Geel walstro is een tot 1 meter hoge, overblijvende plant
die door middel van een wortelstok het voedsel uit de bodem haalt.
Hij is te herkennen aan de zeer smalle bladeren
die met 8 – 12 in een krans staan,
en de zwakke, meestal liggende of klimmende stengels.
Die stengels hebben een scherp vierkantige vorm
met 4 opvallende, overlangse lijnen.
Het oppervlak kan zowel glad en kaal als ook behaard zijn.
De bladranden zijn naar onderen ingerold
en aan de onderzijde zacht behaard.
Geel walstro draagt zijn naam met recht want het een van de weinige
in ons land voorkomende geelbloeiende walstrosoorten.
De kleine bloempjes die vanaf juni tot september te zien zijn
vormen samen een dichte en sterk vertakte eindelingse bloeiwijze.
Ze hebben vier kroonblaadjes en verspreiden een sterke honinggeur.
Mager kalkgrasland, taluds, bermen, bosranden en duinen
vormen het leefgebied waarbij hij met name in de duinen
en in het oosten van het land vrij algemeen voorkomt.
Terug naar: