Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Steenmarter

Martes foina
Marterachtigen

De steenmarter is in de vrije natuur moeilijk van de boommarter te onderscheiden.
Het meeste houvast geven nog de lichtere snuit van de steenmarter
en het feit dat bij deze soort de oren nauwelijks boven de kop uitsteken.
De pels is donkerbruin maar lijkt grijsachtigbruin,
omdat de dichte en grijze ondervacht er doorheen schemert.
Op de keel bevindt zich een grote, witte vlek die zich als een vork
naar achteren uitbreidt tot het midden van de binnenkant van de voorpoten.

Zijn voorliefde voor steenachtige biotopen en schuilplaatsen, zoals steengroeven,
rotsige hellingen en ook gebouwen, gaven dit roofdier zijn naam.
Net als de boommarter komt de steenmarter in gemengde bossen en bosranden voor,
maar daarnaast ook in volkomen bosloze gebieden.
Hij voelt zich vooral thuis op boerenerven waar de landbouw
nog min of meer kleinschalig wordt bedreven, met oude schuren, heggen en geriefbosjes.
Meer en meer verschijnt hij ook in de steden.
De grootte van het leefgebied bedraagt bij ons gemiddeld 500 ha.
Oudere dieren en stadsdieren bezetten de kleinste gebieden.
De oudere dieren bezitten de beste gebieden.
De stadsdieren vinden meer voedsel op een kleinere oppervlakte.
Jonge dieren maken grote trektochten tot buiten hun eigen gebied.
Meerdere territoria van vrouwtjes vallen binnen het mannetjesterritorium.

Hoewel de steenmarter dicht in onze nabijheid kan wonen,
leidt dit nachtdier zo'n verborgen leven, dat hij vaak pas wordt opgemerkt
als hij in een kippen- of duivenhok heeft huisgehouden.
Het gefladder van de opgesloten vogels wekt steeds opnieuw
zijn jachtlust op, een situatie waarin hij in de vrije natuur nooit verzeild raakt.
Vanwege zijn zeldzaamheid moet men hem deze 'slechte gewoonte' echter maar vergeven.
De steenmarter voert met gemak sprongen van anderhalve meter uit.
Ook bij het galopperen maakt hij enorme sprongen.
Bovendien is hij een meester in het besluipen, een behendig klimmer en een goed zwemmer.

De steenmarter zoekt hoofdzakelijk voedsel langs lijnvormige landschapselementen.
Hij eet wat hij te pakken kan krijgen: knaagdieren, jonge konijnen, vogels,
eieren, insecten, kikkers, regenwormen en vruchten en bessen.
In de winter eet hij ook spitsmuizen en ook verorbert hij egels.
Ze verorberen hun voedsel niet altijd ter plaatse,
maar verslepen ze vaak naar een veiligere plek.

Steenmarters paren tijdens de zomer.
In de paartijd ruiken steenmarters erg sterk,
zodat de verschillende seksen elkaar makkelijk kunnen vinden.
Tussen de mannetjes vinden er in die periode niet zelden verwoede gevechten plaats.
De daaropvolgende draagtijd duurt 9 maanden (inclusief de - voor marterachtigen typische - lange kiemrust).
Per jaar is er één worp van twee tot zeven jongen, die bij de geboorte blind zijn
en bedekt met een grijsachtige vacht van zeer korte haartjes.
De oogjes gaan na een week of vijf open en drie tot vier weken later worden de jongen gespeend.
Na drie maanden zijn ze zelfstandig en zoeken dan een eigen territorium.
Jonge steenmarters zijn te herkennen aan de grijze pels op de rug.

De belangrijkste vijand van deze marter is de mens, maar tegelijkertijd
weet hij zich in diens omgeving beschermd tegen zijn natuurlijke vijanden.
Officieel mag hij in een aantal landen, o.a. Nederland, niet meer zonder vergunning worden bejaagd.
Er zijn echter maar weinig mensen die een marter in hun omgeving dulden,
zodat veel dieren clandestien worden gedood.

Toch is er ook dan een andere mogelijkheid.
Zowel de steen- als de boommarter hebben een gruwelijke hekel aan lawaai
dat wordt veroorzaakt door metalen voorwerpen.
Zij raken dan echt buiten zichzelf en kunnen zo zelfs uit hun schuilplaats
verdreven worden, zonder dat er gemoord behoeft te worden.
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Zoogdieren
Soort bij soort