Brede waterpest dankt haar naam aan de vrij brede bladeren
en haar snelle groeivermogen dat haar vroeger
tot een pest maakte in veel wateren.
Haar ondergedoken stengels zijn rond van vorm.
De bladeren bevinden zich hier kransstandig omheen.
Ze zijn lancetvormig met een stompe top.
De plant kan zich op twee manieren voortplanten: zaad en stekken.
Vanaf mei tot augustus piepen de gesteelde
en alleenstaande bloemen boven het wateroppervlak uit.
Deze zijn wit van kleur en hebben 3 kroonbladen.
Voortplanting door zaad gebeurt niet in Nederland.
De bloemen zijn namelijk allemaal vrouwelijk.
Bevruchting kan dus niet plaatsvinden.
Brede waterpest komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika
en is in de eerste helft van de 19e eeuw in Europa ingevoerd.
Haar verdere verspreiding over Europa heeft ze te danken
aan botanici die werden gefascineerd door haar snelle groei.
In veel wateren werd ze uitgezet om die snelle groei te bestuderen.
Het gevolg was dat in de tweede helft van de 19e eeuw een groot aantal
oppervlaktewateren zo volgegroeid was met Brede waterpest,
dat schepen en vissers er ernstig hinder van ondervonden.
Door de achteruitgang van de waterkwaliteit in Nederland
tref je de plant tegenwoordig niet meer zo massaal aan.
Ze komt nu vrij algemeen voor in het laagveengebied
en is zeldzaam langs de grote rivieren.
Terug naar: