AUSTRALIA
WEEK 1
Het is nu zaterdagmiddag 12.45 en ik heb voor het eerst tijd gevonden om eens even een uitgebreid
mailtje te sturen uit Sydney, het IE (International Exchange Programmes) Office, waar je gratis (!!)
kunt internetten. Vandaar dus.
De afgelopen dagen hebben we (= de Travelactive groep van 16 personen) in een
jeugdherberg in Coogee Beach, Sydney gezeten. Vlakbij het strand, waar we alleen nog
niet echt gebruik van konden maken vanwege het slechte (nou ja...) weer. Nou ja, niet
echt slecht dus, want het is hier nu het midden van de winter maar overdag is het toch
best behaaglijk, zo'n 17 graden. Gisteren ging het alleen heel veel regenen, dat was wat
minder
. Ook zijn we (= Valentijn en ik en Jochem, een jongen die we in de Travel Active groep
ontmoet hebben) gisteren op zoek gegaan naar een baantje. En we hebben gelijk wat
gevonden. Maandag kunnen we beginnen voor een uitzendbureau te werken. Ons eerste
klusje is dan de Disney on Ice-rink uit elkaar te halen, daarna gaan we misschien in een
pakhuis werken, omdat het personeel dat daar nu werkt aan het staken is. Dit tweede
baantje zal waarschijnlijk zo'n $19 per uur gaan verdienen (1 Aussie dollar is fl.1,30 al
moet je wel over elke dollar die je verdient 29% belasting betalen als buitenlander...) Dit
gaat dus de goede kant uit. We gaan vandaag ook nog proberen om ander onderdak te
zoeken, dichterbij het centrum. Een appartementje zou helemaal mooi zijn voor een
maand ofzo, omdat dat goedkoper is dan een maand in een jeugdherberg.
Alle verhalen die ik thuis over de Aussies had gehoord zijn inderdaad wel waar, ze zijn
inderdaad heel easy going ('no worries mate!) en beginnen vaak spontaan tegen je aan te
praten als je ergens in een bus bent ofzo, of helemaal als ze 'pissed' in een kroeg zijn.
Valentijn en ik zijn helemaal niet van die echte uitgaanstypes, maar tot nu toe zijn >we
elke dag wel 's avonds uitgegaan in een bar dichtbij het hostel, waar alle Travel-Active
mensen zaten, ik ken ze nu ook wel allemaal, zelfs mensen van de andere groep. Ook in
de jeugdherberg gaat het erg makkelijk en relaxed. Ook natuurlijk omdat het allemaal
Nederlanders in een vreemd land op een avontuurlijke reis zijn...
Verder zijn onze plannen om in Sydney ongeveer een maand/anderhalf te blijven en te
gaan werken en daarna met de bus door naar het noorden te reizen. Onderweg gaan we
dan stoppen om wat fruitplukwerk ofzoiets te doen (dat kan nu niet, omdat de regen en
het koude weer van de afgelopen dagen alles overspoeld heeft). In de zomer is dat beter,
en je kan er veel verdienen als je er ervaren in wordt want je wordt vaak per basket
betaald. We plannen dan om ongeveer in oktober ofzo rond Cairns te zijn en daar in
ieder geval te gaan duiken. In nov/dec/jan is Cairns nl. niet zo'n goed gebied vanwege het
weer (40 graden en extreem vochtig) en de kwallen (dan wordt het hele strand afgesloten
voor de box jellyfish met tentakels die dodelijk kunnen zijn), die moeten we dus niet
hebben en daarom gaan we daar wat eerder heen.
Voordat we hier afgelopen dinsdag in Sydney aankwamen zijn we nog 1 dag in Bangkok
geweest met de Travelactive groep. Na de hele dag/nacht doorgevlogen te hebben
stapten we daar om 7 uur 's ochtends uit het vliegtuig en begonnen gelijk met de
rondleiding door een aardige gids, die helaas wel erg gebrekkig Engels sprak, maar
interessante dingen vertelde over de Thaise geschiedenis, economie en levenswijze. Ook
was hij erg geinteresseerd in Nederland, in het bijzonder hoe wij die polders leeggepompt
kregen. In Bangkok kregen we allemaal prachtige tempels te zien, heel kleurig met veel
goud en af en toe wat boeddhistische monniken, die een verbod hadden om met de
toeristen te praten. Verder was Bangkok erg smerig, vooral de lucht. Door het vele
verkeer was er een ongelooflijke hoeveelheid smog ontstaan die dag en nacht voor een
benauwde temperatuur van zo'n 35 graden zorgde, echt niet lekker weer. Ons hotel had
gelukkig een zwembad zodat we even af konden koelen, dat zwembad lag helaas wel
vlak naast een rivier (en rivieren staan gelijk aan open riolen in Bangkok...) De volgende
dag hebben we om 4.00 op moeten staan om het vliegtuig naar Sydney te kunnen halen.
Het was de eerste keer dat ik om die tijd aan een lekker Thais ontbijt met rijst, vis en
vlees zat... Eenmaal in Australie gekomen hebben we met de groep wat gegeten en
gedronken en nu zit ik hier al weer een half uurtje te typen. Ik denk dat ik dus maar
ophoud, gelukkig dat het niet al te druk is, er zijn maar 4 computers en als er wachtenden
waren had ik het wat korter moeten houden, je mag eigenlijk maar een kwartier mailen.
Ik zou het leuk vinden om ook wat Dutch e-mail te krijgen om me op de hoogte
houden!!!
Groeten van Joost
WEEK 2
Sinds de laatste email is er niet zo heel veel gebeurd, we hebben nu werk in zitten al een
beetje in een dagelijks ritme.
Vorige week maandag hebben we via een uitzendbureau ons eerste baantje gekregen:
Het uit elkaar halen van de Disney on Ice-ijsbaan in het Sydney Entertainment Centre. Dit
was erg zwaar werk en betaalde aardig (ongeveer een 10tje per uur). De bedoeling was
dat we met een hele grote zware ijzeren staaf eerst het ijs moesten breken, daarna met
een sneeuwschep het gebroken ijs in een kruiwagen laden, om vervolgens de zware
kruiwagen naar buiten te rijden en het ijs neer te gooien. Vooral het breken van het ijs
vereiste veel spierkracht en ik hield het niet erg lang vol.
De volgende dag kregen we via ditzelfde uitzendbureau gelijk een nieuw baantje
aangeboden, dat een stuk betere vooruitzichten had. In een pakhuis dichtbiij Sydney (=
drie kwartier met de trein) waren veel werknemers aan het staken, daarom konden er
veel backpackers worden aangetrokken om de vrijgekomen plaatsen op te vullen. Het
zou 19 dollar per uur betalen, maar daar gaat natuurlijk nog wel die ^%$ belasting van 29
procent vanaf. In ieder geval, wij wisten niet helemaal wat we moesten verwachten toen
we 's ochtends samen met allemaal andere (vooral Engelse en Ierse) backpackers op een
station in een buitenwijk door een bus werden opgehaald. In de bus werd uitgelegd dat
de stakers zich rond de ingang van het pakhuis gegroepeerd hadden en best wel boos
waren. We moesten de gordijnen voor de raampjes dicht doen en recht voor ons uit
kijken; niet provoceren. Dat deden we dus, en toen we door de ingangspoort reden
zagen we ze staan, er stond wat politie bij om ze een beetje in bedwang te houden, maar
ze kwamen op de bus af en begonnen er hard op te bonzen terwijl ze niet bijster aardige
woorden naar ons riepen. Een hele aparte ervaring die we de rest van de week nog wel
vaker mee zouden maken.
Het werk in dat pakhuis is niet zo heel moeilijk, ik heb het nu wel onder de knie. De
werkwijze is ongeveer alsvolgt: We krijgen een lang stickervel met allemaal stickers vol
produkten en nummers erop, dan moeten we met behulp van een soort karretje waar 2
houten pallets opgeladen kunnen worden (het lijkt een beetje op een niet overdekte
vorkheftruck) langs allemaal gangen vol opgestapelde dozen rijden en de juiste dozen met
produkten op de pallets stapelen. Als ze er allemaal opliggen moeten we ze op een
bepaalde plek wegzetten, enzovoort... Het is niet echt zwaar werk, de dozen zijn nooit
echt heel zwaar, maar wel een beetje eentonig. Maar ja, it's the money that counts....
Bovendien krijgen we ook elke dag een gratis lunch, die vooral bestaat uit vet warm eten,
als een soort extra service terwijl de staking voortduurt.
De andere mensen die nog werken in het pakhuis (behalve ons, de backpackers), zijn
vooral mensen die er nog niet zolang werken, en niet de behoefte hadden om te staken
(De stakers zijn vooral veteranen die het niet eens zijn met de nieuwe manier waarop het
pakhuis sinds kort gerund wordt). Het zijn veel buitenlanders, werkelijk de hele wereld is
er vertegenwoordigt, van Mexico tot Joegoslavie en van de Phillipijnen tot Turkije, maar
er werken ook aardig wat Aussies. Dat zijn allemaal van die typische Australische
werkmannen: groot, stevig, stoer maar met een hart van goud en ze zijn echt heel erg
aardig en belangstellend naar ons, Dutch Backpackers. Ze vragen ons het hemd van het
lijf over Nederland, over waar we heen gaan in Australie en nog veel meer... Heel erg
leuk is dat, ook onder de backpackers zijn er een paar hele aardige jongens, ze zijn wel
allemaal een paar jaar ouder dan wij, maar dat maakt ook niet echt veel uit.
Afgelopen vrijdag kwam er echter een abrupt einde aan ons werkdag-ritme dat we
eigenlijk wel ontwikkeld hadden na een paar dagen van opstaan om half zes 's ochtend en
's avonds ook weer vroeg naar bed (ja echt, het is belachelijk vroeg...). In ieder geval,
vrijdag stonden we dus weer op het station te wachten tot dat de bus ons op zou pikken,
maar toen kwam er een man van de security op ons af (we staan constant onder
bewaking, zowel op het station als in de bus als in het pakhuis...), die vertelde dat de
stakers zich nu gewapend hadden met metalen staven en dat ze in veel grotere getalen
(namelijk met de halve vakbond) op ons te wachten stond. Dat was dus iets te gevaarlijk
en ze besloten dat het niet verstandig was om ons daardoor heen te loodsen met de bus.
Terug naar huis dus..., we kregen als een soort service voor het komen wel voor 4 uur
uitbetaald.
De maandag daarna waren we benieuwd of het probleem nu opgelost was, we moesten
in ieder geval wel gewoon werken, toen we bij de poort aankwamen zagen we dat er een
gigantisch legioen politie verzameld was, echt ongeveer op elke staker 2 politieagenten
die de weg voor de bus vrijmaakten, een vrije doorgang dus! Wat wel heel erg jammer
is, is dat we de afgelopen twee dagen vanwege al die politie die voor ons op de been
gebracht moet worden, we al vroeg weer weg moeten (half twee ongeveer), omdat de
politie dan om een of andere reden ook weg moet. Zo schiet het natuurlijk helemaal niet
op met het salaris, want echt veel uurtjes maken we zo niet. Ik hoop dat daar nog een
oplossing voor wordt gevonden, want op zich ben ik erg tevreden met dit baantje.
Het is wel erg saai hier, de afgelopen twee weken, eigenlijk precies hetzelfde als een
baantje in Nederland, behalve dat we nu een gedeelte van het salaris moeten gebruiken
om zelf in ons onderhoud te kunnen voor eten en onderdak enzo... Het eten koken we
soms zelf, in alle jeugdherbergen is wel kookgelegenheid, maar ook zijn er heel veel
goedkopen eetgelegenheden waar je voor weinig geld (= ongeveer 5, 6 dollar) Aziatisch
kan eten en je hebt natuurlijk altijd de bekende fastfoodketens. Onderdak hebben we nu
voor 14 dollar per nacht vlak bij het Centraal Station, waar we elke ochtend om 6 uur de
trein moeten pakken, dus dat is ook niet echt duur. Toch valt het heel erg tegen wat we
zelf allemaal moeten betalen... We houden wel een bedrag over elke week om te sparen,
maar het is niet echt zo dat het geld binnenstroomt. Het geld dat we nu verdienen zal in
ieder geval wel gebruikt worden voor een duikcursus in het Barrier Reef, die we
waarschijnlijk in oktober gaan doen. Daar moet ik maar naar uitkijken als ik morgen
weer dozen ga stapelen....
week2
WEEK 3
Elke dag verloopt ongeveer hetzelfde nu. 's Ochtends worden we door de wekker op
een altijd verschillend, maar eveneens altijd onmogelijk tijdstip gewekt. Dan hebben we
een kwartiertje de tijd om snel onze kleren aan te trekken en wat andere dingen. Dit
allemaal in het donker want onze Nieuw Zeelandse roommate (Een jongen van een jaar
of 25 die bijna de hele dag weg is omdat hij in een pizza restaurant in Kings Cross werkt.
Hij komt thuis als wij slapen en wij gaan weg als hij nog slaapt, dus we zien hem eigenlijk
nooit) slaapt nog. Dan een minuut of 5 naar het Centraal Station lopen. 1 keer moest dit
in de stromende regen, dat was al helemaal een vreselijke start van de dag.
Je stapt om kwart voor 6 de deur uit en je kunt door alle regen de overkant bijna niet
meer zien, auto's scheuren voor bij en je springt opzij voor een halve vloedgolf aan water
je raakt, dan rennen naar het station en tegen elkaar zeggen: "Wat is dit k#t!!!".
Vervolgens op de trein naar Seven Hills, het kleine treinstation, zo'n 3 kwartier reizen
(meestal voor niets, aangezien het security-hekjes systeem nog niet werkt 's ochtends
vroeg, en aan controleurs in de trein doen ze niet in Sydney.... waarschijnlijk). Net even
wakker geworden door de kou van de buitenlucht die om je heen slaat, val je weer half in
slaap in de warme trein, om weer bruut gewekt te worden als het eindpunt Seven Hills
nadert. Daar staat de Shire Coaches bus al op je te wachten om je, na een kort ritje, je
dagelijkse portie entertainment te bezorgen tijdens het passeren van de 'picketline',
oftewel alle stakers langs de weg. Ze bonzen en schreeuwen en sommige krijgen het zelfs
voor elkaar om met hun blote handen een ster in een van de ruiten van de bus te slaan.
Binnen probeer je eerst een 'Crown' te bemachtigen, een soort karretje met twee uit
stekende vorken waar je pallets mee omhoog kan tillen, aangezien er niet genoeg snelle
'Crowns' voor iedereen zijn. Na je territorium afgebakend te hebben met een trui (anders
is je karretje zo weg), ga je in de kantine zitten voor een 'Morning Tea', maar na zo'n
minuut of 20 zal je je toch echt richting de 'control desk' moeten begeven, alwaar Wilson
Garcia je al lachend staat op te wachten met je eerste 'order' van de dag. Een order
bestaat uit een groot verticaal stickervel, met daarop onder andere de produktnaam en
de 'alley' waarin dit produkt te vinden is. Allereerst haal je een pallet uit de palletmachine
waar de dozen op kunnen, en dan begint je route. De A-alley bestaat vooral uit
hondenvoer, C is veel grote dozen drankjes, altijd zwaar tillen, G is veel wasmiddel, ook
zwaar, P is veel WC-Rollen en zakken met rijst of granen, en zo heeft elke alley wel iets
bijzonders, erg leuk is bijvoorbeeld het 'Broken' gedeelte van het pakhuis, aangezien je
hier alle produkten uit de dozen moet halen en op je pallet moet leggen, nooit zwaar tillen
dus. Rond 12 uur, half 1 is er een gratis lunch, vaak met het motto 'the fatter the better',
een aktie die na 3,5 week ophield, zodat we toen onze eigen broodjes mee moesten
nemen. Na de lunch nog eventjes werken (tot 1.30 meestal) en we kunnen dezelfde bus
weer in, door dezelfde picketline en dezelfde treinrit..., thuis gekomen heb ik meestal
geen fut meer om iets te ondernemen. 's Avonds koken we wat of gaan bij een fastfood
restaurant eten. Nee, dit is niet synoniem aan McDonalds, want er zijn ook veel
Aziatische restaurants (we zitten bijna in Chinatown) die je voor 5 dollar een lekkere
maaltijd kunnen voorschotelen.
Het weekend hebben we eveneens werkend doorgebracht, via Gavin van IEP hadden
we een telefoonnummer gekregen van ene Mick Holland, een man die het opzetten van
tentoonstellingen in het Sydney Exhibition Centre regelt. Na een kort telefoontje vertelde
hij ons dat we om half 8 verwacht werden. Dat was dus uitslapen tot 6.30, een echte luxe
voor ons. Met een McDonalds-pannekoekenontbijt achter de kiezen stapten we Hall 5
van het Exhibition Centre op de afgesproken tijd binnen. Daar kwamen we Maarten nog
tegen, ik had hem de voorafgaande week al ontmoet in het IEP kantoortje, maar
Valentijn zag hem nu voor het eerst in Australie. Het 'dag' in werkdag bleken ze (= de
organistors van Shell Scheme Constructions) nogal letterlijk te nemen, want we hebben
12 uur lang tapijten moeten leggen, planken moeten sjouwen en tentoonstelling-opzetters
(of hoe dat soort mensen ook heten) moeten assisteren. Haast duizelig van de honger
konden we om 8 uur 's avonds eindelijk de Internet-tentoonstelling in aanbouw verlaten
en daadwerkelijk gaan eten (waar ik sinds half 6 al aandacht...) Een maaltijd later, en een
Maarten armer kwamen we weer in het Alfred Park Hotel aan.
Dit hotel was inderdaad geen backpackers hostel. Het was een oud huis dat vroeger
voor een kapitein met 14 kinderen gebouwd was, maar nu dienst doet als
budget-accomodatie. Daarom lopen er niet alleen maar jonge reizigers rond, maar vind je
er allerlei soorten mensen, van oude(re) reizigers tot halve zwervers. Zo was er
bijvoorbeeld, naast de gebruikelijke backpackers uit bijvoorbeeld Nederland en Canada,
een groep Indiers, die praktisch hun hele dag doorbrachten met koken en het
voorbereiden daarvan, een veertiger (kaal, maar met staartje) die zijn hele leven al
reizend doorbracht en nu de hele dag op zijn bed lag met een borstinfectie, hij was echter
al plannen aan het maken voor een 6 jarige wereldreis, die hem ook door Nederland zou
moeten leiden. Een ander zonderling figuur was een man met baard en een soort
zwerverachtig uiterlijk die onder mij in het stapelbed sliep en nooit een woord zei, ook
was er nog een bijna bejaarde man die een soort nachtwakerfunctie in het hotel had en
constant iedereen in de keuken aan het lastigvallen was met ofwel zijn wijze raad ofwel
waarschuwingen dat we toch zeker wel de afwas moesten doen en alles moesten
opruimen. De leiding van het hotel lag in de handen van een Chinese man, 2 Chinese
vrouwen, een jonge jongen Glenn (die ons de eerste week te weinig voor onze kamer
gerekend had, daarom sliepen we de tweede week in een andere kamer, een
goedkopere want met meer personen), een nog jongere jongen die veel puisten had; hij
deed dit werk alleen maar als een soort van vakantie- of bijbaantje, toch deed hij zich af
en toe voor als de eigenaar van het hotel als hij gasten te woord stond, en verder nog de
manager, een wat oudere man die ik eigenlijk amper gezien heb.
Op zondag, de dag na het Exhibition Centre werk dus, lagen we eerst een aanzienlijke
tijd in bed, om ons opgebouwde slaapritme (vroeg naar bed en vroeg weer op) weer
helemaal in de war te schoppen. Daarna kwamen we tot de conclusie dat we toch wel
iets wilden doen. Na eerst wat boodschappen gedaan te hebben in de Market City, waar
op zondag eveneens een grote markt (de naam zegt het inderdaad al) met levensmiddelen
en kleding plaatsvond, werden Jochem en Valentijn het er over eens dat ze wel naar de
bioscoop wilden, ik voelde meer voor het Powerhouse Museum, waarover ik een
aantrekkelijk stukje in de Lonely Planet had gelezen.
Dit bleek een heel aardig museum te zijn, geschikt voor alle leeftijden. De
tentoonstellingen varieerden van Australische (aboriginal-)muziek via Indiase architectuur
tot de ontwikkeling van huishoudelijke apparaten over de afgelopen jaren. Na een paar
uur stond ik weer buiten in het grauwe weer en ging ik weer terug naar het hostel.