Burgerlijk Wetboek (uittreksel)
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 1. Algemene
bepalingen
Artikel 2
Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt
als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit
vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te
hebben bestaan.
Artikel 3
- De graad van bloedverwantschap wordt
bepaald door het getal der geboorten, die de
bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een
erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het
vaderschap of een adoptie als een geboorte.
- Door huwelijk of door geregistreerd
partnerschap ontstaat tussen de ene echtgenoot dan wel de
ene geregistreerde partner en een bloedverwant van de
andere echtgenoot dan wel de andere geregistreerde
partner aanverwantschap in dezelfde graad als er
bloedverwantschap bestaat tussen de andere echtgenoot dan
wel de andere geregistreerde partner en diens
bloedverwant.
- Door ontbinding van het huwelijk wordt
de aanverwantschap niet opgeheven.
Titel 2. Het recht op
de naam
Artikel 4
- Een ieder heeft de voornamen die hem
in zijn geboorteakte zijn gegeven.
- De ambtenaar van de burgerlijke stand
weigert in de geboorteakte voornamen op te nemen die
ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande
geslachtsnamen tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen
zijn.
- Geeft de aangever geen voornamen op,
of worden deze alle geweigerd zonder dat de aangever ze
door een of meer andere vervangt, dan geeft de ambtenaar
ambtshalve het kind een of meer voornamen, en vermeldt
hij uitdrukkelijk in de akte dat die voornamen ambtshalve
zijn gegeven.
- Wijziging van de voornamen kan op
verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke
vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De
wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere
vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd,
overeenkomstig artikel 20a, eerste lid. In geval
van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland
geboren persoon geeft de rechtbank die de beschikking
geeft, voor zoveel nodig ambtshalve hetzij een last tot
inschrijving van de akte van geboorte dan wel van de akte
of de uitspraak, bedoeld in artikel 25g, eerste
lid, hetzij de in artikel 25c bedoelde
beschikking.
Artikel 5
- De geslachtsnaam van kinderen geboren
uit een huwelijk met een lid van het koninklijk huis
wordt bij koninklijk besluit bepaald.
Artikel 6
De geslachtsnaam wordt ten aanzien van een
ieder dwingend bewezen door de akte van geboorte.
Artikel 7
- De geslachtsnaam van een persoon kan
op zijn verzoek, of op verzoek van zijn wettelijke
vertegenwoordiger, door de Koning worden gewijzigd.
- ...
- Een wijziging of vaststelling van de
geslachtsnaam door de Koning heeft geen invloed op de
geslachtsnaam van de kinderen van de betrokken persoon
die voor de datum van het besluit meerderjarig zijn
geworden of die niet onder zijn gezag staan.
- ...
- Bij algemene maatregel van bestuur
worden regelen gesteld betreffende de gronden waarop de
geslachtsnaamswijziging kan worden verleend, de wijze van
indiening en behandeling van verzoeken als in het eerste
en het tweede lid bedoeld en betreffende het voor
wijziging van de geslachtsnaam verschuldigde recht.
- Indien Onze Minister van Justitie
voornemens is een voordracht te doen voor een koninklijk
besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als
bedoeld in het eerste of tweede lid, deelt hij dit
voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker en degene
wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het
verzoek op de geslachtsnaam van een minderjarige
betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de
minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging is
verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke
mededeling van het voornemen geldt als een beschikking.
Zie de Regelen betreffende verzoeken tot
naamswijziging en tot naamsvaststelling.
Artikel 8
Hij die de naam van een ander zonder diens
toestemming voert, handelt jegens die persoon onrechtmatig,
wanneer hij daardoor de schijn wekt die ander te zijn of tot
diens geslacht of gezin te behoren.
Artikel 9
- Een vrouw die gehuwd is of die gehuwd
is geweest dan wel wier partnerschap geregistreerd is of
is geweest en die niet is getrouwd na beëindiging van de
registratie of is hertrouwd dan wel niet een
geregistreerd partnerschap is aangegaan na beëindiging
van het huwelijk of opnieuw is aangegaan, is steeds
bevoegd de geslachtsnaam van haar echtgenoot of van haar
geregistreerde partner te voeren of aan de hare te doen
voorafgaan dan wel die te doen volgen op haar eigen
geslachtsnaam.
- Indien het huwelijk door echtscheiding
is ontbonden en daaruit geen afstammelingen in leven zijn
dan wel indien het geregistreerd partnerschap op de wijze
bedoeld in artikel 80c, onder c of d,
is beëindigd, kan de rechtbank, wanneer daartoe gegronde
redenen bestaan, op verzoek van de echtgenoot of de
gewezen geregistreerde partner aan de vrouw de haar in
het eerste lid toegekende bevoegdheid ontnemen.
- Het eerste en tweede lid zijn van
overeenkomstige toepassing ten aanzien van de man die
gehuwd is of gehuwd is geweest dan wel wiens partnerschap
geregistreerd is of is geweest en die niet is getrouwd na
beëindiging van de registratie of is hertrouwd dan wel
niet een geregistreerd partnerschap is aangegaan na
beëindiging van het huwelijk of opnieuw is aangegaan.