Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Woelrat

Arvicola terrestris
Woelmuizen

In het water lijkt de woelrat op een bruine rat,
maar zijn lichaam is duidelijk dat van een woelmuissoort met een stompe kop.
De woelrat is ongeveer even groot als een bruine rat,
maar hiervan direct te onderscheiden aan de stompere snuit, de langere, glanzende,
donkerbruine vacht waarin de korte, behaarde oren vrijwel verdwijnen, en de kortere staart.
Het wijfje is iets kleiner dan het mannetje.
Nu en dan komen er volkomen zwarte woelratten voor
en soms ook exemplaren met een witte staartpunt.

Woelratten worden door sommigen 'waterratten' genoemd,
maar dit geeft verwarring met de slechts in de verte verwante bruine rat,
die ook wel als 'waterrat' wordt aangeduid.
Bruine ratten wonen soms ook in holen in oevers en zwemmen eveneens vrij veel,
maar blijven het liefste in de buurt van gebouwen en leven vaak bij vervuild water.
Woelratten geven de voorkeur aan niet verontreinigd water in betrekkelijk rustige gebieden,
bijvoorbeeld langs rivieren of bij plassen en meren.
Daarnaast komen woelratten ook op vrij grote afstand van het water in boomgaarden,
bollenvelden en dergelijke voor, waar ze de meeste tijd ondergronds blijven.
Bij het zwemmen steekt de stompe snuit boven water en ontstaat er een V-vormig golfpatroon.
Ze gebruiken bij het zwemmen alle vier hun poten.

Bij het graven werpen woelratten, net als mollen, aardhopen op,
maar anders dan bij deze gravers ligt de gang niet onder, maar naast de hoop.
Woelratten die aan de waterkant leven, bewonen vaak maar een smalle oeverstrook,
die begrensd wordt door kleine hoopjes uitwerpselen.
Een mannetje bezit gemiddeld een reep van circa 125 meter
en brengt hierop dikwijls zijn gehele leven door.
Het territorium van een wijfje is meestal slechts half zo groot
en bovendien verhuist zij soms.

In het vroege voorjaar doet de woelrat zich vooral tegoed aan uitbottende blaadjes van de wilg.
Hierbij klimt hij over de over het water hangende takken,
maar erg goed gaat hem dit niet af en vaak bereikt hij stuntelend zijn doel.
Hij voedt zich verder met wortelen, kruiden, blad en vruchten.

De paartijd duurt van maart tot oktober.
Elke draagtijd is 21 tot 23 dagen lang.
Soms wordt er in moerassen aan de voet van zeggen een nest
van gevlochten stengels gebouwd, maar meestal ligt het ondergronds in een gangenstelsel.
Een wijfje kan in een jaar 4 à 5 worpen grootbrengen van 2 tot 10 jongen.

Gemiddeld leeft de woelrat niet langer dan vijf jaar.
Veel vijanden maken hem het leven zuur zoals de mens, de reiger,
hermelijn, wezel, otter, snoek en bruine rat.
Een indringer kan er wel op rekenen de hele familie woelrat
op zijn nek te krijgen, waarbij vooral de mannetjes huis en haard moedig verdedigen.
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Zoogdieren
Soort bij soort