Bij alle viltkruiden is de gehele plant met een grijsachtig vilt bekleed.
Dit vilt is bij het Duits viltkruid grijswit.
De plant heeft een rechtopgaande, ronde stengel en wordt tot 35 cm hoog.
Het bovenste deel vertakt zich.
De smal lancetvormige bladeren worden tot 2,5 cm lang,
hebben gegolfde bladeren en staan verspreid langs de stengel.
Vanaf juli tot aan de eerste vorst verschijnen de bloemhoofdjes.
Hierin staan de wittige buisbloemen met 20 – 40 bijeen
in ronde kluwens waarvan er iets meer dan de helft vrouwelijk zijn.
Lintbloemen zijn er niet aanwezig.
De zaden hebben geen aanpassingen om zich door de wind te laten wegdrijven.
Toch komen ze op plaatsen terecht die ver van de plant afliggen.
Misschien worden de zaden verspreid via dieren en mensen.
Duits viltkruid komt in het westen, midden en zuidoosten
van het land voor, maar nergens is ze algemeen.
Haar standplaats wordt gevormd door zonnige plekken
op een bodem die een beetje vochtig is.
Voorbeelden van deze plaatsen zijn wegkanten,
bouw- en braakland, zandwallen en grindgroeven.
Terug naar:
