Amandelwolfsmelk heeft een ronde, behaarde stengel
en wordt tot 70 cm hoog.
Wanneer de stengel doorgebroken wordt komt er een wit melksap uit
dat een zeer branderig en bijtend gevoel geeft op de huid.
Aan het onderste gedeelte van de stengel staan de bladeren
in een krans, bovenin staan ze verspreid.
De lancetvromige bladeren hebben een leerachtig uiterlijk
en zijn zacht behaard.
De groengekleurde bloemen worden gevormd in april en mei.
Ze bestaan uit enkel vergroeide hoogtebladen
die een rondachtig geheel vormen.
Hierbinnen bevinden zich 1 – 8 meeldraden en 3 stampers.
In Nederland komt Amandelwolfsmelk alleen voor
in een hellingbos in het westelijk deel van Zuid-Limburg.
Het is een plant van vochtige loofbossen en
ze houdt van een kalkrijke bodem.
Terug naar: