Wat is
kortdurende integratieve therapie?
Integratieve
kindertherapeuten onderschrijven natuurlijk het
idee dat een kind de tijd moet hebben om kind te
zijn maar tegenwoordig zijn er ook behandelmethodes
denkbaar die in relatief kort tijd resultaat
boeken.
Waarom
is dat zo belangrijk?
Op die manier kunnen
meer kinderen ook sneller geholpen worden.
In ieder geval om de
frustratie die kinderen en ouders ervaren als ze
maar niet geholpen worden minder vaak te laten
voorkomen.
Maar er
zijn nog meer redenen.
Het is natuurlijk
niet ethisch om iemand lang in therapie te nemen
als het ook kort kan.
Bovendien wordt in de
kortdurende therapie nadrukkelijk een beroep gedaan
op de hulpbronnen die de cliënt zelf in huis
heeft. Dat versterkt het idee van beheersing over
de eigen psyche. Men noemt dit ook wel de 'IK -
sterkte'.
Daarnaast is het
natuurlijk prettiger voor de portemonnee van de
ouders.
Maar het
belangrijkste argument om de therapie kortdurend te
laten zijn is gelegen in het kind zelf.
Bij het kind volgen
de levensfasen elkaar snel op.
Elke nieuwe fase
vraagt alle aandacht en energie van het kind.
Zaken uit de vorige
levensfase worden soms achtergelaten.
Dan lijkt het soms
net alsof het kind 'over een probleem heen gegroeid
is'.
Dat blijkt vaak niet
het geval.
Juist die problemen
die een kind niet heeft kunnen oplossen op het
moment dat het zich voordeed blijken de kiem te
kunnen zijn van heftige problematiek in een latere
fase.
Ook bij volwassen is
dit vaak genoeg herkenbaar.
Voorbeelden
Zo kunnen kinderen
die niet goed geleerd hebben zich te onthechten van
belangrijke anderen (ouders/verzorgers) dit in
latere levensfasen op veel verschillende manieren
uiten. De uitingsvormen lijken dan in eerste
instantie niets te maken te hebben met de
onthechtingsproblemen uit een vorige
levensfase.
Zo kunnen ook
kinderen van wie op jonge leeftijd een ouder is
overleden het verdriet jarenlang 'wegstoppen' om
plotseling in alle heftigheid het verdriet te
ervaren en op onhandige manier aandacht te vragen
voor hun verdriet. Omstanders, zelfs nabije
familieleden, hebben dan vaak geen begrip meer voor
dit verlate verdriet.
Ook van
incestproblematiek is het bekend dat dit jaren
nadien tot heftige emoties kan leiden.
Hieronder wordt de
kortdurende, integratieve kindertherapie in grote
lijnen weergegeven. Het is in de praktijk uitvoerig
getest en blijkt in de opleiding van de Nederlandse
Academie voor Psychotherapie goed overdraagbaar.
Bij een kortdurende
vorm van therapie gaat het om 7 tot 20 sessies. Bij
kortdurende kindertherapie zijn daar ook een aantal
gesprekken met de ouders aan verbonden.
1.Integratieve
aanpak
Bij het in kaart
brengen van de oorzaak en de instandhouding van de
klacht wordt rekening gehouden met de emotionele,
de fysieke, de gedragsmatige, de sociale en de
spirituele variabelen. Ook in de behandeling van de
klacht worden deze variabele meegenomen. Naast de
psychische klachten worden ook stress en
psychosomatische klachten behandeld.
De werkzame
kernfactoren die alle psychotherapieën delen
zijn empathie, warmte, acceptatie en bemoediging.
Zij worden in elk contact door de therapeut
geïntegreerd. Ook de placebotherapie wordt zo
optimaal mogelijk uitgewerkt en benut in sessies
met het kind. Placebotherapie is het therapeutische
effect van de psychotherapie op basis van
verwachtingen en geloofwaardigheid van de
therapeut.
2.Focaal
en doelgericht/oplossingsgericht
De klacht wordt
duidelijk afgebakend tot een begrensd
probleemgebied. De therapie beperkt zich tot het
oplossen van dat probleem en laat problemen, die
buiten de hulpvraag vallen, buiten de
therapeutische behandeling. Het gaat niet om
verandering van de persoonlijkheid van het kind
maar om verandering van een specifiek
probleemgebied. Niet alleen het klachtgebied wordt
afgebakend. Ook het doel van de psychotherapie
wordt nauwgezet, in positief geformuleerde
doelstellingen omschreven. De doelstellingen liggen
binnen de eigen controle van het kind en worden
zintuigspecifiek omschreven. Ze zijn begrensd in
trigger en context. Ook een inventarisatie van
hulpbronnen en beperkingen van het kind en/of de
ouders om het gestelde doel te bereiken dient de
doelgerichtheid van de therapie.
3.Trance
en imaginatie
Bij kinderen lopen de
onbewuste binnenwereld en de buitenwereld vaak nog
door elkaar, zeker wanneer het bewustzijn zich nog
niet voldoende heeft uitgekristalliseerd. Dat is
ongeveer tot het 6e levensjaar. Daarom wisselen
momenten van trance zich af met bewuste momenten.
Het innerlijk van het kind is dan vaak heel
rechtstreeks toegankelijk voor de geoefende
therapeut. Deze is dan in staat om gevoelens en
sociale relaties te laten representeren in spel,
pluche beesten, tekeningen, verhalen en dergelijke.
Het kind is dan ook toegankelijk voor
therapeutische suggesties en het gebruik van
imaginatietechnieken, metaforen, drama- en
speltechnieken die als therapeutische
gereedschappen gebruikt worden.
