LECIONO 3
KONVERSADO EN TAVERNO
J: Danko pro la biro, Paul. Me prizas ca taverno multe... Bone, ube tu pasis tua vakanco?
P: Ni iris a Francia.
J: Ka vu esis en la sudo o la nordo?
P: En la sudo, naturale.
J: Quala la vetero esis? Tre varma, sendubite. Ta fortunoza homi qui...
P: No, Malega. Pluvegis. Ni ne vidis la suno.
J: Ka vere? Me kredis ke la vetero esas sempre bela en la sudo di Francia.
P: Ne ca yaro... Se me komprenis bone, Johan, tu ne iris exterlande.
J: Ho ve, no! Me restis en Nederlando. Ma la vetero esis varma e la suno brilis. Mea nevulo - la filio di mea fratino - vakancis che me.
P: Quale il nomesas, tua nevulo?
J: Frank. Il evas dek e du e kreskas rapide. E me nultempe vidis tala apetito! Me pasis duimo de mea vakanco en la manjajo-butiki... Ma askoltez! Me ne audis omno pri Francia. Do, malgre la vetero, ka tu juis tua sejorno en Francia?
P: Fakte, no. Mea amorato abandonis me.
J: Quo! Ta blondino. Quale el nomesas? Jannie, ka ne?
P: Yes. El renkontris ula kerlo sur la plajo, e foriris a Paris kun il.
J: Ne vere! Desfortunoza tu!
P: Me retrovenis de Francia sole.
J: He, Paul! Askoltez! Ne trublez tu pri Jannie. Obliviez el! Esas multa altra yunini en la mondo.
P: Yes, me supozas ke tu esas justa.
J: Bone. Me konocas tre atraktiva damzelo qua nomesas Katrien, e me savas ke, prezente, el serchas nova amorato...
CONVERSATIE IN EEN KROEG
J: Dank je voor het bier, Paul. Ik vind deze kroeg erg leuk... Goed, waar bracht jij je vakantie door?
P: Wij gingen naar Frankrijk.
J: Was je in het zuiden of het noorden?
P: In het zuiden, natuurlijk.
J: Hoe was het weer? Erg warm, ongetwijfeld. Die fortuinlijke mensen die...
P: Nee. Ontzettend slecht. Het goot. We hebben de zon niet gezien.
J: Echt? Ik dacht dat het weer altijd mooi was in het zuiden van Frankrijk?
P: Niet dit jaar.... Als ik het goed begreep, Johan, ging jij niet naar het buitenland.
J: Helaas, nee! Ik bleef in Nederland. Maar het weer was warm en de zon scheen. Mijn neef - de zoon van mijn zus - vierde vakantie bij mij.
P: Hoe heet hij, jouw neef?
J: Frank. Hij is twaalf en groeit snel. En ik zag nooit zo'n eetlust! Ik bracht mijn halve vakantie in de voedingswinkels door!... Maar luister! Ik heb nog niet alles over Frankrijk gehoord. Dus, ondanks het weer, genoot je van je verblijf in Frankrijk?
P: Eigenlijk, nee. Mijn geliefde verliet me.
J: Wat! Die blonde. Hoe heet ze? Jannie, niet waar?
P: Ja. Ze ontmoette een of andere kerel op het strand, en ging met hem weg naar Parijs.
J: 'T is niet waar! Arme jij!
P: Ik kwam alleen uit Frankrijk terug.
J: Hee, Paul! Luister! Maak je geen zorgen over Jannie. Vergeet haar! Er zijn veel andere meisjes in de wereld.
P: Ja, ik geloof dat je gelijk hebt.
J: Goed. Ik ken een zeer aantrekkelijke juffrouw die Katrien heet, en ik weet dat ze, op dit moment, een nieuwe geliefde zoekt...
Gramatiko
1. Verleden tijd
Zoals u heeft gezien in les 2, is de uitgang voor verleden tijd in het Ido -is. Veel talen, inclusief het Nederlands, hebben meer dan één verleden tijd. (In alle Europese talen worden de tijden anders gebruikt, dit laat zien hoe overbodig veel van deze verleden tijden zijn.) Het Ido gebruikt alleen de basis verleden tijd die beginners en anderen kunnen gebruiken om handelingen uit te drukken die zich in het verleden hebben afgespeeld. (Misschien kunt u uit de voorbeelden hieronder, buiten de context, in sommige gevallen, opmaken dat een vorm meer betekenissen kan hebben.) Bijv.:
Me manjis - Ik at / ik was aan het eten / ik heb gegeten
Hiere me manjis mea sandwichi en la parko - Gisteren at ik mijn boterhammen in het park
Me manjis mea pomo e nun havas nulo - Ik heb mijn appel opgegeten en nu heb ik niets
Il manjis kande Paulus envenis - Hij at toen Paulus binnenkwam / hij was aan het eten toen Paulus binnenkwam
Me manjis pos ke Paulus envenis - Ik at nadat Paulus binnenkwam
El manjis dum Paulus envenis - Zij was aan het eten terwijl Paulus binnenkwam
2. Er is / er zijn / er was / er waren
Er is / er zijn worden alleen door esas uitgedrukt, zonder een voornaamwoord, bijv.:
esas arboro en la gardeno - er is een boom in de tuin
esas blua e reda flori en la vazo - er zijn blauwe en rode bloemen in de vaas
Op dezelfde manier wordt ook er was / er waren uitgedrukt met alleen esis, bijv.:
esis turbo en la urbo - er was een menigte in de stad
esis multa tasi sur la tablo - er waren kopjes op de tafel
3. Het weer
En het Nederlands worden de weersomstandigheden beschreven met het, bijv.: het regent, Dit het verwijst naar niets en er wordt in het Ido dus geen equivalent gebruikt. Alleen het werkwoord in de juiste tijd is genoeg, bijv.:
pluvas - het regent nivas - het sneeuwt frostas - het vriest
esis sunoza - het was zonnig pruinis - er was rijp ventis - het was winderig
sturmis hiere - het onweerde gisteren
Andere uitdrukkingen:
la suno brilas - de zon schijnt la cielo esis blua - de lucht was blauw
la vetero esis bona / bela / sunoza / kolda / varma / sturmoza / ventoza / pluvoza / mala
- het weer was goed / mooi / zonnig / koud / warm / onweerderig / winderig / regenachtig / slecht
4. Bezit
Het Nederlands heeft twee manieren om bezit uit te drukken, bijv.:
a. de tante van mijn moeder b. mijn moeders tante
Het Ido heeft slechts één manier, zie voorbeeld a van hierboven, met gebruik van het voorzetsel di ( = van)
la onklino di mea matro - mijn moeders tante, de tante van mijn moeder
la hundo di Dennis - de hond van Dennis, Dennis' hond
la chapelo di la oldino - de hoed van de oude vrouw - de oude vrouw haar hoed
5. di en de
di, zoals in punt 4 uitgelegd, betekent van, en wordt alleen gebruikt om bezit aan te duiden.
de heeft twee aparte betekenissen, zie hieronder:
a. het geeft hoeveelheid of inhoud weer, bijv.:
taso de teo - een kopje thee glaso de lakto - een glas melk
valizo de vesti - een koffer met kleren botelo de vino - een fles wijn
b. het betekent ook uit, vandaan, bijv.:
me venis de la staciono - ik kom van het station
de ube tu venas? - waar kom jij vandaan?
Hier enkele voorbeelden van de en di door elkaar:
la imajo de Johan - de foto van Johan (dus met zijn portret)
la imajo di Johan - de foto van Johan (wat van Johan is, zijn bezit)
la fotografuro de Marrie di Johan esas en la tir-kesto - Johans foto van Marrie is in de la
la urbestro de Paris - de burgemeester uit Parijs
la urbestro di Paris - de burgemeester van Parijs
6. Bijwoorden
Ido-bijwoorden zijn nagenoeg allemaal te herkennen aan de uitgang -e, bijv.:
hodie - vandaag; tre - erg; bone - goed; kande - wanneer; anke - ook, tevens
enkele bijwoorden hebben geen speciale uitgang, bijv.:
ja - al, reeds; tro - te; nun - nu; olim - vroeger
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen makkelijk in bijwoorden veranderd worden door hun -a uitgang in een -e te veranderen:
sorgoza - zorgvuldig sorgoze - zorgvuldig generale el agas sorgoze - over het algemeen handelt ze zorgvuldig
generala - algemeen generale - in 't algemeen
lenta - langzaam lente - langzaam li livis lente - ze vertrokken langzaam
rapida - snel rapide - snel vi marchas rapide - jullie lopen snel
bona - goed bone - goed il laboras bone - hij werkt goed
mala - slecht male - slecht ni laboris male - wij werkten slecht
Bijwoorden mogen vrij geplaatst worden, en de Nederlandse zinsvolgorde is een goede gids:
lente me marchis trans la ponto - langzaam liep ik over de brug
me lente marchis vers la monti - ik liep langzaam in de richting van de bergen
me marchis lente tra la foresto - ik liep langzaam door het woud
7. Ad / a en od / o
Net zoals het vraagwoordje kad / ka (les 2 punt 5) en ed / e (=en) zijn ad / a en od / o vrije variaties. Volgens de grammaticale regels bent u vrij om te kiezen welke beter klinkt in de door u geformuleerde zin. Bijvoorbeeld, wat wilt u liever:
el donis taso a il of el donis taso ad il - zij gaf hem een kopje
ka il prizas karno o ovi? of kad il prizas karno od ovi? - houdt hij van vlees of eieren?
