Deze forse plant is gemakkelijk te herkennen.
Hij wordt tot 1 meter hoog en groeit met name
in bermen, natte weiden, oevers, venen.
In de meeste delen van het land komt hij algemeen voor.
Alleen op hoger gelegen zandgronden en de Waddeneilanden
is hij zeldzaam.
De gehele plant is dicht behaard.
De kantig gevleugelde, stengel vertakt zich
eigenlijk niet of alleen bovenaan.
De bladeren zijn lancetvormig met een spitse top en een gave rand.
De onderste zijn gesteeld en tot 25 cm lang.
De bovenste bladeren zijn kleiner en zijn ongesteeld.
Vanuit de oksels van de bovenste bladeren groeien de bloeiwijzen.
Deze hebben de vorm van een schicht en zijn allemaal naar één zijde gekeerd.
De Gewone smeerwortel bestaat in verschillende kleurslagen.
De bloemen (mei – juli) zijn meestal paars of rood/violet
maar ook witte of geelachtige bloemen komen vrij veel voor.
De kroon is tot 2 cm lang en buisvormig vergroeid.
In de keel bevinden zich 5 kleine schubben die tussen de 5 meeldraden staan.
De stijl steekt buiten de bloem uit.
Deze meerjarige plant vermeerdert zich ook
door middel van de knolvormige wortelstokken.
Terug naar: