Deze klimplant met haar ruw behaarde stengels wordt tot 4 meter hoog.
Ze heeft kort gesteelde bladeren die in omtrek 5-hoekig zijn
en handvormig ingesneden in grote lobben.
De randen zijn rof getand.
De ranken die als klimmiddel dienst doen
bevinden zich naast de bladeren.
Ze bezitten een groot aantal kurkentrekkervormige windingen.
Heggerank is tweehuizig, dus de mannelijke-
en vrouwelijke bloemen groeien aan verschillende planten.
Vanaf juni tot september komen de bloemtrossen tevoorschijn.
De groenachtig witte bloemen hebben 5 vergroeide kroonbladen
die stervormig uiteenstaan.
Deze bevatten ofwel 3 meeldraden ofwel 3 stampers in het gele hart.
Na de bloeitijd ontwikkelen zich de eerst groene
en later oranjerode bessen.
Deze zijn zo giftig dat het eten van een dozijn al dodelijk kan zijn.
Heggerank is te vinden in Zuid-Limburg,
het rivierengebied, het kustgebied en in Zeeland.
Ze groeit in struikgewas waarin ze zich omhoogwerkt.
Terug naar: