De Beemdooievaarsbek is een tot 80 cm hoge plant
met borstelig behaarde en gaffelvormig vertakte stengels.
De bladeren zijn diep ingesneden.
De grondbladen en de onderste stengelbladen zijn lang gesteeld.
Het oppervlak is ruw behaard en de bladrand getand.
De tegenoverstaande stengelbladeren zijn kleiner.
Van juni tot augustus wordt en gebloeid met paarse, alleenstaande bloemen.
Deze hebben 5 kroonbladen die tot 2 cm lang kunnen worden.
Na de bloei knikt de bloemsteel naar beneden om zich later,
bij de vormig van de vruchten weer op te richten.
Naast tweeslachtige planten zijn er ook vrouwelijke
met kleinere bloemen.
De splitvruchten zijn tot 3 cm lang en vallen uiteen in 5 eenzadige
deelvruchtjes die met de snavels aan elkaar verbonden blijven.
Aan de onderzijde springen ze plotseling los
van de centrale zuil die hen verbindt, en hierbij
worden de deelvruchtjes soms wel 2 meter weggeslingerd.
In Nederland is de Beemdooievaarsbek zeldzaam.
Ze is te vinden in hooilanden met weinig andere soorten planten.
Ook op oevers en wegbermen wordt ze wel aangetroffen.
Terug naar: