Deze zwak behaarde plant bereikt een hoogte tot 1 meter.
De stengelbladeren zijn smal lancetvormig en hebben
een gave of iets getande rand.
De kleine bloempjes bloeien vanaf juli tot aan de eerste vorst.
Ze vormen talrijke hoofdjes die tot 5 mm lang zijn.
De witte lintbloemen zijn nauwelijks langer
dan het omhulsel dat ze samenhoudt.
De buisbloemen zijn zelfs nog korter
en hebben een geelachtigwitte kleur.
De behaarde vrucht is ongeveer 1 mm lang.
In ons land komt de plant algemeen voor.
Vooral op droge, matig stikstofrijke zandgronden
voelt ze zich lekker.
Met name is ze te vinden op braakliggende terreinen
en verwaarloosde tuinen en bouwterreinen.
Gedurende één of twee jaar vormt ze dan de overheersende begroeiing.
Terug naar: