De brandt's vleermuis en de gewone baardvleermuis lijken sterk op elkaar.
Pas sinds 1958 wordt in Europa onderscheid gemaakt tussen deze soorten.
Ter vergelijking met de baardvleermuis heeft de volwassen brandt's vleermuis
een lichte, goudgelige vacht op de rug en een lichte oorbasis.
In de praktijk blijkt het echter niet altijd mogelijk
de soorten met die kenmerken te onderscheiden.
Tot nu toe zijn beide soorten alleen op grond van gebitskenmerken
en bij mannetjes aan de vorm van de penis met zekerheid van elkaar te onderscheiden.
Bij de brandt’s vleermuis is deze verdikt, bij de baardvleermuis niet.
De geluiden die met een batdetector te horen zijn van deze soorten
zijn niet van elkaar te onderscheiden.
De brandt’s vleermuis heeft een spanwijdte van 19 tot 24 cm.
Hij vliegt in de vroege schemering uit, jaagt op middelmatige hoogte en is snel en behendig.
Door de sterke gelijkenis met de gewone baardvleermuis is de kennis
van de verspreiding van de brandt's vleermuis nog onvolledig.
In Europa lijkt de brandt's vleermuis vooral een Noordoostelijke soort te zijn.
In het buitenland zijn zomerverblijfplaatsen van Brandt's vleermuizen aangetroffen
in spleten in gebouwen en bomen, en in vleermuiskasten.
In Nederland zijn van de Brandt's vleermuis in de zomer vrijwel geen waarnemingen bekend.
In de periode 1999-2001 werden door gericht onderzoek in Nederland
tijdens de winter enkele brandt's vleermuizen in mergelgroeven in Limburg aangetroffen,
en verder één in een fort in Gelderland en ook één in een fort in Utrecht.
Op basis van de gevonden aantallen mag worden aangenomen
dat deze soort in Nederland (zeer) zeldzaam is.
Van het buitenland is bekend dat de brandt's vleermuis voor zijn jachtterrein
sterker dan de gewone baardvleermuis aan een bos- en waterrijke omgeving gebonden.
Hij wordt minder dan baardvleermuizen in de buurt van mensenlijke nederzettingen gevonden.
De brandt's vleermuis jaagt vooral boven paden en open plekken in het bos en minder aan bosranden en houtwallen.
In het buitenland zijn zomerverblijfplaatsen gevonden in smalle spleten op zolders,
in ruimten tussen dakbetimmering en dakpannen en in platte vleermuiskasten.
In de winter wordt de Brandt's vleermuis gevonden op relatief koude plaatsen
in groeven, grotten, mijnen en bunkers.
Van brandt's vleermuizen is bekend dat zij over vrij grote afstanden
(tot 700 km) kunnen migreren.
Terug naar:
