In Nederland is Klimopwaterranonkel zeldzaam in beekjes
op de hogere zandgronden en in de duinen bij Schoorl.
Ze groeit in ondiep, zoet of brak water met een zandbodem.
Het stromende water is kalkarm en zuurstofrijk.
Vooral beekjes en waterloopjes hebben de voorkeur.
De stengels kunnen zowel onderduiken als bovengronds kruipen.
Ze zijn rond van vorm en onbehaard.
In tegenstelling tot veel andere waterranonkels
heeft de Klimopwaterranonkel alleen enkelvoudige bladeren
die verspreid aan de stengel staan.
Deze drijven op het oppervlak of steken er bovenuit.
De bladeren lijken op die van de Klimop (Hedera helix)
wat dus de naam verklaart.
Ze hebben stompe toppen en een gave rand.
De gesteelde en alleenstaande bloemen steken
van april tot september boven het wateroppervlak uit.
In het geelgekleurde hart bevinden zich
meer dan 20 meeldraden en evenzovele stampers.
Hieromheen zitten de 5 kroonbladen,
die stervormig uitgespreid staan en elkaar aan de randen niet raken.
Tussen de kroonbladen zijn ook de puntjes van de kelkbladen te zien.
Terug naar: