Gele anemoon is een bijna onbehaarde plant die tot 30 cm hoog wordt.
aan het bovenste deel van de rechtopstaande,
ronde stengel staan de drie bladeren in een krans.
Ze zijn diep handvormig ingesneden
en hebben een onregelmatig grof getande rand.
De grondbladeren ontwikkelen zich pas na de bloeitijd.
Zij hebben dezelfde vorm als de stengelbladeren.
Die bloeiperiode duurt van maart tot mei wanneer er
aan de top van de stengel zich een enkele bloem ontwikkelt.
Deze is 2 – 3 cm groot, geel van kleur en heeft 5 kroonbladen
met in het hart meer dan 20 meeldraden en stampers.
De bloemsteel is kroezig behaard.
De kleine vruchten zijn dicht bezet met rechte, borstelige haren.
Daarnaast breidt Gele anemoon zich uit
door uitlopers van de wortelstokken.
Flinke oppervlakten kunnen zo worden bedekt.
Alleen in Zuid-Limburg komt Gele anemoon in de wilde vorm voor.
Elders in Nederland groeit ze alleen als stinzenplant.
Het oorspronkele leefgebied van deze plant is het loofbos
waar ze vaak in de buurt van water staat.
Ze groeit hier op zeer humusrijke en leemachtige grond
op een plekje in halfschaduw.
Terug naar: