Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

 

Start Omhoog Feedback Inhoud Zoeken

Artikel 4

 


Mijn ervaringen met gemeenschapsvoličres.

Geschreven door Oltmanns M en verschenen in de Pakara Nieuwsbrief van maart-april 2002

Men leest telkens weer artikels over succesvol kweken in gemeenschapsvoličres, waarbij het begrip "grote voličre" heel verschillend gedefinieerd wordt.
Het houden van verschillende soorten kweekrijpe paren in een voličre met een grondvlak van 3x6m is niet aardgerecht en in de regel veroordeeld om te mislukken.

Ook wij konden hier in den beginne enkel van dromen, tot wij 10j geleden een groot grondstuk konden aankopen. Vooraleer het huis werd gebouwd moesten de voličres klaar zijn; Naderhand vonden we deze voličres te klein en hebben we besloten andere, grotere voličres te bouwen waar we onze molukken en ara's plaatsten. In de oorspronkelijke voličres werden kleinere soorten papegaaien ondergebracht.

Bijkomend bouwden we een buitenvoličre van 14x8x3m (lxbxh) met een binnenvoličre van 8x3x3m, die eigenlijke voor de jonge vogels voorzien was.
Na een jaar stond deze voličre nog leeg aangezien wij enkel een bestand van 40 vogels hebben en onze jonge vogels op het ogenblik van zelfstandigheid telkens werden afgegeven aan andere kwekers.
Dus hebben we besloten deze voličre te gebruiken voor 5 paar Grijze Roodstaarten. Door onze dierenarts, die enkel papegaaien behandelt, ook zelf papegaaien houdt en ermee kweekt werden we gewaarschuwd voor de gevaren van een gemeenschapsvoličre. Toch hebben we het uitgeprobeerd: de voličre werd aan de behoeften van de grijze roodstaarten aangepast met enkele schutplaten waar de broedblokken werden aangebracht. De voličre was klaar en de 5 koppels werden erin geplaatst. De koppels werden met nagellak gemerkt opdat we de koppels uit elkaar zouden kennen.

Reeds na de kortste tijd stelden we vast dat de vogels zich omkoppelden. Geen enkele papegaai toonde interesse voor de broedblokken maar de pluimen van de vogels ontwikkelden zich positief daar ze zich niet, zoals in een kleinere voličre, verstopten. We dachten met onze gemeenschapsvoličre de juiste beslissing te hebben genomen zodat de vogels zich positief konden ontwikkelen.
Na enkele weken begonnen de eerste dieren zich voor de broedblokken te interesseren:" dit was het begin van het einde van onze gemeenschapsvoličre !".

We bemerkten een paar dagen later dat een mannetje zich alleen in de binnenvoličre bevond. We hielden de vogel nauwkeurig in het oog en we hebben hem op verschillende ziektes laten onderzoeken. Geen enkele ziekte werd vastgesteld.
We plaatsten hem in de buitenvoličre en sloten de binnenvoličre af. Aansluitend hielden we het gedrag van de papegaaien in het oog - niets speciaals gebeurde.
We plaatsten een camera op de voličre zodat de vogels niet konden zien dat we ze in het oog hielden. Na een korte tijd stelden we vast dat het mannetje door de andere vogels werd aangevallen. We hebben dit mannetje dan samen met zijn popje uit de gemeenschapsvoličre gehaald en apart geplaatst. Er gingen maar een paar dagen voorbij en hetzelfde scenario herhaalde zich. Uiteindelijk bleef er in deze grote voličre nog 1 paar grijze roodstaarten over;
We moesten tot onze grote spijt vaststellen dat ons doel van een gemeenschapsvoličre met kweekrijpe koppels mislukt was.

We hebben dan beetje bij beetje deze voličre voorzien van volgende vogels : twee jonge molukkenkaketoes, twee bonte boeren, een groenvleugelara, twee grijze roodstaarten en alle andere jonge nakweken die vanaf hun zelfstandigheid tot hun afgifte aan een andere kweker daar bleven. Met deze populatie hebben we helemaal geen problemen niettegenstaande men toch kan vaststellen dat er een zekere rangorde is. Zeer merkwaardig is, dat de rangorde niet volgens grootte of sterkte gaat, in tegendeel, de kleinste zoals de bonte boer, spelen de grote baas zonder door de andere vogels aangegrepen of gebeten te worden.

Indien men voorheeft nieuwe jonge vogels bij in de voličre te plaatsen moet men toch oppassen. Niet dat ze door de anderen gebeten worden, maar de nieuwe zijn meestal tamelijk bang en verstoord, wat door de anderen onmiddellijk wordt opgemerkt. Uit deze grond heb ik in de binnenvoličre een kooi van 2x1x1,5m geplaatst, in dewelke ik de nieuwe zet. Na een paar dagen laat ik de kooi openstaan en het duurt meestal 1 ŕ 2 dagen vooraleer de jonge vogels de kooi uit eigen beweging verlaten. Ze worden dan ook probleemloos door de andere vogels geaccepteerd.

Een andere negatieve ervaring hadden we later nog eens met twee grijze roodstaarten. Het ging hier over 3 ŕ 4-jarige dieren dewelke langzaamaan broedrijp werden. Ook bij dit paar stelden we een toenemende agressiviteit vast, dewelke zo ver ging, dat ik tijdens het voederen aangevallen werd. Wij hebben natuurlijk deze beide papegaaien terug uit de voličre verwijderd.

Mijn artikel is op grond van mijn ervaringen: een gemeenschapsvoličre is zeker een goede zaak voor losse vogels en jonge vogels waarbij zonder problemen verschillende soorten kunnen samen geplaatst worden. Voor broedrijpe koppels is zo een voličre echter niet geschikt. Eveneens op de gezondheid moet enorm geacht worden. Importvogels of nieuw verworven vogels moet men zeker niet onmiddellijk mee in de voličre plaatsen. Het veel gehoorde argument dat de dieren reeds een quarantaine achter de rug hebben is niet altijd doeltreffend aangezien vele ziektes pas na maanden uitbreken. Sommige dieren zijn dikwijls enkel drager van een bepaalde ziekte en kunnen zo uw gans bestand besmetten.
Het is in ieder geval aan te raden, vogels uit een vreemd bestand eerst geďsoleerd te plaatsen, ze eventueel door een vakkundig dierenarts te laten onderzoeken en ze pas na een persoonlijke quarantaine in de groep te plaatsen.


 

 

Start ] Omhoog ]

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan pakara@pandora.be.
Copyright © 2001 vzw PAKARA België
Laatst bijgewerkt: 17 november 2002