Beenbreek is een tot 30 cm hoge, onbehaarde plant met rechtopgaande stengels.
De lintvormige bladeren staan in twee rijen langs de stengel
waarbij ze naar boven toe kleiner worden.
Ze hebben een gave rand en een spitse top.
Aan de top gaan ze over in de schutbladen van de bloeiwijzen.
De tamelijk lang gesteelde bloemen vormen losse trossen
die te zien zijn van juni tot augustus.
De 6 kroonbladen zijn aan de buitenzijde groen gekleurd
en aan de binnenzijde geel.
In het midden bevinden zich 6 wollig behaarde meeldraden
met rode helmhokken en 1 stamper.
Na de bloei vouwen de kroonbladen zich samen
en ontwikkelen zich de zaden in slanke, toegespitste doosvruchten.
De naam Beenbreek komt van de legende dat schapen
die haar zouden eten sneller hun poten zouden breken.
Dit is niet waar maar de legende is wel te begrijpen.
Beenbreek groeit voornamelijk op drassige terreinen.
Juist dergelijke drassige en bultige tereinen zijn geen ideale plek
om schapen te laten grazen en hier lopen ze inderdaad
meer risico om hun poten te breken.
Beenbreek is een in Nederland beschermde plant
die zeer gevoelig is voor uitdroging.
Terug naar: