De siberische grondeekhoorn is een kleine eekhoorn.
Hij heeft een bruingrijze bovenzijde met vijf zwartbruine lengtestrepen.
De onderzijde is witgrijs en hij heeft een rossige kop met een witte lengtestreep.
De grijsachtige staart is in het bezit van drie lengtestrepen.
Van oorsprong komt hij uit Azië, maar hij is als huisdier
in West-Europa ingevoerd en daar losgelaten of ontsnapt.
Hier hebben plaatselijk kleine populaties kunnen vormen.
In Nederland komt hij met name voor in Lochem en Moergestel.
De siberische grondeekhoorn komt uitsluitend voor in bossen.
In zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied is hij gebonden aan larix of den.
Hij is uitsluitend overdag actief.
Het is een gronddier dat echter zeer goed en zeer hoog kan klimmen.
Hij komt tot in de hoogste boomtoppen.
Ook worden er burchten gegraven, dikwijls tussen boomwortels.
Deze liggen in kolonies bij elkaar, maar elk dier heeft zijn eigen territorium.
Het voedsel is meestal plantaardig: (boom)zaden, knoppen, paddestoelen,
bessen, granen, waarbij het voedsel in wangzakken verzameld kan worden.
Soms worden ook insecten, eieren en jonge vogeltjes gegeten.
Ook begraaft hij voedselvoorraadjes voor slechtere tijden.
Meestal is er één worp per jaar waarbij er 3 tot 6 jongen geboren worden.
Terug naar:
