De tot 70 cm hoge plant heeft een ronde,
sierlijk gebogen stengel waaraan zich zowel de bladeren
als de bloemen bevinden.
De bladeren zijn tot 12 cm lang, eirond
en staan afwisselend in twee rijen aan de stengel.
Zowel het blad als de stengel hebben een frisgroene kleur.
De Gewone Salomonszegel is of mannelijk of vrouwelijk
en staat van april tot juni in bloei.
Vanuit de oksels van de bovenste bladeren hangen de bloemen
in trosjes van 2 – 5 bijeen, maar soms ook als éénling.
Ze zijn langwerpig klokvormig en crèmewit van kleur.
De bloemen zijn licht geurend, maar je moet wel
flink je best doen om de lelieachtige geur te kunnen opsnuiven.
De bevruchte bloemen verdikken zich bij het vruchtbeginsel.
In het beginstadium zijn ze net zo groen als de rest van de plant.
De vrucht is driehokkig en uiteindelijk rond van vorm.
Rijpe bessen hebben een diepblauwe kleur.
De bessen hebben op vogels een grote aantrekkingskracht;
ze worden door allerlei vogelsoorten gegeten.
Via uitwerpselen van vogels worden de zaden verspreid.
Na ontkiemen groeit de plant eerst solitair.
Hoe langer de plant is gesetteld, des te meer
breidt hij zich met uitlopers van de wortelstok uit.
De vlezige, witte wortelstok vertoont groeiringen
waaraan men de leeftijd van de plant kan aflezen.
De scheuten die zich in de herfst vormen, sterven in de winter af
en laten littekens achter die te zien zijn als kleine ingedeukte kringen
(de 'zegels' waaraan de plant zijn naam dankt).
Bij de Gewone salomonszegel zit het bovenste litteken onder de stengelvoet.
Alle delen en vooral de bessen zijn giftig.
De plant komt vrij algemeen voor in Nederland.
Hij groeit langs beschaduwde randen van bossen,
op open plekken in bossen en op noordhellingen in de duinen.
De grond is meestal licht humusrijk en vochtig.
Salomonszegel groeit veelal in grote groepen
en merkwaardig genoeg vaak ook in kringen,
zoals dit het geval is bij sommige paddestoelen.
Vergelijkbaar met:
Welriekende salomonszegel
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten