A) Netvliesafwijkingen
Bij zo'n 90 procent van de kinderen met
het Bardet-Biedl en het Laurence-Moon syndroom komen erfelijke
netvliesafwijkingen(tapetoretinale dystrofieen=TRD)voor.Met het begrip
TRD doelt men op een verstoring in de stofwisseling van het
netvlies(retina).Deze verstoring gaat gepaard met functieverlies van
het netvlies.De meest voorkomende TRD is retinitis pigmentosa. Een
voorwerp waarop wij onze ogen richten wordt door het lenzenstelsel van
het oog scherp afgebeeld op het netvlies.Ddaar wordt licht omgezet in
elektrische signalen,die worden doorgegeven naar de hersenen.Deze
omzetting vindt plaats in gespecialiseerde cellen in het netvlies:de
staafjes en de kegeltjes.Alle signalen van de miljoenen lichtgevoelige
cellen uit ons netvlies samen,stellen de hersenen in staat het beeld
van het voorwerp waar te nemen. Kegeltjes en staafjes liggen niet
willekeurig verspreid over het netvlies.Kegeltjes treffen we
voornamelijk aan in het centrum en staafjes daaromheen.We gebruiken de
kegeltjes om scherp te kunnen zien en om kleuren te
onderscheiden.Staafjes gebruiken we bij weinig licht.De staafjes
bepalen bovendien voornamelijk de grootte van ons gezichtsveld.
Netvliesafwijkingen zijn grofweg in
drie groepen te verdelen:
In de eerste groep
raken vooral
de staafjes als eerste aangetast.Zien in de schemering wordt eerst
problematisch en later onmogelijk.Tevens verdwijnt er een stuk van het
gezihtsveld.Zolang het centrale deel van het netvlies met de kegeltjes
nog functioneert,blijft het centrum van het gezichtsveld
onaangetast.Men kijkt als het ware door een koker.Deze vorm van TRD
heet ook wel retinitis pigmentosa. Kenmerkende klachten zijn
nachtblindheid,struikelen over drempels,treetjes,speelgoed en andere
obstakels die door de beperking van het gezichtsveld niet waargenomen
worden.Uiteindelijk kunnen de kegeltjes ook betrokken raken bij het
ziekteproces.
De tweede groep
is het
spiegelbeeld van de eerste.Het centrale deel van het netvlies met de
kegeltjes gaat het eerst verloren,terwijl de staafjes die meer aan de
rand liggen nog functioneren.Dat verklaart ook de klachten:de
gezichtsscherpte gaat achteruit,kleuren worden niet meer goed
waargenomen en fel licht wordt niet meer verdragen.Meestal blijft het
bij en uitval van de kegeltjes,maar het proces kan zich uitbreiden en
ook de staafjes aantasten.
Tenslotte bestaat er een derde groep,waarbij
de aantasting van kegeltjes en staafjes tegelijkertijd plaatsvindt.Men
noemt dit ook wel een 'mixed TRD'.
B) Nachtblindheid
De netvliesafwijkingen bij het
Laurence-Moon en Bardet-Biedl syndroom worden vaak het eerst opgemerkt
doordat de kinderen(meestal al voor het vierde jaar,maar soms ook
later)last krijgen van nachtblindheid.Dit wil zeggen dat het kind 's
nachts of bij een matige verlichting overdag veel slechter ziet dan je
zou verwachten.Er treedt een geleidelijke vermindering van het
gezichtsveld op naarmate de kinderen ouder worden.Vanaf de puberteit
is er sprake van een duidelijk verminderd gezichtsvermogen.Op
volwassen leeftijd is ongeveer 75procent van de mensen met deze
syndromen zeer ernstig slechtziend(sociaal blind). Met behulp van een
ERG(een Electro-Retino-Gram)kan al in een vroeg stadium van het
ziekteproces worden vastgesteld of er sprake is van netvliesafwijking
en in welke mate dit het geval is.
A) Vetzucht
Vetzucht of zwaarlijvigheid komt voor
bij ongeveer 80procent van de kinderen en volwassenen.De vetzucht is
aangeboren,dat wil zeggen dat de kinderen al op baby en peutertijd te
snel aankomen.Meestal wordt dit,ook wanneer ouders zich hierover
ongerust maken,niet serieus genomen.Rond de leeftijd van 3 tot 4 jaar
is de vetzucht duidelijk herkenbaar.Overigens is de eetlust van de
kinderen vaak niet groter dan normaal. De vetophoping is het meest
duidelijk rond het middel,de maag,de heupen en het bekken,maar ook het
gezicht kan enigzins'opgeblazen'aandoen.Bij kinderen zien we vaak
zogenoemde kussentjes op hun handen en voeten.Zonder dieetmaatregelen
wordt het overgewicht bij het ouder worden steeds erger.Na de
puberteit wordt het meestal een serieus probleem. Bij ernstige
vetzucht bestaat er vanaf jong volwassen leeftijd een verhoogde kans
op suikerziekte,bovendien kunnen er gewrichtsklachten optreden.Al met
al meer dan voldoende reden om al vroeg dieetmaatregelen te nemen. De
zwaarlijvigheid kan(maar hoeft niet)gecombineerd zijn met een
achterblijvende lengtegroei.
B) Onderontwikkelde
geslachtsorganen
Onderontwikking van de geslachtsorganen
komt voor bij ongeveer 85 procent van de jongens en 45 procent van de
meisjes.Een achterblijvende ontwikkeling van de
geslachtsorganen(hypogenitalisme)is op jonge leeftijd moeilijk vast te
stellen. Bijjongenskunnen de genitalien varieren van vrijwel normaal
tot vrijwel niet ontwikkeld;meestal zijn ze klein.De grootte van de
penis is bij jongens die erg dik zijn vaak moeilijk vast te
stellen,omdat deze soms vrijwel verdwijnt in het onderhuidse
vetweefsel.De grootte van de zaadballen is eenvoudiger te
beoordelen.Deze zijn meestal zeer klein en ze zijn vaak niet
ingedaald.Er is een grote variatie in de ontwikkeling van secundaire
geslachtskenmerken.Normale zaadvorming,en dus ook normale
vruchtbaarheid,is bij een aantal mannen vastgesteld,maar is bij
anderen geheel afwezig.Afwijkingen aan de plasbuis(urethra)komen veel
voor. Bijmeisjeskomt onderontwikkeling van de geslachtsorganen in heel
verschillende mate voor.Aanleiding voor onderzoek(als er geen
uiterlijke kenmerken zijn)is veelal een zeer laat optredende eerste
menstruatie of het vrijwel uitblijven van latere vloeiingen.De eerste
menstruatie vindt doorgaans plaats tussen 13 en 17 jaar.De meeste
vrouwen blijken bij nader onderzoek wel normaal vruchtbaar te zijn.
C) Skeletafwijkingen
Heel kenmerkend voor het Bardet-Biedl
syndroom zijn aangeboren afwijkingen aan de handen en voeten.Bij
ongeveer 90 procent van de kinderen is dit het
geval.Polydactylie,d.w.z.het voorkomen van extra vingers of tenen,zien
we bij 50 tot 75 prcent van de kinderen. Vaak is er sprake van een
extra teen aan beide voeten of een extra vinger aan beide handen.De
extravinger of teen zit meestal opzij van de hand of voet maar dit is
niet altijd zo.Soms zijn er zelfs twee tenen extra.Ook kan het zijn
dat een vinger of teen dubbel is aangelegd(twee gedeeltelijk
vergroeide duimen bijvoorbeeld).Meestal is de afwijking
symmetrisch.Dat wil zeggen dat de afwijking aan de rechterkant gelijk
is aan die van de linkerkant. De handen van kinderen met het
Bardet-Biedl syndroom zijn doorgaans kort en relatief breed,met korte
spits toelopende vingers. Polydactylie is een belangerijk
kenmerk,omdat het al direct bij de geboorte wordt opgemerkt.De andere
kenmerken worden vaak na verloop van jaren merkbaar.Polydactylie kan
daarom een belangerijk signaal zijn.
D) Nierafwijkingen
Nierafwijkingen komen voor bij 75 tot
95 procent van de mensen met het Bardet-Biedl syndroom.Het is vooral
voor de medische begeleiding van groot belang dit te weten.Bij mensen
met het Bardet-Biedl syndroom komt het vaak voor dat de primitieve
nier tijdens de zwangerschap onvoldoende uitrijpt.Andere nierproblemen
zijn het voorkomen van cysten(met vocht gevulde holten),een
onregelmatig gevormd nierbekken en opvallend kleine nieren. Doordat de
nier hierdoor in belangerijke mate tekortschiet in zijn functie(=het
uitwassen van afvalprodukten en concentreren hiervan in de
urine)kunnen te veel afvalprodukten in het bloed aanwezig blijven(in
medische termen:uraemie)en verliet men teveel vocht met de urine.Dit
laatste leidt weer tot een vergrote urineproduktie en een vergrote
drinkbehoefte. Dat nierafwijkingen bij het Bardet-Biedl syndroom zo
vaak voorkomen is nog niet zo lang bekend.Omdat ze soms vele jaren
aanwezig kunnen zijn voor iemand er last van krijgt,zal zeker bij een
aantal mensen de controle van de nieren te wensen overlaten.Dat is
riskant,vooral omdat met de juiste maatregelen(met name dieet en
medicatie)de nierfunctie veel langer op peil gehouden kan
worden.Regelmatige controle van de nierfunctie is daarom
noodzakelijk.Een uiteindelijk volledig tekortschieten van de nieren
komt voor bij zo'n 10-15 procent van de volwassenen met het
Bardet-Biedl syndroom.Nierdialyse en niertransplantatie zijn dan de
laatste uitwegen.
E) Neurologische problemen
Bij mensen met het Bardet-Biedl
syndroom zijn neurologische problemen zeldzaam.Bij mensen met het
Laurence-Moon syndroom daarentegen komen ze vaak voor.Het aantal
mensen met het Laurence-Moon syndroom dat wereldwijd bekend is,is
echter zo klein dat de kennis toch zeer beperkt is.Kinderen met het
Laurence-Moon syndroom kunnen in de eerste levensjaren last krijgen
van ongecontroleerde bewegingen(ataxie),bijvoorbeeld bij het lopen.Dit
wordt langzaam aan steeds sterker;later kan ook de spierspanning
toenemen. In de puberteit ontstaat bij ongeveer één derde van de
jongeren een 'echte' spasticiteit,die steeds ernstiger
wordt.Uiteindelijk kunnen volwassenen aan rolstoel of bed gebonden
raken. Bij jonge kinderen kan epilepsie voorkomen,dit is echter
uitzonderlijk.EEG-afwijkingen komen wel vaker voor.
F) Tandafwijkingen
Uit een Noors onderzoek bij 30 mensen
met het Bardet-Biedl syndroom,die in leeftijd varieerden van 4 to 60
jaar bleek dat een groot aantal van hen specifieke
tandontwikkelingsafwijkingenvertoonde.Het ging daarbij vooral om
ongewoon korte tandwortels,met name van de voortanden in de
bovenkaak,om glazuurstoornissen en een grotere kans op
tandvleesontstekingen.Het is een aanbeveling om een grondig
orthodontisch onderzoek te laten doen bij kinderen met het
Bardet-Biedl syndroom lijkt zeker zinvol.
G) Overige lichamelijke kenmerken
Bij kinderen met deze syndromen kunnen
af en toe nog andere lichamelijke kenmerken voorkomen.Voor de
volledigheid worden ze hier kort genoemd; **Naast de hand-en
voetafwijkingen zijn er nog een aantal andere afwijkingen aan het
skelet,die bij mensen met het Bardet-Biedl syndroom kunnen voorkomen
zoals X-benen(vaak in combinatie met platvoeten),spitsvoetjes of
klompvoetjes en andere voetafwijkingen,en afwijkingen aan de
wervelkolom en de heupen. **Een open gehemelte of een gespleten huig.
**Aangeboren hartafwijkingen en zogenaamde atresia ani(het niet
toegankelijk zijn van de anus)ziet men bij hoge uitzonderingen.
**Schildklierafwijkingen en leverfunctiestoornissen kunnen af en toe
voorkomen. **Problemen met het gehoor.Vooral(tijdelijk)gehoorverlies
als gevolg van veelvuldig en hardnekkige oorontstekingen komt
regelmatig voor.
3.Verstandelijke
en Sociaal-emotionele ontwikkeling |
A) Verstandelijke ontwikkeling
Het achter blijven van de
verstandelijke ontwikkeling werd vroeger wel gezien als één van de
hoofdkenmerken van beide syndromen.Uit meer recent onderzoek blijkt
dat een betrekkelijk groot deel van de mensen met deze aandoeningen
een gemiddeld normale intelligentie heeft.Naar schatting heeft
ongeveer 40 procent een normale intelligentie.Bij de overige 60
procent is er sprake van een lichte tot matige verstandelijke
handicap. Vaak worden de kinderen te laag ingeschat,omdat ze over het
geheel genomen weinig weetgierig en vrij passief zijn.Hun interesse is
wel degelijk te wekken,maar dit kost tijd en energie. Opvallend is het
concrete denkniveau.Dit komt het sterkst tot uiting in het dagelijks
leven.Vooral het inzicht in sociale gebeurtenissen en het zelfinzicht
zijn vaak gering.Organiseren en plannen maken gaat hen moeilijk
af.Vaak is er een voorkeur voor'reproductieve'activiteiten,met andere
woorden liever overschrijven dan zelf een verhaal verzinnen,liever
natekenen dan iets uit zichzelf tekenen,liever puzzelen dan
knutselen.Het'leren'en'onthouden'gaat meestal goed.De motivatie om te
presteren in schoolse taken is groot.Zowel de bereidwilligheid als het
doorzettingsvermogen om iets onder de knie te krijgen is groot.
B) Sociaal-emotionele
ontwikkeling
Kinderen en jongeren met het
Laurence-Moon of hetBrdet-Biedl syndroom zijn meestal gewillig van
aard en hebben veel geduld.Vaak zijn het vriendelijke,stille
kinderen,maar in emotioneel opzicht zijn ze kwetsbaar.Ze kunnen
angstig zijn,erg gevoelig en emotioneel labiel. Voor nieuwe dingen
zijn zij weinig enthousiast en zij doen liever wat ze al kennen.De
angst voor het nieuwe wordt versterkt door het(letterlijk)moeilijk
kunnen overzien en begrijpen van situaties. Bij kinderen en jongeren
valt op dat zij op kleinigheden heel heftig kunnen reageren.Is het
kind verdrietig,dan kan het hierin blijven steken.Het kan zichzelf in
zo'n stemming moeilijk een halt toeroepen.Soms is het mogelijk deze
stemming te doorbreken door het kind af te leiden.Een andere
mogelijkheid is om het te helpen bij het verwoorden van zijn/haar
gevoelens.Zelf is het daartoe vaak onvoldoende in staat.Met hulp lukt
dit vaak wel. Een ander gevolg van het concrete denkniveau is dat de
kinderen in het dagelijks leven sterke behoefte hebben aan
regelmaat,overzicht en duidelijkheid.Zij kunnen moeilijk afwijken van
vaste patronen en gewoontes en zijn weinig flexibel in het omschakelen
naar andere situaties.Als van het vertrouwde pad wordt
afgeweken,kunnen zij erg van slag raken. Sociale contacten met
leeftijdsgenoten verlopen soms moeilijk.Het liefst trekken ze met iets
jongere kinderen op,daarbij vinden ze zowel in emotioneel als in
verstandelijk opzicht meer aansluiting.Ook zoeken zij sterk naar
contact en waardering van volwassenen.In contacten neemt het kind
meestal een passieve houding aan.Zij gaan conflicten het liefst uit de
weg,ze geven toe of trekken zich terug. Openlijke agressiviteit komt
zelden voor.Wel kunnen ze(vooral in de puberteit)kinderlijk boos
reageren met woedend huilen/schreeuwen of koppigheid. Blindheid wordt
vaak al vroeg ervaren in de vorm van nachtblindheid.De angst om blind
te worden is dan ook bij veel kinderen sterk aanwezig.Het is erg
moeilijk om te verwerken dat het gezichtsvermogen hen steeds meer in
de steek zal laten.Ook hebben velen moeite met het leren gebruiken van
een herkennings-of taststok:het kost tijd om hier in emotioneel
opzicht aan toe te zijn.
< top >
|