Fijne kervel heeft rechtopstaande, geribde stengels
die onbehaard zijn.
De samengestelde bladeren zijn veervormig
oneven samengesteld of dubbel geveerd.
De bladrand is gezaagd.
Ze staan verspreid langs de stengels.
In mei en juni zijn de meervormige schermen te zien
die worden gevormd door kleine, witte bloemen.
Deze bestaan uit 5 kroonbladen, 5 meeldraden en 2 stampers.
Deze eenjarige plant komt vrij algemeen voor
in het kustgebied, op de Wadden en in het Gooi.
In andere delen van het land is ze zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Ze is te vinden op vrij droge, kalk- en stikstofrijke zandgronden.
In duinpannen onder duinstruweel groeit ze overvloedig.
Op andere plaatsen is de groei onregelmatig.
Terug naar: