AUSTRALIA
Week 10 & 11
Na een zeer lange tijd geen zeer lange emails geschreven meer te hebben heb ik nu eindelijk maar weer
eens de tijd (en het geld) genomen om dat te doen. We hebben in de laatste 3 weken namelijk niet
echt bijzonder veel meegemaakt omdat we ruim 2 weken in Childers gewerkt hebben. Childers is een
verschrikkelijk klein gehucht zo'n 40 km. van Fraser Island af, en de enige reden dat er een hostel staat
en dat er uberhaupt backpackers komen is omdat er veel werk te vinden is, bijna het hele jaar door.
Het fabeltje van veel backpackers "We konden geen werk vinden in Queensland" gaat dus ook niet
op, want wij belden naar het hostel en 2 dagen later konden we beginnen met werken. Het werk is
vooral fruitplukwerk, of iets gelijksoortigs. Valentijn en ik hebben 2 weken lang tomatenplanten
moeten 'prunen' (de vertaling is iets van snoeien; we moesten bepaalde nieuwe takjes van de planten
afhalen). Hiermee probeerden we onze reispot (die gelukkig nog lang niet leeg is) weer een beetje te
spekken. Dat is Valentijn aanzienlijk beter gelukt dan mij, omdat ik zo'n 2,5 dollar minder bruto per
uur verdiende omdat ik in het onfortuinlijke jaar 1980 geboren ben en de lonen per leeftijd(sjaar)
gingen.
Het werk was gelukkig niet bijzonder zwaar, lichamelijk dan, maar reken maar dat 8 (soms 9,
soms 7) uur lang in de brandende, tropische zon de hele dag hetzelfde lopen doen niet echt plezierig is.
Een walkman bracht daarbij soms nog enige verlichting, maar wat was ik elke dag blij als het busje van
ons hostel weer langs de velden geparkeerd stond om ons -stinkend, vuil en roodgekleurd door de
grond- weer naar het hostel bracht en ik daar een douche kon nemen. Het hostel was, op het toch
ietwat vervelde detail dat we $90 per week voor een 22persoonskamer moesten ophoesten, wel erg
leuk, vooral vanwege de hele aardige mensen die we daar ontmoet hebben. Omdat er in zo'n gat als
Childers niets anders te doen was (alleen bier drinken + fruitplukken) maakte je nog sneller dan anders
contact met medebackpackers om samen over het werk te gaan klagen. In het hostel waren vooral
veel Engelsen (zoals overal in Australie), maar ook heel veel Nederlanders (vooral meisjes), Japanners
en Koreanen. Vooral met de Japanners (de vrouwelijke versie daarvan) ben ik heel veel omgegaan en
de vooroordelen die ik toch wel een heel klein beetje had (ze lachen om alles, maken alleen maar
foto's en kunnen geen Engels, etc...) zijn helemaal verdwenen. Ik heb 3 echt heel aardige meisjes leren
kennen, en zij waren echt ongelooflijk vriendelijk. Natuurlijk is er nog steeds wel een taalprobleempje
(Engels blijft moeilijk voor ze), maar een aantal zocht vaak contact met de Nederlanders enzo (ipv de
hele tijd onder elkaar Japans blijven praten). Ook zijn we veel met een groepje Nederlandse meisjes
omgegaan, maar de Japanners waren toch echt heel aardig. Er zijn weer een paar nieuwe
email-contacten onstaan...
Na 2 lange, lange weken vol aftellen naar de dag dat we eindelijk weg
konden zijn we afgelopen zaterdagavond op de bus van Childers naar Airlie Beach gestapt om nu aan
zo'n 7 weken vakantie te gaan beginnen (yes!). 12 uur lang in de bus zitten was een offer dat ik daar
graag voor overhad (de afstanden in Australie zijn echt gigantisch, het blijft verbazingwekkend...).
Airlie Beach is een zeer klein en zeer toeristisch dorpje dat vooral bestaansrecht heeft vanwege de 74
eilanden die voor de kust liggen: de Whitsunday Islands. Dit zijn vooral onbewoonde (op sommigen
kun je camperen dan wel in een $1000 per nacht resort verblijven), beboste eilandjes met schitterende
stranden. De ideale manier om deze eilanden te ontdekken is met een zeiltocht, daarom zijn er ook
talloze touroperators te vinden die talloze tochten aanbieden. Wij hadden er in Byron Bay al 1 geboekt
dus we konden de dag erna gelijk opstappen.
Na 's avonds eerst nog Hiroko, een van de zeer aardige
Japanse meisjes uit Childers voor de 2e keer ontmoet te hebben (dit hadden we van te voren
afgesproken), gingen we de volgende dag met 12 personen, een schipper en een 'deckhand' aanboord
konden we gaan genieten van de eilanden. De 1e dag werd grotendeels in beslag genomen door het er
na toe varen en 's avonds wat 'fishies' voeren en naar een pub wandelen (heel veel grote vleermuizen
gezien), 's avonds wat onder de sterren praten op de boot. Maar de dag erna begon het echte werk; 's
ochtende voeren we naar Whitehaven Beach, door een strandonderzoekscommissie (mooi woord)
verkozen als mooiste strand van Australie en op 6-na mooiste strand van de wereld, dat wil dus wel
wat zeggen en dat was ook zo. Het zand was praktisch wit, de zee praktisch doorzichtig aan de
branding en hemelsblauw naarmate hij dieper werd. De groene bomen (geen palm-) en rotsen maakten
het idyllische plaatje af. Hier hebben we een paar uur zwemmend en genietend doorgebracht.
Vervolgens door naar een kalm stukje zee een paar eilandjes verder op, waar koraalriffen groeien.
Daar konden we gaan snorkelen en ook dit was echt onbeschrijflijk mooi. Het leek alsof je
rechtstreeks in een Cousteau film gestapt was toen je de papegaaivissen en talloze kleinere visjes om je
heen zag zwemmen. Wat brood in het water gooien maakten het nog spectaculairder omdat je toen
omgeven was door tientallen vissen. Echt heel mooi, en dit was nog eens het Great Barrier Reef en we
waren nog geeneens diep, laat staan wat ons nog te wachten staat volgende week als we aan de
duikcursus in Townsville gaan beginnen... De 3e dag was, vanwege het slechte weer, het minste
aangezien onze 2e snorkeltrip niet door kon gaan (te wilde zee) en bijna iedereen zeeziek werd door
de grote golven (ik & Valentijn (die helaas zijn pas gegeten ontbijt niet binnen wist te houden) inclusief.
Maar later werd de zee gelukkig weer rustiger en konden we aan land stappen, dit was zo'n 2 uur
geleden, een recentere email kan dus bijna niet... Tot de volgende mail!
Groeten van Joost
Week 12
Vandaag (20/10) zijn we in Cairns aangekomen, zover als onze buspas ons kon brengen vanuit
Sydney. Van hieruit gaan we de omgeving eens grondig bekijken (vooral veel ongelooflijk mooie
regenwouden en natuurlijk nog steeds het Great Barrier Reef). We reizen nu al weer bijna 3 weken en
na Airlie Beach (het laatste bericht) hebben we al weer veel te veel gezien om in 1 uur Internetten
(eindelijk, we zijn weer in een grote stad, waar emailen niet zo duur is...) samentevatten. Een poging:
Van Airlie Beach naar Townsville, we naderden het tropische Noorden van Australie en dat was te
merken toen we uit de bus stapten; de benauwde hitte sloeg om ons heen. Gelukkig zijn de meeste
gebouwen er via airconditioning op berekend.
Vanuit Townsville zijn we de duikcursus op het Great
Barrier Reef gaan doen, een must nu we toch bij het grootste (en mooiste?) rif ter wereld zijn. We
hadden de cursus al ruim van te voren geboekt omdat we een goede aanbieding konden krijgen,
bovendien is Townsville een stuk goedkoper dan Cairns (wat een echte toeristenstad is). Bovendien
kregen we er zelfs ook nog allerlei leuke, maar verder nutteloze dingen als een t-shirt, een sightseeing
door Townsville en een gratis biertje voor. De eerste 2 dagen bestonden uit theorie, die we eerst zelf
thuis (=hostel) moesten doornemen (een hele hoop huiswerk) en die daarna door een video, instructeur
en een test nog een keer doorgenomen werd. De middag brachten we in het zwembad door, waar we
de nodige oefeningen deden (wat te doen als je masker afvalt etc...). We hadden veel theorie door
moeten nemen, en als je eenmaal daar in het water bent met al je spullen om, moet je aan veel dingen
tegelijk denken. Het is op zich niet moeilijk, maar soms raakte ik toch nog een beetje in de war, het is
natuurlijk toch wel heel iets bijzonders; zo'n drie kwartier lang onder water blijven! Op de 3e dag zijn
we met de groep van 12 mensen, 2 instructeurs en een schipper naar het buitenste deel van het rif
gevaren, een tocht van zo'n 6 uur, over een vrije ruwe zee. Het valt dus al wel weer te raden... een
aantal mensen werd weer zeeziek, gelukkig had ik er ervaring mee en bracht zoveel mogelijk tijd op
het dek door om maar genoeg frisse lucht te krijgen. Geen problemen dus... 's Middags konden we
dan aan het echte duiken beginnen, we deden eerst nog wat oefeningen op de bodem van de zee (zo'n
10 meter) en daarna zwommen we rond om de 'fishies' te bekijken. Een van die 'fishies' op de tweede
duik, enige tijd later, was een kleine haai... Leuk! Maar ik was niet bang, we waren van te voren goed
ingelicht over alles wat in de zee zwemt (zolang je niet provoceert is alles vredelievend, zo ook deze
Reef Shark).
Na een nachtje schommelen voeren we de volgende ochtend door naar een ander rif,
waar we overdag 2 duiken onder begeleiding deden (weer wat kleine oefeningen en daarna de koralen
en de vissen bekijken). Een barracuda en een pijlstaartrog waren de oogst van deze dag. 's Middags
zouden we voor het eerst alleen (= met je buddy (=Valentijn)) mogen gaan duiken, maar de stroming
was zo sterk dat we het niet aandurfden, helemaal niet toen 2 Canadezen die het wel durfden met een
rubberbootje moesten worden opgepikt omdat ze te ver waren gedreven. 's Avonds was de stroming
een stuk minder (dit had met eb/vloed te maken) en konden we ons op gaan maken voor onze
nachtduik. Natuurlijk wel met Alex, de instructeur. Dit was heel erg mooi, wel een beetje eng
natuurlijk, terwijl het pikdonker is het water inspringen, maar erg rustgevend. Op deze duik hebben we
een octopus gezien, die zich perfect gecamoufleerd had op het koraal. De volgende ochtend al heel
vroeg trokken we voor de 6e keer onze duikspullen (wetsuit, masker, snorkel, regulator (voor de
lucht), BCD (=vest waar je lucht in kan blazen om zo te kunnen blijven drijven), gewichten en luchtfles)
aan om midden op zee bij het Yongala Wreck te gaan duiken, een scheepswrak dat zo'n 80 jaar
geleden gezonken is en nu bewoond wordt door allerlei koralen en vissen. Wij hebben in 2 duiken echt
hele mooie dingen gezien, zoals zeeslangen en talloze ander tropische vissen, van groot tot klein... Een
hele leuke tijd, maar helaas het is 21.00, Internet gaat sluiten. Volgende keer meer...
Groeten!
Joost
Week 13
Na de vorige keer opeens te moeten stoppen is hier het vervolg van die email. De duikcursus hadden
we dus met succes afgerond en 's avonds gingen we dit nog even vieren met de gehele duikgroep plus
instructeur. Alex, die instructeur, vermaakte ons met veel verhalen over wat hij tot nu toe in zijn leven
op zee al had meegemaakt; achtervolgd door haaien etc... Heel interessant was dat. Ook had hij
vroeger op Magnetic Island gewoond en daar in 'Shark World' gewerkt, een groot aquarium. Op de
plaats waar dit vroeger stond staat nu een hostel (aan het strand) en hij raadde ons heel erg aan om
daar heen te gaan. Wij waren toch al van plan om naar Maggie Island (= local term) te gaan, dus de
volgende dag deden we dat dan ook maar gelijk.
Op het kleine eiland, een paar km voor de kust van
Townsville wonen zo'n 2000 mensen, zodat het eigenlijk een kleine buitenwijk van de stad is. De zon
schijnt er gemiddeld zo'n 320 dagen per jaar (zo gaat de slogan ter promotie van het eiland), maar wij
hadden natuurlijk weer 1 dag regen (de regen achtervolgt ons toch nog steeds...). Op Magnetic Island
hebben we vooral een beetje gerelaxt, lekker tussen 2 palmbomen in aan het strand een boek lezen,
een beetje zwemmen, snorkelen (er was een klein rif bij het strand van het hostel) enzo... We sliepen in
een gigantisch grote wigwam, het enige nadeel daarvan was dat Valentijn 's nachts ziek was geworden
door de tocht die daaronder door kwam. De enige inspanning die we gedaan hebben is een
'koala-walk' in de brandende zon, helaas zonder koala's gezien te hebben... Mission Beach was het
volgende paradijselijke kustplaatsje dat we aandeden (we zijn echt verwend met al die mooie dingen
achter elkaar, we zien het mooie soms amper meer...).
Hier verbleven we werkelijk in het allermooiste
hostel tot nu toe; een YHA midden in het regenwoud en volledig van hout gebouwd. In de wijde
omtrek was er geen winkel of huis te vinden en binnen in heerste er een hele relaxte sfeer. Mensen
kwamen hier binnen en bleven gewoon een paar dagen niets doen, alleen van het hostel genieten, dat
kon ook makkelijk met het zwembad, regenwoud, hangmatten en de tafeltennistafel, waar Valentijn en
ik veelvuldig gebruik van hebben gemaakt. Ook hier hebben we weer slechts 1 inspanning gedaan;
weer een wandeling langs de idyllische stranden en door regenwoud. Helaas geen casuarissen gezien
(grote, zeldzame, niet-vliegende vogels), maar wel een wallaby. Via Magnetic Island en Mission Beach
kwam zo onze eindbestemming van de Oostkust na 3 maanden in zicht: Cairns. We kwamen hier in
Cairns een paar dagen geleden aan om hier zo'n 1,5 week te blijven en wat van de schitterende
omgeving (veel regenwoud) te genieten. Op het busstation werden we door 3 over-enthousiaste
hosteleigenaars opgewacht die ons alledrie verzekerden dat hun hostel de plaats was waar wij de nacht
door moesten brengen. Uiteindelijk zijn we er met 1-tje meegegaan die ons even buiten het centrum
naar 'Tropic Days', zijn hostel bracht. Het bleek een hele goede keus te zijn, het hostel is, in
tegenstelling tot de meeste (party-)hostels in Cairns een heel erg vriendelijk en gezellig hostel te zijn,
dat door hem (Gabriel) en zijn vrouw gerund wordt. Hij was tevens een tourguide en een hele goede
prater, die combinatie maakte dat we gisteren en eergisteren met hem en een groep andere
backpackers op een tour door de Atherton Tablelands zijn gegaan, een gebied ten Westen van Cairns
met veel natuur (en weer regenwouden). Het is iets waar we geen spijt van hebben gekregen, behalve
heel erg grappig en aardig was Gabriel namelijk ook nog eens een hele informatieve en ook een hele
goede tourguide (zoals bleek toen hij een tree-kangaroo op een aanzienlijke afstand in de boom
spotte).
's Avonds verbleven we in een klein hostel, in the middle of nowhere, dit werd gerund door een
Nederlands meisje, Kristy, die net zoals ik ook op een Working Holiday Visum Australie binnen is
gekomen, maar nu niet meer weg wil... Zo kan het dus ook gaan, ik wil voorlopig ook nog niet weg,
maar na een jaar zou ik het toch niet zo verschrikkelijk erg vinden waarschijnlijk...
Groeten van Joost.
Week 13
Even een kleine update voordat we op 1 november Australie tijdelijk gaan verruilen voor Nieuw
Zeeland, dat toch nog zo'n 6 uur vliegen is van hier af (Cairns -> Auckland).
De afgelopen dagen hebben we vooral veel, heel veel geld uitgegeven. Gelukkig niet aan ons helemaal
klem zuipen zoals een groot gedeelte andere backpackers hier in party place no. 1 Cairns, maar aan
tours door de omgeving.
Na de Atherton Tablelands hebben we een dagtour met een zeilboot naar het Great Barrier Reef voor
de kust van Cairns gedaan. Deze hadden we al een hele tijd geleden geboekt en was op zich heel erg
leuk (een hele mooie boot, die jaren geleden in de film 'The Blue Lagoon' is gebruikt) en mooi, maar
vergeleken met wat we tot nu toe al met onze duikcursus gezien hadden viel hij toch een klein beetje
tegen (de kleuren van het koraal, de hoeveelheid vissen was niet waar we op gehoopt hadden). Wat
echter alles goed maakte was de dolfijn die ons op de weg terug naar Cairns vergezelde. Hij zwom
een behoorlijk aantal minuten aan de voorkant van de boot met ons mee en draaide zich verscheidene
malen om op zijn rug om ons eens goed te bekijken. Een perfect moment om foto's te maken en in
ieder geval iets om altijd te blijven herinneren....
Een paar dagen daarna met een tourtje naar Cape Tribulation gegaan, een plek zo'n 4-5 uur rijden ten
Noorden van Cairns. 'Where the Rainforest meets the Reef' is de slogan die voor Cape Trib gebruikt
wordt. En zo is het maar net, al was de plaats waar dit gebeurde (m.a.w.: het strand) zeker niet
bijzonder mooi (maar ja, we zijn ook wel verwend de afgelopen tijd met de meest idyllische
ansichtkaart-stranden). Het regenwoud (Daintree Rainforest) was daarentegen wel heel bijzonder; het
oudste ter wereld, met verschillende soorten planten waar de dinosaurussen nog tussen gelopen
hebben. Aangekomen in Cape Tribulation hebben we een beetje gerelaxd in het zwembad (een
noodzakelijk iets hier in Tropical North Queensland, op een normale dag hier druipt het zweet echt
met druppeltjes van ons lichaam).
De volgende dag hebben we wat van de omgeving gezien door middel van een 'guided
rainforest-walk'. Die gids was leuk voor alle leuke anecdotes/informatie, bovendien leidde hij ons
buiten de paden en zelf door een regenwoud wandelen brengt altijd wat risico's met zich mee (er zijn
mensen permanent verdwaald geraakt...). De wandeling was heel interessant, veel geleerd over de
omgeving enzo, maar helaas geen noemenswaardige wilde dieren gezien. Wel werden we op het laatst
naar een mooi plekje in het woud geleidt: een kleine waterval waar we in konden zwemmen (het
meertje daaronder). Dat was nou net wat de meesten nodig hadden en het was behoorlijk verfrissend.
De volgende dag, in ons hostel, dat midden in het regenwoud lag, hebben we eindelijk een cassowary
(=casuaris=een soort struisvogel) in het wild gezien, en wel gewoon op het terrein van het hostel. En
wij maar kijken de dagen daarvoor midden in het regenwoud... Het was in ieder geval wel heel
bijzonder, want er zijn er nog maar 50 a 60 overgebleven in dit gebied. Een ander imposant beest was
de reusachtige spin die zijn web in de mannen-WC had gesponnen en elke dag een paar grote kevers
verorberde, gelukkig was hij voor kevers een stuk gevaarlijker dan voor mensen, maar apart was het
wel...
Teruggekomen in Cairns liepen we tegen een oude bekende van onze Travel Active groep uit Sydney
aan, hij vertelde ons over ZIJN reeftrip die zo ongelooflijk mooi was en eigenlijk veel beter dan die wij
al gedaan hadden. Wij waren namelijk met een (vrij langzame) zeilboot naar het rif gezeild terwijl hij
met een of andere supersonische cruiser naar het buitenste deel van het rif was gevaren en daar veel
mooier zicht had en meer vissen zag. Wij dachten even na en kwamen tot de conclusie: OK, het kost
wel weer geld, maar als wij niet het buitenste deel van het grootste rif ter wereld gaan zien hebben we
daar misschien wel eeuwig spijt van, dus we gaan er voor. Dit is dus wat we vandaag gedaan hebben
en het is inderdaad zeker niet tegengevallen. Valentijn heeft zelfs nog 2 duiken gedaan, ik heb alleen
maar gesnorkeld (je ziet praktisch even veel met snorkelen als met duiken, het mooiste koraal is
immers maar op een paar meter diepte), en met snorkelen kun je door middel van je adem in te
houden en als een bezetene naar beneden te flipperen ook behoorlijk diep komen (ik ben zeker tot 10
meter gekomen). Behalve het prachtige koraal (het was inderdaad het mooiste dat we tot nu toe gezien
hebben, veel kleuren!) hebben we als bijzondere dieren nog een schildpad en een reefshark (haai)
gezien. Erg leuk...
Ook in Nieuw Zeeland zal het wel weer snel gaan met het geld (we zijn er immers maar heel kort en
willen toch wat van het land zien...), maar gelukkig gaan we daar na heel lang in Melbourne ons budget
weer een beetje op peil proberen te krijgen.
Groeten van Joost.
Week 14
Nieuw Zeeland.
18 dagen zijn omgevlogen... Nog maar 10 te gaan. We kunnen in ieder geval niet zeggen dat we tot nu
toe niet veel van Nieuw Zeeland hebben gezien. Want na op 1 november van Cairns naar Auckland,
Nieuw Zeeland te zijn gevlogen zijn we bijna elke dag bezig geweest.
Allereerst hebben we ons in Auckland afgevraagd hoe we Nieuw Zeeland wilden gaan bekijken, we
kwamen tot de conclusie dat we dit met de 'Magic Bus' wilden gaan doen, een bus op zgn. 'free and
independent minded travellers' georienteerd. Hier gingen veel backpackers met weinig tijd (zoals wij)
het land mee bekijken, en dit leek ons een hele goede optie, je kon nl. op en afstappen waar je wilt,
zelf kiezen dus hoe lang je ergens blijft, en bovendien geven de buschauffeurs interessant commentaar
en nemen ze je mee naar de mooiste plekjes van het land.
Na eerst 2 dagen in Auckland doorgebracht te hebben, zijn we eerst naar het uiterste Noorden gegaan
(dit was nog niet met de Magic bus, maar met een gewone express-bus) en hebben daar, in het
plaatsje Paihia, geprobeerd te zwemmen met dolfijnen. Geprobeerd inderdaad, want de dolfijnen (die
we overigens genoeg zagen op deze boottocht) hadden weinig zin in 20 mensen die in het water achter
hen aan probeerden te zwemmen. Weinig resultaat hier dus, helaas, maar wel een paar mooie foto's,
en bovendien is het natuurlijk altijd geweldig om zoveel dolfijnen zo dicht bij de boot te zien
zwemmen...
Na dit kortstondige bezoek aan het Noorden vertrokken we op 7 november met de Magic Bus van
Auckland naar Rotorua. Onderweg stopten we in een klein plaatsje dat beroemd was om zijn mooie
grotten. Hier kon je gaan 'Black water raften' als je dat wilde. Het leek Valentijn en mij wel wat. De
bedoeling was in een rubberband door grotten drijven. Dat 'raften' hadden ze alleen wel weg mogen
laten, want hoe mooi het ook was (het waren schitterende grotten, en als de lichten op onze helmen
uitgingen was werkelijk een adembenemende hoeveelheid gloeiwormen te zien, zodat de grot net een
gigantische kathedraal leek), het water stroomde niet echt bijzonder snel. Desalniettemin, een hele
leuke ervaring, en met een rubberband en een wetsuit aan door een grasveld met koeien, die ons
allemaal erg vreemd aankeken, lopen had ook wel wat (zo moesten we bij de ingang van de grotten
komen). Dezelfde middag nog door naar Rotorua. Het eerste dat hier opvielde was de enorme stank
die boven het stadje hing, en zelfs de bus binnendrong. Rotorua ligt namelijk gesitueerd in een gebied
vol ondergrondse activiteiten, en rondom de stad liggen verscheidene meren die zwaveldampen
uitstoten en kokend heet zijn. Zo kwam het dus dat als de wind een beetje verkeerd staat (wat nogal
vaak schijnt te gebeuren), het hele gebied ruikt als een lang vergeten opslagplaats voor eieren. Een heel
apart gezicht om mensen (vooral toeristen, de 'locals' waren er wel aan gewend) overal op straat met
een hand voor hun neus rond te zien lopen. In Rotorua hebben we, behalve deze dampende meren en
bubbelende modderpoelen, een echte Nieuw Zeelandse adventure sport gedaan; nl. raften. Op een
van de wildste rivieren van Nieuw Zeeland nog wel, deze rivier was maar 26 keer per jaar 'beraftbaar'
omdat hij de rest van de tijd als natuurlijke energiebron gebruikt werd. Wij hadden dus geluk, en
brachten anderhalf uur vol met stroomversnellingen en watervallen door op deze rivier. Erg leuk en ook
wel vermoeiend! Natuurlijk was er ook weer iemand in het water gevallen, deze keer was ik dat, maar
gelukkig niet omdat de stroomversnelling te wild was maar omdat we op een kalm stuk opeens tegen
een rots aan botsten, niets aan de hand dus, en iedereen was sowieso toch al drijfnat.
Lake Taupo, was de bestemming na Rotorua, hier hadden we de optie om te gaan skydiven, dit lieten
wij echter aan ons voorbij gaan... Duur... (1 Dag later was er bij de zelfde skydive-organisatie nog een
ongeluk gebeurd hoorden we later. Er was iemand met zijn parachute in het water gevallen, een
ervaren skydiver, en verdronken. Maar het was zo dat deze personen verlof had van de gevangenis, en
het dus een beetje een mysterie of het nu een ongeluk of een zelfmoordpoging of ontsnappingspoging
ofzo was. Het lag in ieder geval niet aan zijn parachute, maar hij kon niet zwemmen...)
In ieder geval, wij gingen door naar het plaatsje Turangi. Dit vlak bij een National Park (Tongariro) en
wat doe je anders in een National Park dan wandelen. Vol goede moed en goed bepakt met warme
kleren (die allemaal niet nodig waren, het was stralend weer) hebben we echt een hele mooie
wandeling gemaakt die ons langs vulkanen en prachtige meren voerde. De vulkanen waaar we langs
wandelden waren nog steeds actief en 3 jaar geleden was er nog een uitgebarsten. We liepen door
lava en door kraters. De kleuren van de meren (prachtig lichtblauw) en van sommige krater-spleten
(vuurrood) waren echt ongelooflijk.
Na deze ervaring in een totaal verlaten gebied van Nieuw Zeeland reden we de volgende dag door
naar een heel ander gebied, nl. de hoofdstad Wellington. Een stad die zo'n 8 keer zo klein is als de
grootste stad van Nieuw Zeeland, Auckland, met 150.000 inwoners (In Auckland woont ongeveer
1/3e deel van de hele NZ bevolking). We brachten 1 dag in de stad door om hem een beetje te
verkennen. De volgende dag gingen we van het Noord naar het Zuid-Eiland. Echter niet met de ferry,
zoals de meesten, maar met een klein vliegtuigje (dit was even duur als de ferry en leek ons leuker).
Ook een erg leuke ervaring vol met Kodak-momenten uit het raampje. We kwamen aan in Picton en
daar stond de bus al op ons te wachten om ons naar Nelson te brengen, een stadje dat dichtbij een
ander National Park ligt, het Abel Tasman NP. Ook hier hebben we de wandelschoenen weer
aangetrokken en hebben wij samen met 1 Duits en 1 Nederlands meisje 1 dag langs mooie,
subtropische stranden en bos gewandeld. Heel mooi allemaal, maar wij waren eigenlijk al wel een
beetje uitgekeken op mooie stranden, omdat we natuurlijk wel erg verwend waren langs de Oostkust
van Australie. Langs de dunbevolkte Westkust zijn we toen naar beneden getrokken totdat we op
onze huidige plek waren, Franz Josef. Dit miniscule gehuct ligt aan de rand van 'the Southern Alps' en
is beroemd om zijn gletsjer. Deze hebben we gisteren met gids verkend en dit was echt de mooiste
ervaring tot nu toe in Nieuw Zeeland. De gletsjer is een uniek wonder eigenlijk in de wereld. Door het
klimaat van de Westkust van NZ (veel regen) is hij namelijk gesitueerd in regenwoud ('temperate
rainforest', dit is niet het zelfde als tropisch regenwoud, maar de begroeiing is echt heel dicht) en hij ligt
maar zo'n 30 km. van zee af, nergens anders in de wereld kwam dit voor. In ieder geval, met deze
gids, die de gletsjer op zijn duimpje kende, hebben we over het ijs gewandeld. Wij waren uitgerust met
schoenen met ijzeren puntjes, voor de nodige grip en met een ijsbijl, die we als wandelstok of als
houvast konden gebruiken. Dit was soms wel nodig, want we liepen echt door hele smalle gletsjer
spleten, soms kropen we door holen. Het ijs was meer begangbaar gemaakt door uitgehakte trappen,
maar glad bleef het toch! Dit was echt een wandeling die best veel van je vroeg en een hele mooie
ervaring...
Hopelijk volgen er nog meer in de resterende tijd hier...
Groeten van Joost.