Het rampgebied werd een soort van paradijs voor wilde dieren, tenminste, zo lijkt het. Ze doen het goed, nu er geen mensen meer zijn in het gebied. Maar niemand kan een volledige inschatting maken van hoe de straling de dieren genetisch heeft aangetast. Wat de gevolgen zijn van interacties tussen deze dieren en dieren in nabijgelegen schone gebieden valt ook niet te bepalen. Er zijn verhalen over dieren met absurde mutaties, maar de wetenschap ontkent dit.
Populaties wolven en wilde zwijnen groeien snel. Ze bewonen de verlaten huizen en schuren. Ze zijn totaal niet agressief. Misschien komt dat doordat er voldoende voedsel is voor alle diersoorten in het gebied, ookal is dit voedsel besmet. Je ziet hier regelmatig een wolf, vos, wild zwijn of hert de weg over steken.
Dit zijn przjevalski paarden. Iemand bracht deze dieren een aantal jaar geleden mee uit Azie. Ze hebben het hier naar hun zin, en imiddels zijn er al 3 groepen in het Tsjernobyl gebied. Het is een robuust ras en ze worden iedere keer op een andere plaats wordt aangetroffen. Ze hebben iets prehistorisch. Als ze in volle galop voorbij komen heb je het gevoel dat er zomaar een groep eohippus (oerpaardjes) achteraan kan komen. Ook hebben natuurbeschermers twee Amerikaanse bisons in het gebied geintroduceerd, maar dit liep op niets uit. Het mannetje ging ervan door. Ik weet niet of hij vluchtte voor de straling of voor zijn bruid, maar hij is voor het laatst gezien in Wit Rusland, onderweg naar het westen.
Dit is het stadje Tsjernobyl.
De geigerteller meet hier op dit moment 20-80 microröntgen, afhankelijk van op welke plek je bent. Ik noem deze plaats ‘zombiestad', wat inhoudt dat de gehele bevolking in mei 1986 is geëvacueerd. Hierna is de stad ontsmet en werd het een basis voor de medewerkers van de kerncentrale.
Tijdens de radioactieve fallout werd verspreiding door de wind een van de belangerijkste factoren. Terwijl het in sommige plaatsen dood en verderf zaaide, werden andere plaatsen gespaard. Het stadje Tsjernobyl ligt hemelsbreed slechts 12 kilometer ten zuiden van de kerncentrale. De eerste paar dagen na het ongeluk waren de stralingsniveau's hier niet hoog. Heel bizar, gezien de straling op dit moment al heel Noord Europa had bereikt. Het ongeluk was op dit moment nog steeds staatsgeheim en in Zweden werd op dat moment onderzocht of er misschien een lek was in één van hun eigen kerncentrales. Op 1 mei veranderde de wind van richting en die ochtend was het stralingsniveau opgelopen tot 24 milliröntgen. De radioactieve wolken waren door het stadje getrokken, het voor dood achterlatend. Vervolgens trokken ze richting Kiev, om deel te nemen aan onze beroemde ‘dag van de arbeid-milliröntgen-parade.'
We rijden er doorheen