Een Overblijvende plant met 30 – 60 cm lange opstijgende
of rechtopstaande stengels die geribd of meerkantig zijn
en een behaard oppervlak hebben.
De geveerde bladeren hebben 5 – 12 paar eivormig-langwerpige
deelblaadjes die aan de onderzijde eveneens behaard zijn.
De bloemen, die te zien zijn van mei tot juli,
zijn lichtrood met paarse aderen en staan eerst in een eivormige,
later langere tros die tot 50 bloemen kan bevatten.
De kiel is net zo lang als de vlag en steken beide buiten
de wollig behaarde kelk uit maar de zwaarden zijn korter dan de kelk.
De vrucht is halfcirkelvormig, tot 10 mm lang
en aan de rand getand.
Esparcette is oorspronkelijk uit Zuid-Europa afkomstig
maar inmiddels is hij in bijna geheel Europa ingeburgerd
hoewel hij in Nederland zeer zeldzaam is en alleen
in het zuiden van Limburg voorkomt.
Hij is te vinden in weiden, bermen en akkers.
Als aanpassing aan de droge standplaatsen ontwikkelt de plant
een wortelstelsel dat soms wel tot 4 meter diep gaat.
Vroeger werd hij gebruikt als veevoederplant en juist het feit
dat hij hiervoor niet meer verbouwd wordt
maakt dat hij in aantal drastisch achteruit is gegaan.
Terug naar: