De ronde stengel van Knolribzaad kan kaal of behaard zijn.
Verspreid hierlangs staan de bladeren.
Deze zijn veervormig oneven samengesteld of dubbel geveerd.
In juni en juli bloeit de plant met meervoudige schermen.
Deze zijn opgebouwd uit witte bloempjes
die alle 5 kroonbladen bezitten.
Daarnaast hebben alle 5 meeldraden en 2 stampers.
In Nederland was Knolribzaad tot voor kort zeer zeldzaam.
In de laatste kwart eeuw is ze zich echter aan het uitbreiden.
Je vindt haar nu langs de Rijn, de Waal,
de Merwede en de Gelderse IJssel.
De soort groeit met name op plaatsen waar afval
van planten zich ophoopt, zoals aanspoelplaatsen langs de rivier.
Hier groeit ze op hooggelegen, 's zomers vrij droge,
zandige tot kleiige plaatsen in de uiterwaarden.
In warme en droge zomers breidt ze in aantal uit,
in koele, natte jaren neemt ze in aantal af.
Terug naar:
