Het Bardet-Biedl syndroom en het
Laurence-Moon syndroom zijn niet te genezen.Maar natuurlijk is er op
een aantal aspecten met goede behandeling en begeleiding wel veel te
doen.Per kenmerk noemen we hier een aantal mogelijkheden.
1.Netvliesafwijkingen
en nachtblindheid |
Aan de netvliesafwijkingen is niets te
doen.Het enige dat men kan doen,is het nog aanwezige gezichtsvermogen
optimaal benutten door het dragen van een goede bril of
contactlenzen.Met het oog hierop is regelmatige controle door de
oogarts van belang.Emotionele en vooral ook praktische begeleiding van
kinderen en jong-volwassenen bij het verder afnemen van hun
gezichtsvermogen is niet makkelijk. In verband met het afnemende
gezichtsvermogen en de nachtblindheid zijn veel mensen met het
Laurence-Moon en Bardet-Biedl syndroom gebaat bij orientatie en
mobiliteitstraining en het gebruik van een herkennings-of taststok.Zo
kunnen zij zich in de schemer en op minder heldere dagen toch veilig
verplaatsen. Het'koker'gezichtsveld vereist op zich ook al specifieke
aandacht voor mobiliteit(met name in het verkeer).
a) Vetzucht
De
vetzucht is soms moeilijk onder controle te houden.Maar met een
aangepast dieet kan veel worden gedaan.Begeleiding door een dietist is
hierbij vrijwel altijd nodig.Vetzucht is ook een kenmerk van een
aantal andere ziektebeelden,vooral het Prader-Willi syndroom is dit
bekend.Met de ervaring die daar met een speciaal ontwikkeld
dieetcontrole-programma is opgebouwd,kunnen ook mensen met het
Bardet-Biedl syndroom hun voordeel doen.Heel algemeen geldt dat hoe
jonger er met een goede dieetcontrole wordt begonnen,hoe beter het
resultaat zal zijn.Maar te laat is het nooit.Het is van belang om
regelmatig de schildklierfuncties te laten controleren en wanneer er
sprake is van een traag werkende schildklier hiervoor te behandelen.
Ook regelmatige controle op suikerziekte is belangerijk,vooral bij
pubers en volwassenen.
b) Onderontwikkelde
geslachtsorganen
Soms
is aan de onderontwikkeling van de geslachtsorganen via hormonale
behandeling in of tijdens de puberteit iets te doen.Bijmannenkan dit
vooral effect hebben op de grootte van de penis en op de secundaire
geslachtskenmerken zoals haar-en baardgroei. Bijvrouwen kan een
hormoonbehandeling soms zinvol zijn als de menstruatie uitblijft of
heel onregelmatig is.Hiervoor is dan wel eerst uitgebreid
endocrinologisch onderzoek nodig,omdat een dergelijke behandeling
altijd ingrijpend en lang niet altijd zinvol is.
c) Hand-en voetafwijkingen
Een
aantal skeletafwijkingen is via operatief ingrijpen goed te
corrigeren.Het meest duidelijk is dit bij extra vingers en
tenen.Hiervoor zal,vaak al op zeer jonge leeftijd,een operatie worden
overwogen.Een aantal andere skeletafwijkingen is niet zo eenvoudig te
verhelpen.Veelal zal(jarenlang)door middel van
fysiotherapie,othopedie,speciaal schoeisel en dergelijke vooral
gewerkt moeten worden aan voorkomen van erger,eerder dan dat er sprake
zal zijn van echte en blijvende verbetering.Maar soms zijn er ook
hier,met veel aandacht van jongsaf aan,wel degelijk verbeteringen
mogelijk.
d) Nierafwijkingen
Afwijkingen
aan de nieren en de urinewegen dienen tijdig opgespoord.Dit kan door
regelmatige controle van de nieren(bloeddruk-urine-bloed). Met de
juiste maatregelen zoals medicijnen voor het reguleren van de
bloeddruk en een goed dieet is een acceptabele nierfunctie veel langer
te verzorgen en kunnen complicaties voorkomen worden.Wanneer de
nierfunctie blijft afnemen kan uiteindelijk nierdialyse ('spoelen')of
een niertransplantatie worden overwogen.
e) Epilepsie en hartgebreken
De
epilepsie is via medicatie meestal goed te reguleren.De aangeboren
hartgebreken,die bij sommige kinderen voorkomen kunnen,mits ze tijdig
worden opgespoord,vaak afdoende worden behandeld.
Vaak
wordt bij deze syndromen de diagnose pas gesteld als het kind naar
school gaat.De ouders hebben dan al een aanzienlijke periode van
twijfel over de ontwikkeling van hun kind achter de rug. Ook twijfel
aan het eigen 'opvoedingsgedrag' kan de ouders parten spelen. Wanneer
dan de diagnose wordt gesteld,levert dat vaak in eerste instantie een
zekere opluchting op.Veel dingen worden duidelijk.Tegelijk kan echter
het gevoel ontstaan het kind tot dan toe te hebben tekort gedaan.Een
gevolg hiervan kan zijn dat ouders hun kind nadrukkelijk gaan behoeden
voor nog meer tegenslag.Ouders kunnen het dan moeilijk vinden om
duidelijke eisen aan het kind te stellen. Hiermee wordt echter alleen
de passiviteit en afhankelijkheid,die toch al aanwezig
is,vergroot.Daarom is een kritische houding van ouders ten opzichte
van zichzelf van belang.Voor een optimale ontwikkeling is het nodig
dat de kinderen uitgelokt worden tot het ondernemen van
activiteiten.Geduld is daarbij essentieel:ze hebben nu eenmaal vaak
wat meer tijd nodig. Het leren 'kennenen kunnen' is voor de
kinderen,door de visuele en verstandelijke beperking,vaak minder
vanzelfsprekend. Aan ouders stelt de opvoeding dan ook extra eisen:
** De
omgeving moet worden aangepast wat betreft zaken als
overzichtelijkheid,licht en contrast-rijkheid.
** Vroegtijdige
aandacht voor een goede orientatie en mobiliteit is zinvol gezien de
vaak voorkomende 'nachtblindheid'.
** Duidelijke
afspraken en een vast ritme van gebeurtenissen,helpen de kinderen
'greep' te houden op de dingen om hen heen.
** De
sociale ontwikkeling kan positief worden beinvloed door voor het kind
een vast,rustig speelgroepje te zoeken.
Al
deze zaken vragen veel van de ouders en kunnen op het hele gezin een
grote druk leggen.Ouders kunnen hierbij echter gesteund worden door
instellingen die hulp bieden in het gezin of op school.
< top >
|