De Hondsdraf is te vinden in grasland, lichte bossen,
oevers, bosranden, heggen en tuinen.
Hij komt zeer algemeen voor.
Het is een wintergroene plant die bovengrondse uitlopers vormt.
De scherp vierkantige, kruipende stengels kunnen,
mits ze een steun hebben, tot 40 cm hoog groeien.
Op de knopen vormen zich vaak nieuwe wortels.
Vaak worden er vooral na de bloei behoorlijke taptijten gevormd.
Hondsdraf heeft een sterke netelgeur.
De bladeren zijn rondachtig tot niervormig
en hebben een gekartelde rand.
Ze staan verspreid of kruisgewijs tegenoverstaand aan de stengel.
Vanuit de bladoksels groeien van april tot juli de schijnkransen.
Deze bestaan uit 1 – 6 violetkleurige lipbloempjes
die 4 of 5 kroonbladen hebben.
De bloem heeft een vrij lange buis en aan de voorkant
een mooi getekende onderlip.
De halve bloemkransen draaien zich naar het licht.
Terug naar: