De kruipende of opstijgende stengels zijn onbehaard.
Hierlangs bevinden zich de ongesteelde bladeren
die kruisgewijs tegenover elkaar staan.
Ze zijn lancetvormig en hebben een gezaagde rand.
Vanuit de oksels van de bovenste bladeren
groeien de gesteelde en alleenstaande bloemen.
De 4 of 5 vergroeide kroonbladen zijn wit,
geel of rozerood van kleur.
Het hart van de bloem is geel en bestaat
uit 2 meeldraden en een stamper.
De bloeitijd duurt van juni tot augustus.
In Nederland wordt de noordgrens van het leefgebied bereikt.
Ze komt zeer zeldzaam voor langs de grote rivieren
en langs enkele beken in Noord-Brabant en Gelderland.
Genadekruid groeit op oevers en in graslanden
die in de winter onder water staan.
Het kiemplantje vormt 4 bladeren en stopt dan een tijdje met groeien.
Deze pauze wordt ingelast om de droge voorzomers,
zoals die rond de Middellandse Zee bestaan, te overbruggen.
Echter, in Nederland zijn de voorzomers meestal nat.
Hierdoor groeien andere planten door en groeien ze
boven het Genadekruid uit, waardoor deze
te weinig licht krijgt en verdwijnt.
Terug naar: