Driebloemige nachtschade heeft opstijgende
of bovengronds liggende stengels.
Verspreid hierlangs staan de enkelvoudige bladeren
die veervormig zijn ingesneden.
De bladeren hebben een spitse top.
Van juni tot aan de eerste vorst bloeit de plant
in schermvormige trossen.
Deze bestaan meestal uit twee en soms uit drie bloemen
waardoor bij de naamgeving de plank lichtelijk mis geslagen is.
De 5 kroonbladen zijn wit van kleur.
Ze staan stervormig uiteen waarbij ze wat naar achteren zijn omgekruld.
In het hart van de bloem staan de 5 meeldraden
rondom de stamper zodanig dat het geheel een zuiltje vormt.
Na de bloei ontwikkelen zich de bessen.
De plant komt vrij algemeen voor in het duingebied
tussen Egmond en Goeree.
Ze groeit op droog, stikstofrijk, meestal kalkhoudend zand.
Met name is ze te vinden op wegen en paden,
langs bunkers en vogelkolonies.
De vogels zorgen met hun mest voor stikstofverrijking van de bodem.
Buiten de duinen staat ze wel eens
op industrieterreintjes of duinstrandjes.
Terug naar: