciërshuizen waren het gevolg. Zo ontstond ook de 'Normandische pagoda'.
In de Franse wijk staat ook de gevangenis voor Amerikaanse piloten. Zij noemden haar al schamper de Ha Noi Hilton en andere delen van het gebouw kregen namen als New Guy Village (onderkomen van nieuwe gevangenen), Little Vegas (zaal van de verhoren) en Heartbreak Hotel.
Ha Noi heeft wel eens af te rekenen met onderbrekingen van de watertoevoer of de elektriciteitsvoorziening. Dat is te wijten aan de bijzonder aftandse installaties.
Toen Japan zich na Wereldoorlog II overgaf werd Ha Noi eerst bezet door de Chinese troepen.
Tegelijk zakten honderdduizenden vluchtelingen af en beleefde Ha Noi een grote hongersnood.
De stad werd tijdens de Amerikaanse Oorlog zwaar beschadigd door bombardementen en in de jaren 1972 en 1973 hadden massale evacuaties plaats. Ook de industrie werd toen gedecentraliseerd.
Ha Noi is ook altijd de stad in Vietnam geweest waar vreemdelingen zich vestigden en dat beïnvloedde de taalkennis van de lokale bevolking. Hier kan men nog dikwijls terecht met Frans, Engels en Russisch.
Ha Noi is ook een industriestad en een draaischijf voor alle Noordvietnamees transport. De stad herbergt ook niet minder dan negentien universiteiten en hogescholen.

Een stad die 's avonds leeft

De stad is nu de regeringszetel. Het politieke centrum werd uitgebouwd bij de citadel van Co Lao, die dateert uit de 3de eeuw voor onze tijdrekening. Het moderne stadscentrum bestaat uit vier wijken: Hoan Kiem, Hai Ba, Dong Da en Ba Dinh. In het centrum is, op enkele hoge torengebouwen na, weinig veranderd sedert 1954. Vrijwel alleen de straatnamen werden gewijzigd en 'gevietnamiseerd'. Zij kregen vooral historische namen, zoals… Dien Bien Phu in de omgeving van het centrale meer Hoan Kiem.
Bij Hoan Kiem of Petit Lac is het dat de stad 's avonds leeft. Vele straten van het kwartier Khu Pho Co zijn weelderig verlicht en uit de veelkleurige cafeetjes weerklint dan luidere muziek. Hier komt ook de jeugd. Vooral cafeetjes die men café om of bia om noemt, genieten een alsmaar groter succes, want café om betekent 'café van de omhelzing' en bia om wil zeggen 'omhelzing van het bier'. De Noordvietnamese jeugd is wat frivoler geworden dan haar strijdende voorouders. Ook de disco's lopen vol tijdens het weekeind.
De muziek is er wel rustiger dan bij ons. Geen 'techno' of 'house' hier. Vietnam danst nog op de tonen van de tango, de wals, de rumba of de cha cha.
De belangrijkste verkeersaders zijn Hué en vooral Le Duan, die van het station langs het Lenin Park loopt.

Ook de randstad biedt wat

De randstad bestaat uit de districten Thanh Tri, Tu Liem, Dong Anh, Gia Lam, Ba Vi, Thach That, Phuc Tho, Hoai Duc, Dan Phuong, Me Linh en Soc Son. De volledige agglomeratie overschrijdt de vier miljoen inwoners en elk jaar komen er 100.000 tot 150.000 bij! De stad trok de voorbije jaren ook veel werkzoekenden aan en kampt hierdoor met een woningtekort, hoewel er enorm veel wordt gebouwd.
Ook de katholieke aartsbisschop heeft in Ha Noi zijn woonst. Het internationaal vliegveld is Gia Lam.
Ten zuiden van de stad loopt de bergrug Dong Trieu. Zijn hoogten wisselen van vijfhonderd tot duizend meter en hij vormt zowat de natuurlijke grens van het noorden. Hier zochten diverse heersers, onder meer vorsten van de Tran-dynastie, een veilig onderkomen toen troepen van de Mongolen en van de Cham oprukten. De gelijknamige stad Dong Trieu is een belangrijk gebied voor de winning van steenkolen.
Ten noorden van Ha Noi liggen nog enkele dorpjes met een historische betekenis. In oostelijke richting komt men na 28 kilometer in Phu Dong waar Dong Xung Thien Than, als laatste koning van Au Lac, in de 3de eeuw voor onze tijdrekening een Chinese troepenmacht in de pan hakte. Een feit dat nog jaarlijks wordt herdacht. In de buurt ligt ook Kim Khuyet met een tempel gewijd aan An Duong Vuong, de stichter van Au Lac.
Nog eens twintig kilometer verder bevindt zich Nui Tien Son. Hier palmde de Chinese generaal Ma Yuan in het jaar 43 Vietnam terug in. Hij versloeg hier de soldaten van de Trung zusters. Ly Thai To, eerste keizer van de Ly-dynastie werd hier geboren.



Bezienswaardigheden
Hoan Kiem

Dit is het centraal in Ha Noi gelegen meer van het Teruggebrachte Zwaard. Het ontleende zijn naam aan de legende over de legendarische keizer Le Loi (Ly Thai To).
Le Loi was hier aanvankelijk actief als visser. Toen hij de netten ophaalde vond hij tussen de vissen een magisch zwaard. Hij zag hierin een hemels teken en riep het volk op tot de opstand tegen de Chinese Ming-bezetters. Samen verdreven ze de Chinezen uit het land verdreef. Le Loi stichtte zijn dynastie.
Toen hij na die strijd een boottocht maakte, dook plots een heel grote goudkleurige schildpad uit het water op. Zij pikte het zwaard en nam het mee naar de diepten om het daar aan de goden terug te bezorgen.
Op een schiereiland in het meer staat de Ngoc San tempel. Die is gewijd aan drie figuren: generaal Tran Hung Dao die de Mongolen verdreef in de 13de eeuw, La To, beschermheilige van de geneesheren en Van Xuong, beschermheilige van de intellectuelen.
De Fransen noemden dit meer 'Petit Lac', hoewel het een oppervlakte bezit van 200 op 700 meter.
In het vlakbij gelegen kwartier Khu Pho Co krioelt het van steegjes en nauwe straatjes. Hier kan men de zogeheten éénkamerwinkeltjes bezoeken. Elke steeg heeft haar specialiteit: sportkleding, porselein, sieraden, maar ook fruit, groenten, kantoormateriaal. Er zijn ook diverse minirestaurantjes en goedkope hotelletjes.

Ho Truc Bach

Op het Witte Zijde meer werden gestrafte concubines geplaatst en moesten ze witte zijde weven. Het meer is 25 hectare groot.

Ho Tay

Dit is het Westelijk Meer. Het wordt tevens Meer van de Nevel genoemd. De legenden willen enerzijds dat het meer ontstond door de hoeven van een grote buffel en anderzijds dat dit de woonst was van de feniks.
Ho Tay is 583 hectare groot.
Het Zomerpaleis ontstond in de 11de eeuw ten tijde van de Ly-dynastie op een vierkante heuvel, die de aarde symboliseerde. De gebouwen zijn verwoest en het materiaal werd onder meer gebruikt voor de bouw van enkele kloosters.
Tijdens de 15de eeuw werden hier watermarionettentheaters opgevoerd.
Thang Loi, het Overwinningshotel, werd gebouwd door een Cubaanse architect.
Ook Chua Tran Quoc, de Pagoda die het Land Beschermt, ligt op een eilandje in het Westelijk meer. Dit gebouw en klooster dateren uit de 16de eeuw ten tijde van een vooraanstaande Noordvietnamees van Chinese afkomst, die zichzelf even tot keizer had geroepen.

Quan Thanh

Dit heiligdom ligt tussen twee meren en werd gewijd aan Tran Vo, de beschermgeest van noordelijk Vietnam. Quan Thanh betekent dan ook Tempel van de Noordelijke Geest. De lokale bevolking onderging hier de terreur van een vos met negen staarten, een kwaadaardige slang en een schildpad. De goede geest bevrijdde haar.
Quan Thanh werd door de Ly-koningen gebouwd, in de 18de eeuw gerestaureerd en, wederopgebouwd in 1894.
Tran Vo kreeg hier in de 17de eeuw een beeld van 3,5 meter hoog. In zijn hand heeft hij een zwaard vast met een opgerolde slang op de schaal van een schildpad. Zij beeld weegt 4000 kilogram.
Ly Trung Trong die de tempel ontwierp kreeg ook een beeld. Er staat tevens een klok die meer dan anderhalve meter hoog is.

Chua Mot Cot

Chua Mot Cot is de fameuze Pagode met Eén Pilaar, die ook Tempel van de Liefde wordt genoemd, of Duyen Huu. De pagode dateert uit 1049 en werd begin van de 20ste eeuw gerestaureerd. In 1954 hebben de Fransen haar in brand gestoken, maar een jaar later hadden opnieuw restauratiewerken plaats.
De pagoda, die gesitueerd is tussen de meren Ho Tay en Hoan Kiem, is in het noordwestelijk stadsgedeelte verrezen volgens de boeddhistische voorstelling van de wereld. Zij werd gebouwd door keizer Ly Thai Tong, die kinderloos bleef, en stelt een lotusbloem voor die uit het water rijst. Dat symboliseert de wedergeboorte. Nadien verwekte de keizer een kind bij een boerendochter.
Nu rust de pagoda op een stenen pilaard die een oorspronkelijk houten exemplaar verving.
In het gebouw prijkt ook een beeld van Quan The Am Bo That, de boeddhistische godin van de barmhartigheid, die ook Guanyin wordt genoemd. Daarom wordt ze soms ook de Pagoda van Quan Am genoemd.

Koninklijk paleis

Dit paleis of citadel lag ten noordoosten van het Hoan Kiem meer bij de straat Phung Hung. Ze werd de Verboden Stad van de Le-dynastie.
In de 17de eeuw werd een groot deel ervan vernietigd, maar twee eeuwen later zouden de Nguyen-koningen dat herbouwen.
Zware verwoestingen volgden opnieuw in 1886 ingevolge de Franse koloniale bezetting.
Wat overbleef zijn enkele poorten en de troonzaal. Een deel van het paleisgebied dient nu als kazerne Vlakbij de huidige Dien Bien Phu straaat stond de Vlaggentoren, Cot Co genoemd. Hij maakte deel uit de citadel met haar muren van een kilometer lengte. De Cot Co werd pas in 1812 gebouwd.
Vlakbij bevindt zich het Legermuseum en het Museum van het Bevrijdingsleger dat onder meer een goed gedetailleerd overzicht biedt van de Slag om Dien Bien Phu. Ook de belegering van Saigon (Ho Chi Minh City) is in beeld gebracht.

Tempel van de Literatuur

Deze tempel, Van Mieu genaamd, dagtekent uit de 11de eeuw en is gewijd aan Confucius. Op deze plek verrees de eerste universiteit van Vietnam. Daarom wordt hij ook aangeduid als Quoc Tu Giam of School van de Zonen van de Staat.
De tempel werd gebouwd ten tijde van keizer Ly Thanh Tong. Toen de Le-dynastie regeerde was hij één van de belangrijkste heiligdommen en de Nguyen namen die traditie over.
Vlakbij in de straat Quoc Tu Giam, krioelt het van de mangobomen, een verzamelplaats voor de kraaien. De Fransen gaven het heiligdom daarom dan weer een andere naam: Tempel van de Kraaien.
In de tempel kregen de zonen van de mandarijnen hun opleiding en daarom wordt ze beschouwd als de eerste universiteit van Vietnam. Gia Long, stichter van de Nguyen-dynastie, verplaatste de universiteit in 1802 naar de nieuwe keizerlijke hoofdstad Hué.
Van Mieu is 350 meter lang en 70 meter breed en bevat vijf binnenkoeren. Van Mieu Mon is de hoofdpoort.
Bij het Paviljoen van het Zevengesternte (Khue Van Cac) ligt de vijver Thien Quang Ting (Bron die de Hemelse Zuiverheid Weerspiegelt) met rijen gedenkstenen op stenen schildpadruggen. Hierop staan de namen van de laureaten van de staasexamens ten tijde van de Le-dynastie.
De hoofdtempel voor Confucius is gebouwd op rode pilaren. Kraanvogels (hac) en schildpadden (rua), die het lange leven symboliseren, staan in de nabijheid.

Dao Quan Bich Cau

Zuidwestelijk van Van Mieu staat dit uit de 15de eeuw daterend daoïstisch heiligdom. Er is een gebouw voor de eredienst, het woonverblijf en een gebouw voor de boeddhisten.
De tempel is opgedragen aan Tu Uyen. Hij hielp keizer Thanh Tong het Rijk van Champa overwinnen. De man kreeg drie beelden in het heiligdom, dat als één van de mooiste tempels van het land staat aangeschreven.

Ho Chi Minh Mausoleum

Het mausoleum van Vietnam's nationale held en 'vader des vaderlands' bevindt zich op het Ba Dinh plein. Het wordt Lang Bac genoemd, het Lichtende Mauseoleum. Hier ligt de gebalsemde 'oom Ho'.
Het is een statig gebouw waarvoor enorm veel marmer uit de streek van Da Nang werd gebruikt. Net als voor het Mausoleum van Mao Zedong in Beijing staan de bezoekers uit alle gebieden van Vietnam hier nog altijd voor een bezoek aan te schuiven.
Ten noorden werd in 1906 het paleis van de gouverneur-generaal gebouwd. De architectuur is van Edwardiaanse stijl. Het wordt nog gebruikt voor officiële plechtigheden.
Het museum dat het leven van de grote leider belicht ligt bij de Chua Mot Cot, de Pagoda van Eén Pilaar.

Den Bach Ma

Deze Tempel van het Witte Paard ligt in de oude stadswijk, die dateert uit de 15de eeuw. In dit oostelijk gelegen stadsdeel leefden handelaars en ambachten. Aanvankelijk was hij een daoïstisch heiligdom, gewijd aan de grondgeesten van de stad, die werden voorgesteld als een wit paard. De tempel is niet meer in gebruik.

Kathedraal St.-Jozef

Deze kathedraal is vrij recent en dateert van 1886. Hij werd gebouwd in de oorspronkelijke vreemdelingenwijk van de keizers. Zij zou nadien onder het Franse bewind uitgroeien tot het centrum van de stad, de Quartier Français.
De kathedraal werd in neo-gotische stijl gebouwd in opdracht van bisschop Puginier. Ha Noi is een aartsbisdom.
De Franse wijk herbergt ook het Museum van Geschiedenis en de Chua Quan Su, of Ambassadeurspagoda. Die was bestemd voor diplomaten uit boeddhistische landen.
Iets verder staat ook de Ha Noi Hilton, de vroegere gevangenis voor Amerikaanse piloten, die toen al zo genoemd werd.

Chua Ly Quoc Su

Een meer gebruikelijke benaming voor deze tempel is Chua Kong, Tempel van Confucius. Hij ligt bij de kathedraal St.-Jozef. De tempel dateert uit de Ly-dynastie en bevat veel mooi beschilderde houten beelden.

Den Voi Phuc

Op drie kilometer ten westen van de stad staat de Tempel van de Knielende Olifanten, Den Voi Phuc. Hij dateert uit de 11de eeuw en werd gebouwd ter nagedachtenis van Linh Lang, zoon van Ly Thai Tong (zie: Pagoda van Eén Pilaar). Als jongeman bestreedt hij de ten tijde van de Son-keizers, gezeten op een olifant, succesvol de Chinese troepen.

Chua Lang

Yen Lang is een voorstad van Ha Noi. Hier, op amper een kilometer ten zuiden van Den Voi Phuc (Tempel van de Knielende Olifanten) staat de Chua Lang, de Glanzende Pagoda, die ook de naam Chieu Thien (Hemelse Vrouw) kreeg. Zij gedenkt Ly Than Tong, de vijfde vorst (12de eeuw) uit de Ly-dynastie. Hij kreeg er een verguld beeld. De tempel werd in de 17de eeuw herbouwd.

Chua Lien Phai

Op iets minder dan drie kilometer ten zuiden van het Hoan Kiem meer staat de Pagoda van de Bloeiende Lotussen. Ze is in 1732 gebouwd door de Le -dynastie.
De toren is negen hoog en achthoekig. Hier bevinden zich graven van diverse boeddhistische monniken.

Den Hai Ba Trung

Deze tempel eert de twee Trung zusters die omstreeks het begin van onze tijdrekening als eersten de Chinese bezetter versloegen.
De tempel dagtekent van 1142 maar werd tweemaal gerestaureerd. Eenmaal per jaar is er een processie met het beeld van de twee zusters. Een reliëf beeldt hun strijd uit.

Trung Liet Tu

De Tempel van de Trouwe Vazallen is gebouwd door de Nguyen. Hij symboliseert het passieve verzet van de Vietnamezen tijdens de Franse overheersing en is opgedragen aan vier mandarijnen, die zelfmoord pleegden, omdat ze hun land niet hadden kunnen vrij houden.
Iets verder bevindt zich ook het graf van Hoang Co Khai, de laatste onderkoning van Tonkin, die stierf in 1899.

Beste reisperiode

Noord-Vietnam kent vier seizoenen. Ha Noi bezichtigt men het best tijdens de lente, na het Tet-feest, of in de herst, bij voorkeur oktober of november. De winters zijn hier vochtig en vrij koel. Er valt dan veel motregen uit een grauwe hemel. De zomers zijn warm en vochtig.


Croc fishing and bat spotting in Vam Sat

A rowboat takes tourists through Dam Doi Traveling by boat to Vam Sat Ecological Tourist Area in the Can Gio Mangrove Forest in HCMC to go crocodile fishing is what Saigontourist Travel Service Co. offers. But fishing for these animals is not the only excitement on the trip.

In downtown HCMC, tour-takers board the Dong Duong, a modern boat that used to be a restaurant, docking at Bach Dang Wharf.

The two-floor boat still has a nice restaurant on the first floor with good food and service.

Its clear, big glass windows provide a fine view and can be opened to let in some fresh air once the boat leaves the polluted inner city.

The boat, going at 20 kilometers an hour, is slower than the high-speed boats so that tourists can take their time to admire the beautiful scenery, enjoy the dishes, chat and even sing fun songs.

When the boat arrives at the Can Gio ecotourism area, tourists can see first-hand the rich vegetation to understand why the area is referred to as the green lungs of the city.

Unesco recognized Can Gio Mangrove Forest as a biosphere reserve in 2001. Two years later the World Tourism Organization recognized the Vam Sat ecotourist site in the forest as one of the world’s 65 sustainable sites.

The tour’s first destination is Tang Bong Tower. You can climb up to the top of the 50-meter-high tower to get a great view over river and mangrove forest.

Then tourists visit the crocodile farm. A plastic boat surrounded by a metal net takes tourists around the farm so that they can try fishing for crocodiles, which would be a dangerous sport if not for the net around you.

You can also fish for smaller animals, namely crabs, or explore the fauna and flora in the surrounding forest.

Mangrove Forest Dam Doi is an area in the forest, famous for bats. Tourists take a small wooden boat to go through tranquil and green Dam Doi.

From afar, the roots of the old big mangrove trees look like miniature rock mountains. In Dam Doi, tourists can see huge bats, whose wingspan can be as much as one meter.

And for those who haven’t gone swimming, or better said, floating in the salty Dead Sea between Jordan, Israel and the West Bank as yet, here is their chance to have a similar experience.

Vam sat has pools with water so salty that people, no matter how heavy they are, will float on the surface. So don’t forget to take a newspaper so that you can read while swimming like in the famous image of the original Dead Sea.

In the afternoon, tourists return to HCMC with all their new impressions of the outlying district.

Address: Vam Sat Ecological Tourist, Ly Nhon Commune, Can Gio District, HCMC. Tel: (08) 889 4008.

SourceSaigon Times Daily

Mangrove Forests Can Gio Beach

Cleaning the Beach

Can Gio has a long beach. On Sunday it is full of HCMC bathers. On Monday morning, the quietude returns. I walked to the far end of the beach and slowly walked back. I watched this old lady emerge from a seaside house and walked carefully on the beach picking rubbish. Oh, I thought, this lady is very good. But soon I discovered that she was quite choosy. She didn't pick up the big plastic bottle in front of me. (Can Gio/HCMC,)

Vung Tau

In Vung Tau, een stad vijfenzestig kilometer ten zuidoosten van Ho Chi Minh-stad gelegen, schijnt elke dag de zon. Met zijn vele stranden is Vung Tau een aantrekkelijke badplaats voor de bewoners van Ho Chi Minh-stad. Veel buitenlandse toeristen kom je hier niet tegen. Vung Tau staat ook bekend om de vele goede visrestaurants. Daarnaast kun je hier elke dag van de week een kliniek voor traditionele geneeswijzen bezoeken, voor een behandeling met acupunctuur, een massage of om een speciaal samengesteld pakket medicinale planten te kopen. Een heus kuuroord dus voor ontspanning van lichaam en geest.In Vung Tau zijn drie speciale klinieken voor traditionele geneeswijzen. Hier kun je, zonder vooraf een afspraak te maken, gewoon binnenlopen. Dagelijks komen hier gemiddeld honderd mensen voor een consult en een behandeling. Een diagnose wordt gratis gesteld en voor een bedrag van minder dan een halve euro vindt de behandeling direct plaats.De kliniek ligt aan de openbare weg en heeft wat weg van een kleine apotheek. Achter een plastic tafel zit een wat oudere man in een witte jas. Hij blijkt de traditionele arts en hij spreekt een paar woorden Engels. Met handen en voeten kan ik mijn wens duidelijk maken: een kijkje nemen in de kliniek en vooral de speciale behandelingen. Een van zijn assistenten neemt me mee naar achteren. Er zijn zes kleine ruimten waar overal iemand wordt behandeld. De een ondergaat een stevige massage, de ander krijgt een behandeling met acupunctuur en een man ligt ontspannen op een bed en op de bovenzijde van zijn rug zijn wel twintig vacuüm gezogen glazen potjes gezet. De man die de behandeling uitvoert vertelt me dat het hier om Giác Hòi (letterlijk: ‘kwade lucht eruit halen’) gaat.


Nha Trang

A five-star tourist express train on the Saigon – Nha Trang tourist railway will kick off. This will be the first time a private company opens the train tourism service.

The company has built ten carriages equipped with five-star standard facilities. The train includes six carriages for passengers with 332 seats, a restaurant carriage, and a carriage for luggage (even cars for tourists).

The train runs twice a day, starting from Ho Chi Minh City at 6.15am and arrives in Nha Trang at 1.33pm. It returns from Nha Trang at 2.55pm to Saigon at 11.18pm.

There are three classes of seats, ranging from VND 220,000 to VND 450,000 a passenger. Tourists can buy tickets at 297 Pham Ngu Lao Street, district 1, Ho Chi Minh City or at 15B Thai Nguyen Street in Nha Trang city.

This is the first time the Vietnam Railway General Department has permitted a private company to open the rail tourist service.


Phu Quoc
Garden with a view
Phu Quoc Island, the largest in Vietnam

with a surface area of 56,800 hectares, has been named “A Far-East Pearl,” thanks not only to its specialties nuoc mam (fish sauce) and precires animals, but also tourist areas like Ham Ninh, Duong To, Suoi Tranh and Bai Dau.

Most notably is Coi Nguon, which is more than a garden. It is home to the valuable skeletons of big animals like cows, wild boars and crocodiles, as well as handicraft statues made from old tree roots, and specific animals of the island, including Phu Quoc dogs and eagles.

From handicraft statues

Understanding the higher demands of tourists visiting the island, Huynh Phuoc Hue, 38, owner of the garden, decided to invest in giant, ancient trees and employed workers to make statues like Jesus, Mitreya, mother and child, monkeys, and more. Last year, Hue opened a workshop to make sets of tables and chairs from tree roots in varires shapes.

Hue also saves a corner for selling souvenirs made from pearls and snail shell-like necklaces, handbags, and pictures, as well as the wooden statues that are placed around the garden.

Currently, his workshop has about 40 employees. Besides, residents on the island are ready to sell interesting and unique materials to Hue for him to make into souvenirs.

… to Phu Quoc dogs and eagles

Hue said that he now owns more than 100 Phu Quoc dogs, which are famous for the whirl on their backs and their intelligence. Each year, he has about 300 dogs for sale. Besides, he is also currently feeding 50 adult sea eagles, which are seen as accurate meteorological stations. People can listen to the different sounds of their cries in order to predict the weather.

The interesting Phu Quoc “museum,” with 10 skeletal collections of animals, hundreds of handicrafts made from tree roots, and Phu Quoc dogs, is waiting for tourists during the upcoming holidays.

Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!