In de praktijk neigen idisten de -d vorm te gebruiken als er een woord volgt die met een klinker begint. U bent echter vrij om uw eigen keuze te maken.
8. Vragende voornaamwoorden
Er zijn drie basis vragende voornaamwoorden in het Ido, zoals geïllustreerd aan de hand van de voorbeelden:
a. quo esas sur la tablo? - wat is op de tafel?
b. qua esas en la koqueyo? - wie is er in de keuken?
c. qui esas supere? - wie zijn er boven?
Voorbeeld 1 is duidelijk genoeg, quo betekent: wat.
Qua, in voorbeeld 2 betekent wie maar staat slecht voor één persoon
Qui, in voorbeeld 3 betekent ook wie maar wordt gebruikt als het om meer dan één persoon gaat.
Als het aantal personen niet bekend is, dan mag qua of qui om het even gebruikt worden.
VORTARO
aan - a, ad
aantrekkelijk - atraktiva
achter - dop
afgelopen jaar - lasta yaro
alleen - sola
alles - omno
ander - altra
appel - pomo
begrijpen - komprenar
beneden - infre
berg - monto
beschuit - bisquito
bier - biro
bij - che
blad - folio
blijven - restar
bliksem - fulmino
bliksemen - fulminar
blond - blonda
boom - arboro
boterham - sandwicho
boven - supere
brief - letro
Brittannië - Britania
brug - ponto
brunnette - brunino
buitenland - exterlando
burgemeester - komonestro (alg.), urbestro (van stad), vilajestro (van dorp)
buur - vicino
conversatie - konversado
correct - korekta
dagboek - diario
dat (voegwoord) - ke
dekken - kovrar
denken - pensar; (mening) opinionar
deur - pordo
die -ta (aanwijzend voorn.w.)
dit jaar - ca yaro
dit - ca
donderen - tondrar
dooien - desfrostar
door - tra
doorbrengen - pasar
drankje - drinkajo
drinken - drinkar
duidelijk - klara
dus - do
echt - vera
eens - ulfoye
eten - manjar
favoriet - favorata
fles - botelo
fortuinlijk - fortunoza
foto - fotografuro
gaan - irar
geliefde - amorato
geloven - kredar
genieten - juar
geven - donar
glas - (materiaal) vitro; (drink-) glaso
goed (correct) - justa
groeien - kreskar
grond - sulo
hagelen - grelar
hagelsteen - greluno
half - duimo
handtas - manu-sako
hee! - he!
heet - varmega
helaas! - ve!
hemel - cielo
herfst - autuno
horen - audar
hotel - hotelo
houden van - (algemeen) amar; (liefde) amorar; (iets leuk of lekker vinden) prizar
iemand - ulu
ijzelen - pluvo-nivar
in de steek laten - abandonar
in feite - fakte
inderdaad! - vere!
jaar - yaro
je - tu
jij - tu
jou - tua
juist - (correct) justa; (zonet) jus; (rechtvaardig) yusta
jullie - vi; (bijvoeglijk n.w.) via
kam - pektilo
kamer - chambro
kleding - vesti
koffer - valizo
komen - venar
koning - rejo, rejulo
koningin - rejo, rejino
kopje - taso
koud - kolda
krant - jurnalo
kroeg - taverno
land (staat) - lando
lente - printempo
lezen - lektar
lijst - listo
lokaal - lokala
maar - ma
meer - plus
menen (mening hebben) - opinionar
menigte - turbo
mens - homo
met (in gezelschap van) - kun
mist - nebulo
na - pos
naam - nomo
naar - ad, a
nadat - pos ke
natuurlijk - (vanzelfsprekend) naturale; (v.d. natuur) naturala
neef (zoon van oom/tante) - kuzo, kuzulo
niemand - nulu
niet waar? - ka ne?
nooit - nultempe
noorden - nordo
of - od, o
olifant - elefanto
ondanks - malgre
onder - sube
onder - sub
onfortuinlijk - desfortunoza
ongerust zijn - desquietesar
ongetwijfeld - sendubite
ontmoeten - renkontrar
onweer - sturmo
onweren - sturmar
ontzettend slecht - malega
ook - anke
oom - onklo, onklulo
over - trans
park - parko
passeren - pasar
portemonnee - burso
prent - imajo
prettig - agreabla
programma - programo
regenen - pluvar
regio - regiono
schijnen - brilar
schrijven - skribar
seizoen - sezono
sleutel - klefo
sneeuw - nivo
sneeuwen - nivar
spiegel - spegulo
station - staciono
stormen - tempestar
straat - strado
strand - plajo
tante - onklo, onklino
taverne - taverno
tegenwoordig - prezenta
telefoneren - telefonar a
terugkomen - retrovenar
terwijl - dum
terwijl dat - dum ke
thuis - heme; (zelfst.nw.) hemo
toegevoegde - plusa
trek - apetito
u - vu
uit - ek; (plaats) de
uitgeven - (geld) spensar; (boeken) editar
uitstekend - ecelanta
vaas - vazo
vakantie vieren - vakancar
van - (bezittelijk) di; (originaliteit) de
verblijven - sejornar
vergeten - obliviar
verlaten - livar
veronderstellen - supozar
vliegtuig - aviono, aviacilo
voor (plaats) - avan; (tijd) ante
vriend - amiko, amikulo; (liefdes) amorato, amoratulo
vriendin - amiko, amikino; (liefdes) - amorato, amoratino
vriezen - frostar
vroeg - frua
vroeger - olim
wanneer - kande
warm - varma
wat - quo
wat voor een - quala
wat voor een hond? - quala hundo?
wat is dat? - quo esas to (zie punt 8)
we - ni
weer (klimaat) - vetero
weggaan - forirar, livar
westen - westo
wie - qua, qui (zie punt 8)
wij - ni
wijn - vino
wind - vento
winderig - ventoza
winkel - butiko
winter - vintro
wolk - nubo
worden - divenar
woud - foresto
zakdoek - naz-tuko
zanger - kantisto
zien - vidar
zingen - kantar
zitten - sidar
zo - tale
zo'n - tala
zo'n lange weg - tala longa voyo
zoeken - serchar
zomer - somero
zon - suno
zonnig - sunoza
zorgen veroorzaken - trublar
zorgvuldig - sorgoza
zuiden - sudo
MANJAJI - ETENSWAREN
butro - boter latugo - sla sauco - saus
fabo - boon margarino - margarine karno-sauco - jus
fisho - vis mustardo - mosterd sociso - worst
floro-kaulo - bloemkool onyono - ui sukro - suiker
fromajo - kaas ovo - ei supo - soep
karno - vlees pano - brood tarto - zoete taart
karoto - wortel pipro - peper ter-pomo - aardappel
kaulo - kool pizo - erwt tomato - tomaat
konfitajo - jam rostita pano - toast torto - hartige taart
kukombro - komkommer salo - zout vinagro - azijn
EN LA DOMO - IN HET HUIS
avan-chambro - voorkamer garden-pordo - tuindeur
avan-pordo - voordeur grado - tree
balno-chambro - badkamer kameno - schoorsteen
chefa pordo - hoofddeur koqueyo - keuken
chambro - kamer latrino - wc
dopa chambro - achterkamer manjo-chambro - eetkamer
dopa pordo - achterdeur moblo - meubel
dormo-chambro - slaapkamer muro - muur
eskalero - trap parieto - wand
fairo - vuur plafono - plafond
fenco - hek planko-sulo - vloer
fenestro - raam pordo - deur
fluro - overloop salono - zaal, salon, zitkamer
gardeno - tuin tekto - dak
vestibulo - hal, gang