Index bronstijd in Nederland Index eerste boeren Vroege bandkeramiek in HongarijeDe bandkeramische landbouwcultuur is waarschijnlijk afkomstig uit het Midden-Oosten, waar al rond 10000 v.C. landbouw werd beoefend. Via de lössgronden ("gele klei") in Centraal Europa verspreidde de cultuur zich. Onderweg kwam deze cultuur langs onder andere Hongarije. Het onderstaande steenrode neolithische stenen gereedschap (zie afbeelding) is verzameld in een prehistorische radiolariet mijn in Hongarije en dateren van meer dan 7000 jaar geleden. Dit prehistorisch gereedschap is heel zeldzaam en uniek.
De vroegneolitische mijnen in Veszprem werden gewaardeerd vanwege hun prachtige radiolariet dat ongetwijfeld één van de mooiste grondstoffen is dat in Centraal Europa kan worden gevonden. Binnen Centraal Hongarije hoort het bij de weinige materialen van hoge kwaliteit. Lokale mijnbouw begon in het paleolithicum, hoewel er weinig sites uit deze periode in deze regio bekend zijn. De eerste periode van intensief gebruik van de mijn in de regio en verder weg, is de vroegneolithische lineair bandkeramische cultuur (Linearbandkeramik / LBK of Linear Pottery Culture / LPC). De oudste voedsel-producerende gemeenschappen die op de Noordeuropese vlaktes verschijnen zijn die van de LBK. Die culturele horizon is tamelijk snel verspreid over greote delen van centraal en west Europa gedurende het midden van de 6e eeuw v.C., waarbij ze wat van de grondstoffen van de oorspronkelijke herkomst in Hongarije meenamen. Er zijn grote gebieden waar de LBK nederzettingen nog niet gevonden zijn. Permanente nederzettingen zijn een belangrijk kenmerk van deze vroege landbouwgemeenschappen, waarbij er vaak duidelijke bewijzen zijn gevonden van domesticatie van planten en dieren. Deze mensen bouwden massieve houten "langhuizen", die de technologische vooruitgang demonstreren die tijdens het vroege neolithicum waren gemaakt. Er zijn in en ook rond deze huizen artifacten gevonden, met name figurines, versierd aardewerk, bewerkte botten en stenen gereedschap. Lineair bandkeramische microlithen, Veszprem - Noord Transdanubië, Hongarije. Vroegneolithische periode: 5400 - 5000 v.C.
De potten, vuurstenen gereedschap, en ander stenen gereedschap die in de LBK lokatie's op de Noordeuropese vlaktes zijn gevonden, zijn in essentie vergelijkbaar met de voorwerpen die elders in oost-centraal Europa zijn gevonden. In tegenstelling tot de langhuizen op de Centraaleuropese lössgordel zijn er niet veel langhuizen gevonden in de Lage Landen. Daarentegen bestaan de LBK aardewerk lokatie's in de Lage Landen uit relatief veel afval in ondiepe kuilen, met veel scherven en veel reconstrueerbare potten. Samengevat lijken de vondsten niet hetzelfde niveau van de LBK te vertegenwoordigen als langhuis-nederzettingen elders op de lössgordel. Het stenen gereedschap wordt steeds kleiner, naarmate de ontwikkeling vordert. In het paleolithicum (de oude steentijd) gebruikte men maar 1 vuurstenen voorwerp dat voor diverse taken geschikt was. Het wordt te vaak een "vuistbijl" genoemd hoewel onderzoek en experimenten leidden tot de correctere omschrijving van "slagersmes". Het was een goed werktuig voor grote dieren zoals de wolharige olifant, het reuzenhert en andere dieren. Maar het was een grote en zware steen; te zwaar om het altijd mee te nemen. Dus sommige vooruitstrevende jagers besloten om kleinere, compactere en meer gespecialiseerde vuurstenen, gewei en benen gereedschap te maken. Het mesolithicum (midden steentijd) en het begin van het neolithicum (late steentijd) toonde het succes of van dit kleinere gereedschap. De neolithische verzamelaars stopten de vuursteen in handvaten van hout, gewei en bot om een betere grip te hebben op de scherpe kanten van het kleine vuurstenen gereedschap. Voorbeelden van dit gereedschap is zijn schrapers (om het vet van huiden te schrapen), kleine boortjes (om kleine gaten te boren in huiden om ze aan elkaar te naaien), kleine messen (om het leer te snijden), grote messen (om botten door te zagen voor het voedzame merg), dissels (om hout te bewerken) en natuurlijk bijlen (om bomen om te hakken). Overigens is het slimmer om dissels te gebruiken voor de bomen. De grote vuurstenen voorwerpen werden vaak zelfs mooi gepolijst waardoor ze langer meegingen. De honingkleur van de vuursteen lijkt op de Franse vuursteen van Grande-Pressigny. De Grande-Pressigny vuursteen werd tijdens de vroege bronstijd in heel Europa verhandeld.
Mei 2005 |