Deze algemeen voorkomende plant groeit in akkers,
braakland, puinstorten en wegbermen.
Het is een tot 1 meter diep wortelende,
eenjarige pionierplant die tot 60 cm hoog wordt.
De ruw behaarde bladeren zijn veervormig ingesneden.
De onderste zijn gesteeld, de bovenste bladeren
bevinden zich zittend aan de stengel.
Van mei tot september bloeit de Herik met gele bloemen
die in trosjes bij elkaar staan.
De bloem heeft afstaande kelkbladen en bestaat verder
uit 4 kroonbladen met in het midden 6 meeldraden
en een stamper.
De bloemen worden veel door bijen, vliegen en kevers bezocht.
Met name door de afstaande kelkbladen kunnen ze
gemakkelijk bij de honing.
De zaden groeien langs de stengel
en hebben de vorm van een hauwtje.
Terug naar: