Deze plant met zijn rechtopstaande, ronde stengel
kan tot ruim 150 cm hoog worden.
De bladeren zijn oneven geveerd waarbij de grondbladeren
groot zijn en de kruisgewijs tegenoverstaande stengelbladeren
naar boven toe steeds kleiner worden.
De deelblaadjes hebben een spitse top en een getande rand.
De bloemtrossen, die van mei tot september te zien zijn,
doen aan schermbloemen denken, maar ze zijn meerhoofdig.
De bloemkroon is 3 – 6 mm lang en de 5 kroonbladen
zijn wit tot roze van kleur.
Aan de onderzijde zijn ze buisvormig, van boven trechtervormig.
In het midden groeien er 3 meeldraden en 1 stamper.
In de nazomer en de herfst maken de korte zaadschermpjes een bizarre indruk.
Het zijn alleen de wortels die de typische valeriaangeur afgeven.
De Echte valeriaan is een algemeen voorkomende bewoner
van vochtige graslanden en loofbossen en waterkanten.
Zij ontbreekt echter in de noordelijke provincies en op de Veluwe.
Terug naar: