De rachtopstaande stengel van het Bosvergeet-mij-nietje
is rond van vorm, heeft een behaard oppervlak
en wordt tot 40 cm hoog.
Verspreid hierlangs zitten de ongesteelde bladeren
die lancetvormig zijn en een gave rand hebben.
Het oppervlak is eveneens zacht behaard.
Van mei tot juli worden de blauwe bloempjes gevormd
die een geel hart hebben.
De kroon is minstens 5 mm breed en bestaat uit 5 kroonbladen.
Na de bloei groeit de kelk uit tot 5 mm lengte
en is hij bezet met afstaande, haakvormige haren.
Bosvergeet-mij-nietje komt alleen in het wild voor
in Zuid- en Midden-Limburg waar ze vaak linten
langs wegen en spoorbanen vormt.
Voordat de hogere kruiden hier uitgroeien heeft zij
haar bloeiperiode reeds achter de rug en profiteert dan
van de beschaduwing van deze kruiden.
Vergelijkbaar met:
Moerasvergeet-mij-nietje
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten