Op akkers, braakgrond, in lichte bossen, langs spoor-
en wegbermen en oevers komt de Akkerdistel veelvuldig voor.
Het is een overblijvende plant waarvan de wortels
tot bijna 3 meter diep in de bodem dringen.
Ook bovengronds mag hij er wat betreft de lengte zijn
want 1,5 meter is geen uitzondering.
De gegroefde en zich vertakkende stengel is massief
en voorzien van getande en stekelige bladeren die verspreid staan.
Aan de onderzijde kunnen ze zowel kaal als viltig behaard zijn.
De bloemkroon wordt gevormd door licht violette buisbloemen.
Zij worden omgeven door een rood aangelopen omwindsel
dat tot 2 cm lang is en spinnewebachtig behaard.
Meestal zijn de bloemen tweeslachtig, maar er zijn ook
vrouwelijke planten met kleinere bloemhoofdjes.
Vanaf juni tot in september zijn de bloemen te bewonderen.
De geurige bloemen worden door veel insekten bezocht,
vooral door vlinders en hommels.
Akkerdistel heeft een sterke geslachtelijke voortplanting
waarbij een plant wel 6000 vruchtjes kan vormen.
Deze zaden zijn zg. schermvliegers
die bij gunstige wind wel 10 km ver kunnen vliegen.
Terug naar: