Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Geschreven door Michelle Verger.



Taal: Nederlands Vak: Nederlands Soort: Uittreksel 1. Auteur: Anna Enquist Titel: Het geheim. Uitgever (plaats): Wolters- Noordhoff (Groningen), Wolters Plantyn (Deurne). Jaar van uitgave: 1999 Jaar van eerste uitgave: 1997. Kleur: zwart. Categorie: G; 1970 en heden. Aantal blz.: 191. 2. Titelverklaring (ook ondertitel). Naast alle geheimen die in het leven van Wanda een rol spelen blijkt er één groot geheim te zijn dat pas laat aan haar en de lezer wordt onthuld. Dat geheim slaat op de afkomst van Wanda. Aan het einde van het boek blijkt ze de dochter te zijn van haar pianoleraar 'meneer De Leon' (daar komt dus haar talnet vandaan). Haar moeder heeft dit altijd voor haar verborgen gehouden. 3. Motto? Geen motto. 5. Thematiek. Er zijn verschillend thema's. Het belangrijkste thema is geheimen. Geheimen spelen een belangrijke rol in het leven van Wanda. Allereerst Koos met de trekharmonica, de vriend van Stina; over hem mag ze niet praten tegen haar ouders. Vervolgens moet ze de aanwezigheid van haar mongoolse broertje verzwijgen, omdat de Duitsers dit kind misschien weg zouden komen halen. Ze heeft 'geheimen gedachten' (pag. 56) over haar toekomst. De brief voor meneer de Leon moet ook strikt geheim blijven en meteen worden verbrand. Daarnaast ervaart ze dat de volwassenen geheimen voor haar hebben, ze vertellen bijvoorbeeld niet dat ze weten over het lot van meneer de Leon, die in Auswitsz is vergast. Het grootste geheim blijkt met hem en haarzelf samen te hangen; meneer de Leon is de vader van Wanda. Naast geheimen neemt de dood een grote plaats in Wanda's leven in. Allereerst is daar de levensgrote aanwezigheid van de dood van meneer de Leon. Dan sterft har vader. Haar ongeboren kind gaat dood nog voordat het levensvatbaar was en daarmee het huwelijk met Bouw. Als haar moeder sterft laat ze Wanda met een half ontsluierd geheim achter. Beeldend is dat Wanda In het Franse plaatsje bij de genezende (troostende) baden gaat wonen, vlakbij het kerkhof. Eenzaamheid, de ander niet kunnen bereiken, is een van de thema's in het boek. Wanda is een voorbeeld ervan; zoals ze geen woorden heeft voor haar gevoelens, maar zich alleen in de muziek kan uiten. Een relatie aangaan kan ze niet, slechts vluchtige verliefdheden kan ze aan. Zoals Wanda afgesloten leeft van haar gevoel waar het andere mensen en haar verleden betreft, zo lijkt ze haar gevoel voor de muziek, het zelf spelen ineens af te snijden, wanneer haar ziekte wordt benoemd. Pas door de brief van Bouw en de komst van de vleugel, kan ze haar gevoel weer voorzichtig toelaten. 6. Motieven. Een motief in het boek is het lijflied van Wanda's moeder: "Glücklich ist wer vergisst was nicht mehr zu ändern ist." Dat betekent: "geluk is, wat vergeten is, is niet meer te veranderen." Het lijkt een overlevingsmotto van Emma, dat doorgegeven wordt aan Wanda, die de dingen en vooral mensen die haar raken en daardoor ook verdriet (kunnen) doen, het liefst zo snel mogelijk vergeet in de muziek; maar de kunst om gelukkig te worden verstaat ze niet. Opvallend is ook dat de opbouw van het boek doet denken aan een muziekstuk: door de drie lijnen, als muziekpartijen of stemmen, en de afwisseling van korte en lange hoofdstukken. 7. Perspectief. Een alwetende verteller brengt het verhaal wisselend per hoofdstuk vanuit perspectief Wanda- vroeger en Wanda- nu en vanuit het perspectief van Bouw Kraggenburg- nu. 8. Personages. Wanda Wiericke werd geboren op 18 april 1933 in Leiden als eerste dochter van Emma en Egbert Wiericke (die niet zo'n gelukkig huwelijk hadden). Ze is voormalig concertpianiste van bijna 60 jaar en lijdt aan reumatoïde artritis waardoor ze niet meer kon en wilde spelen. Ze leeft teruggetrokken in een plaatsje in de Franse Pyreneeën waar ze in zwavelbaden verlichting vindt voor de pijnen. Wanda heeft al vroeg geleerd zichzelf bezig te houden, vooral met muziek en om geheimen te bewaren. Daardoor is ze zwijgzaam geworden; thuis werden gevoelens ook nauwelijks uitgesproken. Het huwelijk met Bouw Kraggenburg liep al snel stuk door haat ambities in de muziek. Bouw Kraggenburg is de ex-man van Wanda, een arts in ruste, de zestig al voorbij. Hij werkte ooit in de zwakzinnigenzorg en was de arts van Wanda's broertje Frank. Hij is nu getrouwd met de zeven jaar jongere Johanna, samen hebben ze kinderen die het huis al uit zijn. Wanda is hij uit het oog verloren. Wanneer hij bij toeval wat over haar leest tijdens een paar weken afwezigheid van Johanna, volgt hij zijn gevoel en gaat naar haar op zoek. Emma Wiericke is de moeder van Wanda, een vrouw die beknot (beperkt) lijkt door haar huwlijk met de advocaat Egbert en haar geestelijk gehandicapte zoon. Wanda is diegene die haar ambities in de muziek weet voort te zetten. Ze steunt haar daar ook in. Na de dood van haar man pakt ze haar vroegere zangcarrière weer op en ontmoet een nieuwe man, de Vlaming Guido de Bock, een Bourgondische (uitbundig) type die haar weer levenslustig maakt en tot haar dood bij haar blijft. Vlak voor ze sterft onthult ze Wanda het geheim over haar afkomst. Max de Leon is de Joodse pianoleraar (én vader!) van Wanda. Hij was de repetitor (repeteert stof met leerling voor een examen) van haar moeder, maar toen zei gestopt was met zingen kon Wanda bij hem les krijgen. Hij leert haar veel over muziek en over de oorlog die uitgebroken is. Wanda ziet hoe hij wordt weggevoerd, wanneer ze juist naar hem op weg is met een brief waarin staat hoe hij kan onderduiken. Dit beeld blijft haar haar hele leven bij. Ze erft van hem twee koffers met muziek. Als Wanda erachter is gekomen dat 'meneer de Leon' haar vader is, heeft ze pas door dat ze haar muzikale talent van hem afkomstig is. 9. Tijd. In het boek lopen twee tijden door elkaar: het heden en het verleden. Het verleden komt elk hoofdstuk dichter bij het heden tot het op het laatst één verhaal is. Het loopt vanaf 1933 tot aan het begin van de jaren negentig. 10. Ruimte. Het verhaal speelt hoofdzakelijk in Leiden en het Franse kuuroord Ax-les-Thermes (waarschijnlijk omdat de baden misschien helpen tegen haar reuma). 11. Achtergronden. Over leven en werk van Anna Enquist. Anna Enquist wordt als Christa Broer geboren op 19 juli 1945 te Amsterdam. Ze groeit op in Delft, war ze het gymnasium volgt. Al vanaf haar lagere- schooltijd speelt ze piano. "Als kind fantaseerde ik dat ik pianiste zou worden. In een prachtige jurk op het podium, al die mensen vasthouden met de liedjes die je speelt," vertelt ze daar later over. Eigenlijk wil ze na haar eindexamen dan ook het liefst naar het conservatorium. Maar omdat ze niet weet of ze met pianospelen haar brood kan verdienen én omdat iedereen om haar heen vindt dat iemand met hersens toch op zijn minst naar de universiteit moet, gaat ze in 1963 toch maar klinische psychologie studeren in Leiden. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Als ze is afgestudeerd en ze op een dag langs het Haagse conservatorium loopt, denkt ze opeens: als je het wilt, moet je het nu doen! Ze rent naar binnen en haalt een inschrijfformulier. En zo komt het dat ze van vanaf 1969- naast haar baan in de zwakzinnigenzorg- 's avond piano studeert. "Nu, veel en veel later, merk ik dat ik er ook bij het schrijven van poëzie veel aan heb. Puur vakmatig: hoe je een stuk opbouwt naar een climax, hoe je eenheid en verwantschap tussen thema's maakt, ritme, de terugkeer van klanken. Ze trouwt ondertussen met de Zweedse musicus Bengt Widlund, met wie ze twee kinderen krijgt. In de jaren tachtig volgt Enquist in Amsterdam de opleiding van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse. Als ze in 1987 met de opleiding klaar is, besluit ze haat muziekcarrière af te breken. "Ik kon een baan krijgen op het Psychoanalytisch Instituut. Voor die tijd was ik half pianiste en half psychologe. Ik studeerde te weinig om als pianiste op niveau te blijven. Ik kon niet meer naar mezelf luisteren, omdat ik wist hoe het vroeger had geklonken. Die achteruitgang deed pijn. Maar afscheid nemen was zo mogelijk nog pijnlijker, soms zelfs ondraaglijk. Merkwaardig genoeg komt er meteen wat anders voor de piano in de plaats: dichten. "Kennelijk was ik gewend om mijn ervaringen uit het dagelijks leven op een emotionele manier in de muziek te reflecteren," verklaart Enquist zelf. Doordat veel van haar thema's een grote rol hebben gespeeld in haar eigen leven, zijn ze goed herkenbaar voor de lezer. Ze schreef de poëzie niet onder haar eigen naam: Christa Widlund, maar onder pseudoniem: Anna Enquist. In die tijd schreef ze ook weleens wetenschappelijke artikelen in vaktijdschriften, onder haar eigen naam. Om dat schrijven van literaire teksten iets heel ander is, wilde ze het uit elkaar houden. Het had achteraf helemaal geen zin, want toen ze zo'n bekendheid kreeg, stond ze overal met een foto in de krant, iedereen wist het al snel. Het pseudoniem 'Anna Enquist' is Zweeds, en het betekent zoiets als: knoest van een jeneverbesstruik. Ze vond dat wel aardig. Qua stijl wordt Enquist gerekend onder het anekdotisch- ironisch realisme. Dit wil zeggen dat ze op een humoristische of ironische manier de werkelijkheid schetst. Twee belangrijke stijlkenmerken zijn: de spanning en de spontaniteit die uit haar werk naar voren komen. In 'Het geheim' zijn de personages met een zekere afstandelijkheid beschreven en maken het daardoor moeilijk om echt een verbinding met ze te krijgen. Door heel het boek heen kun je als lezer de spanning voelen van de drie verhaallijnen: (waar) komen ze bij elkaar? Deze spanning loopt parallel aan die van een mogelijke ontmoeting tussen Bouw en Wanda. De spontaniteit komt bijvoorbeeld door de sfeer. De sfeer in 'Het geheim' is vrij eenzaam. Wanda moet alles op haar eigen houtje doen, omdat alleen de muziek 'haar vriend' is. Wanda is op de een of andere manier heel eenzaam, omdat er zo weinig andere mensen zijn zoals haar. Ze leeft voor zichzelf en de muziek. Hoewel Anna Enquist enorm veel succes heeft met haar literaire werk, heeft ze niet het idee dat ze nu een geslaagd schrijfster is: "Ik schrijf niet om succes te hebben -ik vind 't wel leuk, het doet me wat. Maar ik schrijf omdat ik een onderwerp een vorm wil geven die blijft. Schrijven is ook een manier om iets bij je te houden, om te zorgen dat het niet wegslijt."