Ido - Nederlands
Een kleine woordenlijst
(gebruik voorlopig de zoekfunctie van uw computerprogramma om van Nederlands naar Ido te zoeken)
A t/m D
A
a/ad - aan, naar
abonar - abonneren op
acensar - omhooggaan, (be)stijgen
adparolar - aanspreken
adreso - adres
aero - lucht
aero-navo - luchtschip
aero-stato - luchtballon
afabla - aardig
afero - zaak
agar - doen, handelen
agnoskar - erkennen
agosto - augustus
al = a la - naar de
alo - vleugel
alonge - langs
alta - hoog
altra - ander
alumeto - lucifer
amikala - vriendschappelijk
amikesala - vriendschaps
amikeso - vriendschap
amiko - vriend/in
amorar - houden van
an - (tegen)aan
anado - eend
Anglia - Engeland
anke - ook
ankore - nog
antea - vorige
aparar - verschijnen
apertar - openen
apetito - trek, zin
aprilo - april
apud - naast
aquo - water
aranjar - regelen
arboro - boom
arivar - arriveren, aankomen
armeo -leger
armo - wapen
armoro - kast
arto-galerio - kunstgalerie
askoltar - luisteren (naar)
atesto - getuigschrift, certificaat
atingar - bereiken
atitudo - houding
atraktiva - aantrekkelijk
audar - horen
autobuso - (auto)bus
automate - vanzelf
automobilo - auto
autuno - herfst
avan - voor (plaats)
avan-brakio - onderarm
avan-chambro - voorkamer
avan-pordo - voordeur
avertar - waarschuwen
avino - grootmoeder, oma
aviono - vliegtuig
avo - grootouder
avulo - opa, grootvader
B
balde - gauw, spoedig
balnar - baden
balno-baseno - zwembad
balno-boneto - badmuts
balno-chambro - badkamer
banano - banaan
banko - bank
barbo - baard
baskul-stulo - schommelstoel
batar - slaan
batelo - boot
bazaro (granda) - warenhuis
bela - mooi
berjero - armstoel
bezonar - nodig hebben
biblioteko - bibliotheek
biciklagar - fietsen
biciklo - fiets
binoklo - bril
biro - bier
blanka - wit
blua - blauw
bombo - bom
bona - goed ( bijv.nw.)
bone - goed (bijw.)
bonega - geweldig
botelo - fles
boto - laars
bovo - rund (koe/stier)
brilar - schijnen
brovo - wenkbrauw
bruisar - lawaai maken
brular - branden
bruna - bruin
buketo - bouquette
butikisto - winkelier
butiko - winkel
butro - boter
buxo - doos, bus
C
ca - dit, deze (bijvoegl.)
cayare - dit jaar (bijwoord)
celebrar - vieren
Celsio - Celsius
ceneyo - podium
centro - centrum
cerebro - hersens
certe - zeker
cervo - hert
cesar - ophouden met
chambro - kamer
chanco - kans
chapelo - hoed
charjar - beladen; opladen (v. batterij)
chasar - jagen (op)
che - bij
chefa - hoofd
chera - duur
chino - chinees (pers.)
chipa - goedkoop
chokolado - chocola
cielarko - regenboog
cinemo - bioscoop
cirko - circus
cirkum - rondom, rond
D
Dania - Denemarken
danjero - gevaar
danjeroza - gevaarlijk
danko - dank u/je, bedankt
danko pro - bedankt voor
dansar - dansen
dansisto - danser
darfar - mogen
de - van, uit (hoeveelheid, inhoud)
de tempo a tempo - van tijd tot tijd
decembro - december
decidar - besluiten
dejuneto - ontbijt
dejuno - lunch
dek - tien
dentisto - tandarts
dento - tand
denuncar - aangeven; aan de kaak stellen
desaparar - verdwijnen
desegnar - tekenen
desero - toetje
desfortunoza - ongelukkig (lot)
desneta - vies
despilizar - epileren
desretenar (su) - uitleven
detektivo - detective
dezirar - wensen
deziro - wens; lust, zin
di - van (bezit)
dicar - zeggen
dil (= di la) - van de
dilijenco - diligence
dinear - dineren
dineo - dinee
direte - rechtstreeks, 'live'
disko - plaat, schijf
divenar - worden
do - dus
docar - onderwijzen
docisto - onderwijzer/es, docent/e, leraar/es
dolca - zoet; lief
dometo - huisje, stulp
domo - huis
donacajo - geschenk
donacar - schenken
donar - geven
dop - achter
dopa chambro - achterkamer
dopa pordo - achterdeur
dormar - slapen
dormeyo - slaapplaats
dormo-chambro - slaapkamer
dorso - rug
drinkajo - drank(je)
drinkar - drinken
drinkerio - dranklokaal, drinkgelegenheid
du - twee
du kloki - twee uur
dum - terwijl
durar - voortduren
durstar - dorst hebben
durstoza - zeer dorstig
dusinsa - tweerichtings-, retour-
Ido - Nederlands, een kleine woordenlijst, naar E t/m H