Grote kattestaart is een soort van natte standplaatsen
en is vooral langs overs te vinden.
In Nederland is ze algemeen maar in het noordelijk kleigebied
is ze minder in aantal.
De plant kan tot een meter hoog worden en heeft rechtopgaande,
scherp vierkantige stengels die behaard zijn.
De ongesteelde bladeren zijn lancetvormig met een gave rand.
Ze zijn tot 10 cm lang en het oppervlak is onbehaard.
De onderste bladeren staan in drietallige kransen of tegenoverstaand,
de bovenste bladeren bevinden zich
verspreid aan de stengels.
De rode tot roze bloemen bloeien in aarvormige trossen.
Ze bestaan uit 6 smalle kroonbladen die tot 12 mm lang zijn.
Bij de Grote kattestaart zijn vormen bekend met stijlen
en meeldraden van verschillende lengten.
Men onderscheidt lange, middellange en korte stijlen
met diverse combinaties meeldraadlengten.
De kortstijlige bloemen hebben slechts middellange
en lange meeldraden, de middellangstijlige bloemen
hebben alleen korte of lange meeldraden en de bloemen
met de lange stijlen alleen korte of middellange meeldraden.
Deze variaties werken kruisbestuiving in de hand.
De verschillende combinaties kunnen wel op 1
en dezelfde plant voorkomen.
De bloeitijd is van juli tot september.
De zaden zijn omgeven door opzwellend slijm,
waardoor ze aan de snavels van watervogels blijven hangen.
Terug naar: