Alsof ze nog nooit een meisje met een
draak op haar rug gezien hebben.

"hij verzorgt mij", roept ze, "en ik voed hem;
we hebben altijd veel plezier als de
zon in de avond rood dreigt te worden."

Ze is nog klein: haar vlechten huppelen
onervaren vrij over velden korenbloemen.
Ze weet nog niet dat mensen gretig
hout op de brandstapel leggen
als sprookjes verstoppertje spelen
met de werkelijkheid.

[Het draakje met de rode ogen, Astrid Lindgren]]

Inhoud