1: 'Ik had dit niet verwacht': de dood van de geadresseerde. Dit gedicht gaat over slecht nieuws, en meer nog, een slecht gevoel, een gevoel van spijt tegenover een geliefde. Enkel in dit eerste vers wordt echter nog een tweede feit aangehaald: de geliefde verlaat de spreker niet alleen door te sterven, maar er wordt ook een bedrog op seksueel vlak gesuggereerd.
'gretig': wijst enkel op deze tweede betekenis. De aangesprokene laat blijken dat er nog meer vrouwen zijn, maar dit zijn slechts ‘tekens’. Niets wordt uitgeproken. Deze betekenis is van minder belang in het gedicht: de dood staat centraal.7: 'ik was godin pur sang' : 'ik voelde mij als een godin bij jou, maar ook: ik heerste over jou, omdat ik steeds de meest onafhankelijke was'. Een nadruk wordt gelegd op 'was', want deze controle is verloren gegaan. De voormalige 'femme fatale' staat nu machteloos.
'sang': de ziekte van de mannelijke figuur impliceert een dagelijkse confrontatie met bloed. Bloed haalt hier ook een erotische sfeer aan.
'pur': de vrouw is de belichaming van het schone, zuivere, onschuldig en jonge; dit staat in sterk conrast met de man, die afgeleefd en moe is. De twee staan in verschillende fasen van hun leven: De vrouw moet nog aan haar leven beginnen, maar dit zonder de man, die afgeleefd is en aan het einde van zijn leven staat.8: ijzeren kooi: rolstoel
verlamd: gebonden aan de ziekte9: geen koning, maar een prins.
12: kist: verwijzing naar doodskist
spiegelen: de kist is bekleed met spiegels. Deze relatie is er een met vele gezichten, gezichten die steeds worden teruggekaatst voordat men ertoe kan doordingen.
'ons' fort: het delen in de ziekte en het verdriet; de geliefden waren één, vonden elkaar hierin terug13: uitkijktoren: de hoop om iets van elkaar te horen, het verlangen naar goed nieuws
14: geen prins op het witte paard, het paard is zwart: boodschapper van de dood, wiens 'stampen bevroor reeds tijdens de wacht': Het doodsbericht is al lang aanwezig, en de geliefden restte niet veel meer dan wachten tot het paard de prins zou meenemen; voor dit gebeurde, stierf echter de liefde uit.
19: Morpheus: verpersoonlijking van morfine. Deze heeft de zieke onherroepelijk in zijn greep.
22: Het wachten loopt op zijn einde; de tijd lijkt vlugger te gaan.Maar 'ik talm nog even aan je bed': het afscheid is zwaar. Nu ook 'met kloppend hart': vergelijk met eerste drie strofen, waaruit een relatieve rust sprak. Nu de tijd echter dringt, slaan de onrust en de angst toe.
24: Hij probeerde tegen het lot in te gaan, maar faalde uiteindelijk. Dit maakt hem eenzaam, want in zijn streven kan niemand hem bijstaan of begrijpen.
26: Prince= tweeduidig: het kenmerkende einde voor o.a. de rederijkers; een directe verwijzing naar hem die altijd al prins genoemd werd.
27: In deze strofe, die een directe aanspreking is, wordt nog een laatste onthulling gedaan, namelijk het gevoel, dat het thema van het gedicht vormt, wordt hier verwoord. Het eerste vers is een aanklacht: Hij liet niet veel los over zijn toestand. Maar zijn geliefde weet zonder woorden wat in hem omgaat. De 'onthulling' wordt voorzichtig uitgesproken, helemaal op het einde.
29: Met 'beeltenis' wordt terugverwezen naar de spiegel (12). Nu wordt echter uitgesproken dat deze 'ondoordringbaar' was. Wat zijn geliefde over hem wist, was slechts een raden. Uit deze laatste strofe spreekt een eerder moedeloos gevoel t.o.v. van de prins; ze toont de afstand aan die zich tussen de geliefden heeft ontwikkeld.
terug naar gedicht
terug naar inhoud