click here
Index "bronstijd in Nederland"
Index "eerste boeren in Nederland"


In Nederland gevonden pre-Romeinse munten


Een Keltische munt bij Riel (gemeente Geldrop)

door Nico Arts (destijds stadsarcheoloog van Eindhoven)

Op zaterdag 3 april 1999 vond Patrick Lodewijks (Eindhoven) met zijn metaaldector een klein bronzen voorwerp in de vorm van een schoteltje. Het blijkt een zogenaamd 'regenboogschoteltje' te zijn, ofwel: een Keltische munt. De vindplaats ligt aan de rand van een hoge bolle akker tussen het gehucht Riel en de Rielsche Loop en nog juist in Geldrop ongeveer twintig meter van de grens met Eindhoven.

Het muntje heeft afmetingen van 16 x15 x 6 mm en een gewicht van 4,1 gram en is van een legering van metalen, waarvan koper het grootste bestanddeel vormt.
Bij dergelijke munten bevindt zich meestal ook een klein gehalte zilver en soms ook goud in de legering. Door de corrosielaag op het metaal van het Rielse muntje zijn de afbeeldingen niet goed zichtbaar. Op de bolle voorzijde zijn in elk geval gedeelten van een triquetrum (een 'driebeen' in de vorm van een driepuntig 'rad') met de omringende lauwerkrans zichtbaar. Op de holle keerzijde zijn twee puntcirkels (en nog een deel van een derde) te zien alsmede de letter 'V'. Dit type munt dateert hoogstwaarschijnlijk uit de jaren circa 30 - 5 v.Chr.

Dergelijke munten werden geslagen door leden van inheemse vooraanstaande personen uit het begin van de Romeinse tijd en werden gebruikt als giftobject voor politieke en militaire bondgenoten en als betaalmiddel. In het begin van de Romeinse tijd werden dergelijke munten in onze streken onderdeel van het Romeinse muntsysteem.

Intrigerend is de vraag hoe een dergelijke munt op de vindplaats in Riel terecht kan zijn gekomen. Veel van dergelijke munten zijn bekend van inheemse cultusplaatsen.
Ook zijn er een aantal op inheemse grafvelden gevonden, zoals bij het in 1997 opgegraven grafveld bij de Mispelhoef te Eindhoven.
Maar of zich bij Riel een cultusplaats of grafveld bevindt zal vooralsnog een onbeantwoorde vraag blijven.

Met toestemming overgenomen uit:
Nieuwsbrief Archeologie Kempen - en Peelland, oktober 1998,
Keizersgracht 2
5611 GD Eindhoven
040-2452629
arch-ehv@iae.nl

Literatuur:

Nico Roymans, Keltische munten en de vroegste geschiedenis van het heiligdom. In Nico Roymans en Ton Derks (red.), De tempel van Empel. Een Hercules-heiligdom in het woongebied van de Bataven. 1994.

Nico Roymans en Wijnand van der Sanden, Celtic coins from the Netherlands and their Archaeological context, Berichten van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek 30 (1980).  

Foto's: Cor Damhuis


Een gouden Keltische munt uit Weert-Kampershoek

In 1994 deed de heer P. Verhagen op een akker in Weert-'Kampershoek' een opmerkelijke vondst: een gouden Keltische munt. Hoewel de munt niet afkomstig is van het in 1994 opgegraven terrein, lijkt deze toch in verband te staan met de daar aangetroffen sporen van een versterking uit de Late IJzertijd.
Het betreffende muntstuk (zie hierboven) is schotelvormig van doorsnede. De bolle voorzijde toont een drie-been of triquetrum, omgeven door een lauwerkrans. De keerzijde is hol en toont een reeks in pyramide-vorm gerangschikte bolletjes en ringen, welke worden omgeven door een zigzaglijn.

De munt weegt 7,01 gram en is met zijn gele kleur duidelijk van goud. *)
De munt behoort tot een type dat in de literatuur wordt aangeduid als 'gouden triquetrum -munten van de groep Mardorf'. Mardorf is een plaats in het noorden van Hessen (Duitsland, ca. 100 km noordelijk van Frankfurt), waar een grote schatvondst met munten van dit type gevonden is. De goudstukken van de groep Mardorf kennen een verspreiding die beperkt blijft tot het noordelijk deel van Hessen en het aangrenzende Middenrijngebied. Hier mag ook het productiecentrum worden verwacht. In Nederland of in België zijn tot op heden geen andere vindplaatsen van dit type bekend; het Weerter exemplaar vormt hier dus voorlopig een unicum. Opmerkelijk is wel dat uit Nederland - en met name uit het gebied van de Bataven - een groot aantal identieke in triquetrum munten van zilver en brons bekend is, doch deze zijn van iets jongere datum en lijken deels in het Nederlandse rivierengebied geslagen.
De gouden triquetrum -munten kunnen globaal in de eerste helft van de 1ste eeuw v. Chr. worden gedateerd. Dit komt overeen met de periode voor of tijdens de Romeinse verovering van Zuid-Nederland door Caesar's legioenen.
Van Caesar weten we dat de Zuidnederlandse zandgronden toen behoorden tot het woongebied van de Eburonen, vooral bekend van hun opstand tegen Caesar onder leiding van hun koning Ambiorix.

Zoals gezegd, is de munt niet gevonden op het in 1994 onderzochte terrein, maar zij kan wel in verband worden gebracht met de hier aangetroffen bewoningssporen.
De vindplaats ligt op ca 700 m oostwaarts van de binnenste omgrachting aan de Laarderweg, die uit de Late IJzertijd dateert.
De oostelijke grens van de buitenste omgrachting is niet bekend, doch deze moet dicht bij de vindplaats van de munt op Kampershoek hebben gelegen.
Als zodanig bevestigt dit onze datering van de versterking aan de Laarderweg in de Late ijzertijd; in ieder geval was hier in de eerste helft van de 1ste eeuw v. Chr. al bewoning.
De hier beschreven munt is dus een importstuk uit het Duitse Hessen, dat ergens in de eerste helft van de 1ste eeuw v.Chr. het Weerter land bereikte.
Het is een intrigerende vraag op voor wijze dat geschiedde. We weten dat gouden en zilveren Keltische munten weinig met handelsactiviteiten te maken hadden, maar vooral fungeerden als een betaalmiddel of gift-object in de sociale en politiek-militaire sfeer. Uit historische bronnen blijkt dat inheemse leiders hun aanhang of cliënten, die hen politiek en militair steunden, beloonden met goudstukken. We kunnen ons voorstellen dat een Eburoonse leider een partij triquetrum -munten kreeg van een leider uit het rechtsrijnse, Hessische gebied, waarmee deze een (tijdelijke) alliantie of bondgenootschap had. De Eburoonse leider kan de munten vervolgens intern hebben gedistribueerd onder zijn aanhang, waaronder een bewoner uit het land van Weert.
In hoeverre bovengeschetst scenario de realiteit weerspiegelt valt natuurlijk nooit vast te stellen, doch het behoort alleszins tot de mogelijkheden.

In 1995 is een nader onderzoek ingesteld op de vindplaats van de munt. Mogelijk heeft dit  nieuwe gegevens opgeleverd .

Literatuur:
Roymans, N. / van der Sanden, W. 1980: Celtic coins in the Netherlands and their archeological context, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 30.
Roymans, N. , 1995: Opgravingen in de Molenakker te Weert.

*) Men mag niet zomaar uitgaan van gouden munten, o.a. omdat Keltische stammen misschien ook het verguldingsproces kenden. Zij waren uitmuntende bronsbewerkers en konden als eersten ook brons "verzilveren" (dit heet in het Gallisch "incoctilia" ="gegoten metaal dragend"=vertind koper, wat lijkt op zilver) - ed.


Diverse overige in Nederland gevonden, pre-Romeinse munten

Oktober 2004 verscheen op het internet wat meer informatie over eenzelfde soort munt.

Regenboogschotel

Geslagen in de 1ste eeuw v. Chr. door de Kelten in het Nederlands rivierengebied/Midden Rijn
Voorzijde: een zogenaamd triquetum (symbool met drie beentjes) in een krans
Keerzijde: cirkelpatronen binnen een Keltische halsketting
Materiaal: zilver (gehalte wisselend)
Diameter: ca. 18 mm
Gewicht: ca. 6 gr

Regenboogschotel

Regenboogschotel of stater, geslagen in de 3de eeuw v. Chr. in het stroomgebied van de Rijn.
Voorzijde: vogelkop naar rechts
Keerzijde: kruis met daarboven drie bolletjes, eronder twee krullen
Materiaal: goud
Gewicht: ca. 7,5 gr

Heel opvallend is de volgende "munt":

Keltisch wiel

Vierspaaks wiel met rondingen

Voorzijde: glad
Keerzijde: glad
Gewicht: 7,1 gr
Diameter: 33 mm
Materiaal: brons


Informatie over de schrijver / editor