Deze tot 1,5 meter hoge plant is tweejarig.
Met een vlezige raapwortel verankert hij zich in de bodem.
De rechtopstaande, bovenaan vertakte stengel
heeft een gegroefd uiterlijk en is zacht behaard.
Zeer karakteristiek zijn de eveneens behaarde,
geveerde bladeren met eironde, gelobde, getande blaadjes.
Het topblaadjes is vaak drie-lobbig.
Het aantal geelbloeiende schermen die van juli
tot september te zien zijn, is niet groot.
Ze bestaan uit kleine bloempjes waarvan de naar buiten gebogen
kroonblaadjes 0,5 mm lang zijn en 1 mm breed.
Een scherm heeft een doorsnee van ongeveer 10 cm.
Het zijn vooral kevers en vliegen die voor de bestuiving zorgen.
De eveneens kleine vruchten zijn lensvormig samengedrukt.
Bij rijping kleuren ze geelbruin en ze zijn voorzien
van een smal vleugeltje.
De gehele plant ruikt naar worteltjes
wat vooral bij het kneuzen van het blad opvalt.
De Gewone pastinaak groeit vrij algemeen langs bosranden,
taluds, spoor- en wegbermen.
Terug naar: