Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

AUSTRALIA
WEEK 7
Hallo allemaal Weer even tijd voor een email uit Australie, ditmaal uit Byron Bay, een mooi kustplaatsje dat het meest oosterlijke punt van Australie is. Nadat Valentijn en ik op maandag te horen kregen dat we niet meer in het pakhuis hoefden te werken, omdat alle stakers weer terug waren gekomen naar hun oude baan, begonnen we plannen te maken om Sydney nu echt te verlaten. We hebben immers behoorlijk wat gespaard, en elke dag op die belachelijke tijd op staan gaat ook snel vervelen, bovendien werd het eindelijk mooi weer en dus eindelijk tijd om eens lekker niks te gaan doen aan het strand. Op dinsdag haalde Valentijn zijn nieuwe paspoort en visum op, dus we waren helemaal klaar om te gaan. Voordat we woensdagavond vertrokken kwam ik in het station van Kings Cross nog een man tegen die op mij afgelopen kwam en vroeg of ik een backpacker was , na mijn bevestigende antwoord vroeg hij waar ik verbleef en of hij daar een berichtje over treinkaartjes die hij te koop had kon hangen. Ik heb hem ons hostel gewezen, terwijl we daarheen liepen vertelde hij dat hij een acteur was, en gelijk doorhad dat ik uit Nederland kwam, ook wist hij in een keer hoe hij mijn naam moest spellen toen ik me voorstelde (dat komt niet vaak voor). Ik vertelde dat Valentijn en ik die avond naar Byron Bay vertrokken, en hij vertelde dat hij 18 maanden daar gewoond had (hij had praktisch in heel Australie gewoond). Ik vroeg hem om wat tips en aanraders en Byron en omgeving en hij begonnen heel enthousiast een kaartje te tekenen en allerlei routes uit te stippelen. Toen vroeg hij aan valentijn en mij of we misschien zin hadden om wat te gaan drinken. Even later zaten we dus met een wildvreemde Australische acteur (hij had in verschillende redelijk beroemde Australische (cult-)films gespeeld, ook in Shakespeare toneelstukken) in een pub en hij vertelde heel interessant over al zijn belevenissen in Byron Bay en de rest van de oostkust.
Gewapend met 4 vellen vol tekeningen en tekst (en een gigantische rugzak) stapten Valentijn en ik na deze leuke ervaring in de bus die ons van Sydney in 14 uur naar Byron Bay zou brengen. De bus was redelijk comfortabel, al gingen de stoelen niet echt ver naar achter, zodat van slapen niet zoveel terecht kwam.
In Byron Bay aangekomen werden we door een stuk of 7 mensen opgewacht, allemaal met een kleurrijk bord in hun hand en proberend mensen te werven voor hun hostel. Wij kozen voor hostel the Bunkhouse, vanwege de goede verhalen die we in Sydney er al over gehoord hadden. Andere voordelen waren het gratis pannenkoeken ontbijt wat bij de prijs was inbegrepen en het $1,50 avondeten dat elke avond geserveerd werd. Na even uitgerust te hebben pakten we onze spullen en gingen naar het strand om onze eerste vakantiedag hier in Oz eens te vieren met een duik in de Pacific. Die duik viel behoorlijk fris uit, de zee was nog niet echt opgewarmd, het was nl. pas een paar dagen echt mooi weer. Ook de golven waren niet zo hoog, we hadden het er na een paar uurtjes wel weer gezien. Wel was het water mooi helder, en het strand op zich was ook mooi, helder water, en omgeven door bomen (geen palm-...) en bergen op de achtergrond.
's Middags hebben we een wandeling naar het meest oostelijke punt van Australie gemaakt, Cape Byron. Eerst moesten we een kort maar steil stukje door de bush (wel met een stenen pad uitgezet), waar we nog een tijdje naar een klein muisje hebben gekeken dat aan het eten was, en zelfs zo nieuwsgierig was dat het aan onze schoenen kwam snuffelen, ook dachten we nog een slang weg hebben te zien schieten. Aangekomen op Cape Byron, wandelden we over de rotsen en keken naar de zee in de hoop walvissen of dolfijnen te kunnen zien, beiden komen hier vaak voor. En ja hoor, we hadden geluk; na een tijdje turen konden we een stuk of 5 dolfijnen zien die de baai in gezwommen kwamen om te spelen of op zoek naar voedsel. Het was een heel mooi en fascinerend gezicht, soms maakten ze inderdaad van die mooie sprongen die je ze op TV en een idyllische ansichtkaarten ziet maken. Echt een hele mooie ervaring, ik hoop dat mijn foto goed gelukt is!
De volgende dag (vrijdag) zijn we met een tour meegegaan die ons regenwoud, watervallen en Nimbin (een klein dorpje) beloofde, plus gratis champagne. Deze tour kostte maar 15 dollar en werd vanuit het hostel geregeld, ongeveer 15 mensen gingen mee in een busje. De chauffeur/gids was een typische Australie surfboy, blond lang haar en stoere zwarte zonnebril, genaamd Andrew. Ook ging er nog een oudere jongere (hippie) van in de 40 mee met zijn gitaar, hij vermaakte ons met leuke meezing liedjes (de zgn. gouwe ouwen), zodat de stemming er steeds meer in kwam. De eerste stop was de Protestors Falls, die we bereikten na een kleine wandeling in een heus regenwoud. De zeker 20 meter hoge waterval had zijn naam gekregen door een groep milieubewuste mensen die het omkappen van het regenwoud in de omgeving voor akkerbouw in de jaren 70 na lang hevig (->ze bonden zich vast aan de bomen) geprotesteerd te hebben, inderdaad hun zin gekregen hadden, het regenwoud rond de waterval bleef staan (in tegenstelling tot veel ander woud hier in de omgeving). Op de weg naar de waterval kwamen we, terwijl we -gelukkig- in de 4WD zaten tot 2 keer toe nog een slang tegen die zich midden op de weg aan het opwarmen was in de zon. Beiden waren ze pythons (zgn. Carpet-pythons, ze kunnen wel bijten, maar hebben geen gif), eentje was er behoorlijk groot, zeker 2 meter. Andrew aarzelde geen moment en pakte die grote bij zijn staart terwijl hij riep 'Who wants to take a picture'? (Me!) De 2e stop was Nimbin, een heel bijzonder dorpje, dat eigenlijk maar uit een straat bestond, het lijkt alsof je in een betere wereld bent gestapt in die straat. Alle huizen zijn werkelijk prachtig beschilderd, alle mensen lopen zonder zorgen rond, en het is het ideale hippiedorp. Er waren veel Arts & Crafts-winkeltjes, waar je werk van lokale kunstenaars kon bekijken, vaak erg bijzonder en mooi werk. Er waren gelegenheden waar je soft-drugs kon kopen (de enige plaats in Australie waar het net zo als in Nederland door de vingers wordt gezien)., en ook een drugs education centre, waar alle goede dingen van de hennep-plant te zien waren (papier, kleding, medicijnen etc...). Het meest indrukwekkende was nog wel het lokale museum (entree door donatie), een geweldige ongeorganiseerde collage van allerlei ideele spreuken, authentieke gebruiksvoorwerpen van jaren geleden en veel mooie schilderingen, krantenknipsels over softdrugs, en veel levenswijsheden. Echt een heel oprecht gebeuren, heel mooi. Nimbin is echt het paradijs voor elke hippie, of voor iedereen die eens in een heel andere wereld wilde stappen, zelfs de supermarkt (vol ecologisch verantwoord voedsel) was een bezienswaardigheid.
Na dit bijzondere bezoek beeindigden we de dag in een pub wat verderop en gingen we voldaan weer terug naar Byron Bay. Byron Bay is trouwens ook nog een behoorlijk authentiek plaatsje, weliswaar niet zo vol met hippies als Nimbin, maar nog erg leuke en mooie winkels en ze hebben alle Amerikaanse fastfood-ketens tot nu toe buiten de deur weten te houden. In Byron wonen ook veel artiesten.
Verdere plannen? De kust verder verkennen naar het Noorden toe, met waarschijnlijk stops in Surfers Paradise, Noosa, Fraser Island, Childers, the Whitsunday Islands en Cairns. Maar dat horen jullie tegen die tijd nog wel.
Groeten van Joost.
WEEK 8
Niets zo frustrerend als anderhalve week gereisd te hebben, bijna elke dag wat nieuws en interessants gezien te hebben en maar een beperkte tijd hebben (it's the money that counts...) om het te vertellen. Maar ja...
Na de 2 geweldige dagen in Byron Bay waarover ik de vorige keer verteld had (1 dag dolfijnen 1 dag hippies) volgden twee beroerde dagen. Het weer ging van bewolkt naar nog bewolkter en van miezeren via regenen tot hoosbuien. Tja, wat doe je dan aan de kust? Wij wisten het niet en brachten de dagen in het hostel door met een beetje lezen, walkman luisteren en hopen op beter weer in Surfers Paradise. Dat werd namelijk onze volgende bestemming, het meest commercieel gexploiteerde kustdorp in heel Australie (misschien wel heel de wereld). Een waar paradijs van straten vol met souvenirwinkeltjes die allemaal dezelfde troep voor weinig geld aanbieden, nachtclubs, restaurants, hotels (zoveel dat als je het een beetje slecht treft de halve middag in de schaduw op het strand ligt omdat alle wolkenkrabber-hotels het zonlicht tegenhouden) en ook veel Amerikaanse fastfoodketens. Die ketens (Mc, KFC etc...) waren trouwens in Byron Bay helemaal niet te vinden, men wil namelijk dat Byron zijn eigen identiteit blijft behouden en daar passen die junkfood-ketens niet bij. Surfers was dus niet echt leuk, maar we gingen er gewoon een dagje heen om dat eens bevestigd te zien. Bovendien heeft het plaatsje natuurlijk wel een mooi strand... Behalve als het bewolkt is en er een koude wind staat... Dat was dus inderdaad het geval. Volgende plaatsje dan, de volgende dag. Brisbane. Een grote stad (de derde stad van Australie na Sydney en Melbourne), waar we alleen maar een middagje hebben doorgebracht omdat dat nu eenmaal zo uitkwam met de bustijden (we konden de rit die we wilden niet in 1 dag doen). Brisbane's centrum leek in dat ene middagje wat minder mooi dan dat van Sydney, we hebben eigenlijk alleen wat winkels bekeken en getennisd (gratis tennisbaan bij het hostel, wel op miniformaat, zodat het eerder op tafeltennis leek).
Volgende dag: In Byron hadden we gehoord dat er dichtbij Noosa (de plaats waar we heen wilden) een uniek bushcamp was opgezet, echt in de Australische bush door twee ex-backpackers, heel leuk scheen het te zijn. Hen belden we dus maar op, en inderdaad, in Byron hadden ze geen woord te veel gezegd. We zijn hier twee dagen gebleven en het was werkelijk een heel ander Australie dan tot we tot dan toe gezien hadden. Alleen die regen gooide weer roet in het eten bij de meeste activiteiten. In die ene dag en twee halve dagen die we er geweest zijn hebben we eigenlijk alleen maar een wandeling gemaakt, maar toch hebben we een goede indruk gekregen van Gagaju (de naam v/h bushcamp) en de omgeving (Cooloola National Park). Het bushcamp werd gerund door Greg en Trever, waarvan alleen Greg aanwezig was. Greg is een echte Australier (accent, mate, stoer) en hij is ongelooflijk bezorgd over het milieu en bewust van alle problemen. Na 6 jaar de wereld rondreizen zijn hij en die ene Trever dus, op het idee gekomen om midden in de bush met gerecycled hout (ze hebben geen boom omgekapt) een soort tentenkamp voor backpackers te bouwen. Dit is natuurlijk sowieso al uniek, maar ook was Greg heel erg bezorgd over de mens en het afval wat ze creeeren. Hij is ongelooflijk oprecht bezig met recyclen en afval scheiden en is daar heel serieus en actief in. Helaas waren Valentijn en ik het grootste deel van ons verblijf de enige gasten (en Greg's Finse vriendin Anneli), maar het was heel erg bijzonder om 's ochtends gewekt te worden door de kookaburra (Australische vogel die een heel bijzonder lachend geluid maakt), en ook om een echte koala in het wild te zien. Greg en Anneli hadden namelijk in 3 jaar bushcamp slechts 2 keer een koala gezien, en toen Valentijn en ik een wandelingetje gingen maken spotte Valentijn er eentje, nog geeneens zo hoog. De koala keek ons verbaasd aan en zat een stuk hoger in de boom toen we even later met Anneli en een paar andere backpackers nog een keer terug gingen om hem nog een keer te laten zien. Ook zaten er hier in dit moerassige gebied nog beesten als kangoeroes (een paar gezien op de terugweg naar Noosa), opossums, slangen, spinnen (de laatste 2 hielden een soort van winterslaap gelukkig) en heel veel bijzondere vogels.
Na deze nachten gingen we nog een dagje naar Noosa (het dichtstbijzijnde plaatsje bij dat bushcamp). Dit bleek het mooiste kustplaatsje tot nu toe te zijn: mooi schoon, mooi National Park en een hele lekkere zee om in te zwemmen (hoge golven). Ook was hier een beleid (vgl. Surfers) dat er geen 1 gebouw boven de boomgrens uit mag komen. 's Middags kwamen we in het Noosa National Park (vlakbij het stadje) nog een oude bekende van de Travel Active Groep tegen en ook nog 2 koala's. Al was dit laatste niet zo bijzonder als de koala in het wild. Het National Park was namelijk meer een soort van reservaat voor deze beestjes, al waren ze nog steeds wel wild (niet zo tam dat je ze kon aaien ofzo) De dag hierna zijn we naar Hervey Bay gegaan om daarvandaan op een 3 daagse 4WD-safari over Fraser Island te gaan (gebeurt overmorgen). Meer daarover later. Vandaag zijn we met een boot gaan whale-watchen. Hervey Bay is namelijk naar men zegt de beste plaats op aarde om dit te doen, omdat de walvissen niet op doortocht zijn, maar in de buurt van Hervey Bay aan het spelen zijn. Het was heel mooi, we hebben een paar keer walvissen van zeer dichtbij gezien, helaas maakten ze niet gigantisch spectaculaire duiken ofzo, toch was het heel mooi.
De tijd dringt, eigenlijk is er nog meer te vertellen, maar ik denk dat dat toch maar even moet wachten!
Groeten van Joost
en ik vind het nog steeds leuk om email te krijgen, ookal duurt het een beetje lang voordat ik evt. terug kan schrijven waarschijnlijk!
WEEK 9
FRASER ISLAND Dit is de plaats waar Valentijn en ik de afgelopen 3 dagen hebben doorgebracht. De dag voordat we er heen gingen hebben we eerst nog een Whale Watch Cruise gedaan voor de kust van Fraser Island. Dit is een hele goede plaats daarvoor omdat er veel walvissen (bultruggen) komen spelen op weg van de tropische wateren terug naar Antarctica. We zijn ongeveer 4 uur op zee geweest en hebben behoorlijk wat walvissen gezien. De meesten echter waren vrij ver weg, de boot mocht er ook maar op 100 meter afstand van blijven, maar de walvis mocht natuurlijk wel vrijwillig naar de boot toekomen. Dit deed er eentje omdat wij de aanwijzingen van de crew opvolgden en heel hard begonnen te schreeuwen en met onze armen te zwaaien, dit maakt ze nieuwsgierig en zo zwom er eentje onder de boot door en dook toen weer diep onder water, dit konden we dus op een paar meter afstand zien. Echt heel mooi. De meeste walvissen waren nog niet gigantische groot (ze kunnen 15 meter) worden, ze waren nog jong. Maar ook al konden we de meesten van een paar honderd meter ver zien, het was een hele mooie ervaring die zijn geld zeker waard was. 2 dagen later gingen we naar Fraser Island.
Het eiland ligt vlak voor de kust van Hervey Bay en is het grootste zandeiland ter wereld. In Hervey Bay (een klein onbenullig plaatsje dat alleen maar bestaansrecht heeft omdat het zo dicht bij Fraser Island ligt) worden allerlei verschilledne Fraser-safari's georganiseerd. De meesten zijn 3 dagen, 2 nachten met een gehuurde 4WD (de enige manier om op een zandeiland vooruit te komen) en alle campingspullen krijg je dan mee. Zo ook met de tour die Valentijn en ik geboekt hadden. We werden ingedeeld in een groep met 11 personen en kregen de middag voordat we weggingen allerlei instructies over veilig rijden en andere nuttige dingen. Er ging dus inderdaad geen gids ofzo mee, we moesten het allemaal zelf doen. De terreinwagen mocht je pas berijden als je 21 was, dus ik kwam sowieso al niet in aanmerking (ook al had ik een rijbewijs), maar het is dus behoorlijk moeilijk om zo'n wagen door zand en op het strand te besturen. Verdere gevaren konden zijn "wash-outs" op het strand; vrij diepe zoetwater kreken die naar zee stroomden, waar je door heen moest rijden; dingo's, deze wilde honden waren er in overvloed en als ze de kans krijgen jatten ze alles van mensen, van schoenen tot eten en vuilnis, nooit rommel laten slingeren dus, en ook in de zee kon je niet zwemmen op Fraser, vanwege het grote gevaar voor "shark-attacks". Aan ander zwemwater was geen gebrek, het eiland lag vol met schitterende zoetwatermeren. Dit zoete water kwam uit bronnen onder de grond en was zo helder als Evian-water, het zicht in die meren was vaak heel erg goed en je kon terwijl je aan het zwemmen was gewoon je mond opendoen en je dorst lessen. Echt waar, bronwater, ze verkochten zelfs water uit het meer direct in flessen! Behalve alle meren was er vooral een hoop zand te vinden (het was immers het grootste...etc), duinen en strand, en ook regenwoud, hoe gek dat ook mag klinken (op het zand). Het halve eiland was trouwens World Heritage Area (een soort National Park, maar dan wereldwijd, net zoals bv. Grand Canyon) en niet toegankelijk voor 4WD's. De flora was dus heel bijzonder, de fauna ook, maar die was er niet in overvloed. Er waren veel vervelende mosquitos en sandflies, goanna's (= grote hagedissen, leguanen), kookaburra's (= vogels) en dus de dingo's. Die een neus hadden voor mensen; elke avond als we een kampvuur maakten en gingen eten kwamen er al gauw dingo's die ons van een afstandje in de gaten hielden (ze durfden niets te doen, ze zijn wel roofdieren, maar ze zijn heel bang voor (veel) mensen).
Verder plaatsen die de moeite waard waren op Fraser waren bijvoorbeeld het Maheno Shipwreck, een scheepswrak dat meer dan 60 jaar geleden tijdens een cycloon voor de kust was aangespoeld. Nu was het verroest en kon je er op eigen risico op gaan lopen en foto's maken en zo. Mooie rotsen en mooie duinen waren er ook volop, en we hebben dus in verschillende zoetwatermeren gezwommen, waarvan Lake MacKenzie toch wel het mooiste was (helder!). Wat de tour verder zo leuk maakte was dat we het ongelooflijk getroffen hadden met onze 11 man/vrouw sterke groep. Deze groep, waarbij je gewoon willekeurig ingedeeld wordt, kan je safari natuurlijk maken of breken. Bij ons was het zeker het eerste want we konden heel goed met elkaar opschieten; hij bestond uit Valentijn en mij dus, 2 Deense meisjes, 3 Oostenrijkse jongens, een Tsjechisch paar en 2 Nederlandse meiden. Vooral met die laatste 2 konden we heel erg goed opschieten. Ze heetten Michele en Lieke en kwamen uit Utrecht, ze waren 26 en 27, en alleen maar op vakantie hier in Oz. Vooral Lieke (ze was een stewardess bij KLM en had (dus) al bijna de hele wereld goedkoop gezien) was heel erg spontaan en de echte sfeermaker in de groep. Na 3 dagen kenden we iedereen (en dan vooral Lieke en Michele) heel goed, en met hen hebben we dan ook (email-)adressen uitgewisseld en Lieke had ons beloofd om foto's op te sturen van Fraser, wij hebben hun beloofd om een brief/email te schrijven. Ook had ze ons nu al uitgenodigd om volgend jaar na Australie een keer naar Utrecht te komen om te gaan eten en foto's van ons te gaan kijken. Echt heel aardig dus, net zoals de rest trouwens. We hebben maar weer eens geluk gehad, zelfs het weer was best aardig; ik was tenminste al lang blij dat het niet hard geregend heeft. Het weer is hier nog steeds elke dag verschillend, maar de laatste dagen toch vaker heet en zonnig dan bewolkt.
Nieuwe plannen zijn weer in de richting van werken. Ja het moet maar weer, we hebben gisteren naar een hostel in Childers opgebeld of daar fruitpluk werk in de buurt te doen was, en dat was er. Ze vroegen wel al door de telefoon of we een "strong back" hadden, dus dat beloofd wat. Ik zorg in ieder geval wel dat ik voor die paar weken niet mijn rug verpest, als het te zwaar is ben ik zo weer weg, want we zitten nog niet te springen om geld. Maar ja, je hebt het nodig, het is eigenlijk het enige waar je je het hele jaar zorgen over moet maken. Voor de rest is het toch No Worries, mate...
Groeten van Joost