4.Aanpakken
van symptoom en oorzaak
De therapie is
gericht op het opsporen en wegnemen van de oorzaak
van symptomen. De oorzaak kan bestaan uit fysieke
stoornissen, conditionering, intrapsychische
conflicten, systeem- en relatieproblemen en/of
zelfvervreemding. Meestal gaat het juist om een
combinatie van deze factoren. Symptoombestrijding
en symptoomverwijdering kan op zich heel snel en
heel effectief zijn maar is pas zinvol indien de
oorzaak bekend is en niet behandelbaar blijkt.
Symptoombehandeling alleen is daarom niet genoeg,
dat leidt vaak tot verandering van symptomen. Het
snel opsporen en aanpakken van de oorzaak is
kenmerkend voor effectieve kortdurende
psychotherapie.
5.Probleemgericht
én oplossingsgericht
De huidige
kortdurende therapieën zijn gericht op het
behalen van het doel of het aanpakken van de
klacht. In de diagnosefase wordt nagegaan welk
model bij de cliënt (het kind) het beste
ingezet kan worden. Ook een combinatie van beide
modellen kan toegepast worden.
6.Zelfverantwoordelijkheid
en actieve deelname
Het kind wordt in de
therapie geactiveerd en gestimuleerd om een actieve
positie in te nemen en zoveel als mogelijk zelf het
probleem aan te pakken. Gepest worden op school kan
hierbij als voorbeeld dienen: gepest worden moet
niet alleen stoppen, het kind moet ook leren hoe
het ervoor kan zorgen dat het niet meer gepest
wordt. Door zelfverantwoordelijk gedrag aan te
leren ontwikkelt het kind zelf allerlei effectieve
manieren (gedragsrepertoires) die ook in geheel
nieuwe situaties toegepast kunnen
worden.
Deze therapeutische
strategie van zelfverantwoordelijkheid kan
gemakkelijker gevolgd worden naarmate het kind meer
ik-sterkte heeft en het gezinssysteem gezond en
open is.
7.Non-directief
op de inhoud en directief op proces
De integratieve
kindertherapeut zorgt dat hij/zij niet directief is
als het om de inhoud van informatie gaat. Zo staan
het kind en zijn/haar beleving centraal en niet de
interpretatie van de therapeut.
Het kind weet wat
zijn/haar probleem is.
Het kind kan het
oplossen en,
Het kind doet dat
ook.
De therapeut schept
de voorwaarden waarbinnen dat kan plaatsvinden.
De therapeut bemoeit
zich dus minder met de inhoud (het wat)
maar is des te meer sturend en directief op het
proces (het hoe). Dit wordt gedaan door
middel van interrupties, vragen, confrontaties,
uitdagingen en keuzen voorleggen tijdens het
proces.
Het kind speelt
graag, maar spelen tijdens de therapie wordt door
de therapeut benut om het kind daadwerkelijk te
helpen.
Gerichtheid op de
subdoelen en het einddoel van de therapie speelt
hierin een essentiële rol.
8.
Gebruik van hulpbronnen
In de kortdurende
kindertherapie wordt maximaal gebruik gemaakt van
de hulpbronnen waar het kind over kan beschikken.
Hieronder verstaan we hulpbronnen op fysiek,
emotioneel, cognitief, gedragsmatig, sociaal en
spiritueel niveau. Iedere ervaring is een hulpbron.
Het (pre-) persoonlijke en het transpersoonlijke
niveau biedt ervaringen en dus ook
hulpbronnen.
9.Ervaringsgericht
en directe verandering
Uitgangspunt is dat
het kind in het hier en nu op ervaringsniveau wordt
geconfronteerd met de symptomen, de oplossingen en
blokkades. In het levendig ervaren van de
klachtdynamiek wordt het kind tot veranderingen
gestimuleerd. Het op klassieke wijze analyseren en
duiden van de klacht wordt achterwege gelaten.
Abstracte problemen worden teruggebracht tot
directe zintuiglijke ervaringen.
10.
Gelijkwaardige relatie
Bij kortdurende
kindertherapie is er sprake van een gelijkwaardige
relatie tussen therapeut en cliënt. De
therapeut heeft vooral een gidsfunctie. Natuurlijk
blijven onvoorwaardelijke acceptatie, empathie en
erkenning essentieel.
Er wordt onderscheid
gemaakt tussen het pedagogische en het
therapeutische. Een voorbeeld hiervan doet zich
voor als een kind een kopje limonade op de rand van
een tafel plaatst. Het is dan opvoedkundig correct
om het kind te zeggen dat het kopje beter in het
midden van de tafel gezet kan worden. Een therapeut
zal eerder afwachten wat er gaat gebeuren en als
het kopje valt zal de therapeut wellicht zeggen:
Hééé, het kopje valt,
hoe vind je dat nou? De therapeut kijkt,
luistert, voelt en denkt na over de boodschap die
het kind kan geven met deze actie en zal soms ook
uitdagen door te zeggen: Doe dat nog eens een
keer!
Bron: http://www.blijtoe.info/frame_kindertherapie.htm
Op
deze site bevindt zich een lijst waar u op zoek
kunt gaan naar een therapeut voor uw
kind.
http://www.blijtoe.info/andere_therapeuten/frame_andere_therapeuten.htm
LET
OP MIJN PAGINA KUN JE OOK BEREIKEN
VIA
HTTP://GO.TO/STEUNPUNT-GEWELD
Of
neem eens een kijkje op mijn ander site die over
seksualiteit gaat en seksueel misbruik.
Klik Hier:
Naar
Vorige Pagina|
Naar
Volgende
Pagina
|